Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond

De drugvrije behandelgevangenis. Een redelijke aanvulling op de maatregelen van Werkzame Detentie

H. van der Veer-Van der Weijden

Een drugvrije behandelgevangenis waar drugverslaafde gedetineerden het restant van hun straf uitzitten en kunnen werken aan een drugvrij bestaan verdient een kans. Het is een redelijke oplossing voor de problemen die mede door de uitvoering van de beleidsnota Werkzame Detentie dreigen te ontstaan. Arbeid en een sterke versobering van het gevangenisbestaan vormen de kern van deze nota. Slechts een klein aantal van de verslaafde gedetineerden komt in aanmerking voor bijzondere bejegening. Minister Sorgdrager heeft het plan voor de drugvrije behandelgevangenis voorlopig in de ijskast gelegd omdat ze eerst de effectiviteit van het huidige beleid wil afwachten voordat verdere stappen worden genomen. Hierdoor worden de gerechtvaardigde belangen van een grote groep zorgbehoevende verslaafde gedetineerden geschaad. Zozeer geschaad, dat de vraag zich aandient of de overheid wel voldoet aan haar zorgplicht.

Verdieping | Studentartikel
december 1995
AA19950924

De zwakheden van het detentierecht

C. Kelk

De in de wet neergelegde detentiebeginselen en de traditionele uitgangspunten voor de situatie van de gedetineerden komen steeds meer onder druk te staan van de capaciteitstekorten en de voortschrijdende bezuinigingen. Ook het primaat van de veiligheid en de vergeldingsgedachte zijn merkbaar geworden in de detentiesituatie. Intussen hebben zich in de vorm van sterk versoberde regimes voor bijvoorbeeld de bolletjesslikkers bepaald misstanden voorgedaan. Voorts mogen nu twee gedetineerden in één cel worden opgesloten. Het nieuwe concept van een sterk op elektronische begeleiding gebaseerde, personeelsarme inrichting verkeert in de experimentele fase. Ons gevangeniswezen behoorde vroeger tot de meest geavanceerde detentiesystemen, maar die tijd lijkt enigszins voorbij. Het is zelfs de vraag of door ons nog wel steeds in voldoende mate wordt voldaan aan de terzake geldende internationale normen. Voorts kan men zich afvragen of de rechter bij de straftoemeting met deze situatie niet enige rekening zou moeten houden.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050588

Hardrijders gezocht

I. Giesen, A.J. Verheij

In dit redactionele artikel gaan twee redacteuren in op het beleid van het ministerie van justitie op de inkomsten te verhogen door meer processen-verbaal uit te schrijven. Volgens de redacteuren is dit geen goed idee en staat dit idee ver af van het eigenlijke idee van criminaliteitsbestrijding.

Opinie | Redactioneel
januari 1994
AA19940003

Het herziene jeugdstrafrecht

G. Mintjes

In dit artikel wordt ingegaan op de herziening van verschillende wetten die invloed hebben op het jeugdstrafrecht. Zo wordt er ondermeer ingegaan op de leeftijdsgrens van meerderjarigheid, verjaring, HALT-afdoening, transacties, verschillende soorten straffen, alternatieve sancties. Ook wordt er ingegaan op de formele kant van het strafrecht met ondermeer aandacht voor de bevoegde rechter, raadsman en de jeugdige en het overgangsrecht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1995
AA19950781

Het redden van de winkelstraat door blurring?

J.W.H. Lemmen, M.D. Reijneveld

Het wetsvoorstel ter wijziging van de Drank- en Horecawet biedt ruimte voor het ontstaan van mengvormen tussen horeca en detailhandel. De auteurs gaan in op de voor- en nadelen van dit wetsvoorstel en concluderen dat het voorstel moeilijk verenigbaar is met ander overheidsbeleid zoals het Nationaal Preventieakkoord, dat vooral de gezondheid van burgers lijkt te willen beschermen.

Opinie | Redactioneel
oktober 2019
AA20190739

Het straatverbod: onbeperkte toepassing?

A. Holwerda

Het straatverbod blijkt de laatste tijd een veelbeproefd juridisch instrument voor mensen die worden lastiggevallen of dreigen te worden lastiggevallen. Tot nu toe heeft de rechter zich zeer gevoelig getoond voor de noden en behoeften van degenen die in kort geding een verbod eisten. Bestudering van de rechtspraak maakt een groeiende bekommernis zichtbaar met de positie van slachtoffers van onrechtmatige gedragingen. Deze constatering leidt tot de vraag naar de juridische begrenzingen van het straatverbod. Hoe ver kan en mag de rechter gaan bij het honoreren van de behoefte van eiser(es) om verschoond te blijven van ongewenste confrontaties? Waar komt een straatverbod in strijd met het belang van de gedaagde om onder zo min mogelijk vrijheidsbeperkende maatregelen te leven? Het is dit probleem van de verenigbaarheid van straatverboden met het grondrecht van bewegingsvrijheid welke het onderwerp vormt van dit artikel. Aan de hand van enkele markante gevallen uit de rechtspraktijk zal ik proberen aan te geven wat ik, gelet op het grondrecht van bewegingsvrijheid, nog een toelaatbare toepassing van het straatverbod acht.

Overig | Rode draad | Slachtoffers van delicten
maart 1989
AA19890175

december 2002

Katern 85: Straf(proces)recht

P.J. Baauw

december 2003

Katern 89: Straf(proces)recht

P.J. Baauw

Min en Meer

M.M. Dolman, T.B. Trotman

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op destijds gedane wetsvoorstellen met betrekking tot alternatieve sancties. Het gaat hierbij zowel om alternatieve sancties voor minder- als meerderjarigen. De redacteuren kijken kritisch naar beide wetsvoorstellen en gaan dieper in op de (mogelijke) gevolgen ervan.

Opinie | Redactioneel
juli 1991
AA19910526

Particuliere handhaving van de openbare orde

Over schadevoorkoming, goed beheerderschap en de bescherming van de toegankelijkheid van het semipublieke domein

A.E. van Rooij

Bij de overlastbestrijding in winkels, horecagelegenheden en andere semipublieke plaatsen en evenementen staan verschillende private en publieke belangen in een complexe verhouding tot elkaar. Particuliere beheerders mengen zich met hun gedragsregels, toezicht en sancties in persoonlijke, fundamentele vrijheden van hun publiek. Toezicht met behulp van fouillering en cameratoezicht raakt bijvoorbeeld de privacy van bezoekers. Uitsluitingssancties hebben gevolgen voor de bewegingsvrijheid. Geldboetes worden als leedtoevoegend ervaren. Het publiek krijgt hier wel iets voor terug: de genoemde maatregelen moeten overlast voorkomen en dat draagt weer bij aan een groter genot van de goederen en diensten die daar worden aangeboden. Deze bijdrage gaat in op deze juridische belangen bij de private handhaving van de orde in het semipublieke domein. Zijn die particuliere beheerders bij de bestrijding van overlast nu te beschouwen als een verlengstuk van de overheid of handelen zij primair uit eigen belang? En blijft de toegankelijkheid van het semipublieke domein wel voldoende gewaarborgd?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2018
AA20180174

Waarom straffen wij eigenlijk?

J.A.A.C. Claessen

Post thumbnail Naar aanleiding van de puppytraining die hij met zijn pup Noortje volgt, reflecteert de auteur aan de hand van de vergeldings- en preventietheorieën op de vraag waarom wij straffen. Wij zouden volgens de auteur nog heel wat kunnen leren van de regels over hoe te reageren op ongewenst puppygedrag.

Opinie | Amuse
januari 2022
AA20220006

Weg met de scherpe kanten van de gevangenisstraf

J.A.A.C. Claessen

Een gevangenisstraf duurt in Nederland minimaal één dag en maximaal een leven lang. Deze beide uiteinden van de detentieduur zou Jacques Claessen graag veranderd zien, zo legt hij uit in deze bijdrage op de Blauwe Pagina’s ‘Liever kwijt dan rijk’.

Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijk
mei 2023
AA20230316

Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond