S.C.J.J. Kortmann
Hoge Raad 14 mei 1993, nr. 14978, ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, NJ 1993, 658, nt. WMK (ABN Amro NV/Ontvanger)
Arrest en noot waarin de noodzaak voor een onderscheid tussen roerende en onroerende zaken weer eens duidelijk wordt. De casus, die nog speelt onder het oude recht, gaat om het verschil van inzicht tussen de bank en de fiscus over het al dan niet roerend zijn van onderdelen van een fabriek die tot zekerheid zijn overgedragen aan de bank. Dit alles moet gezien worden in het licht van het bodembeslag dat de fiscus ingevolge de Invorderingswet 1990 kan leggen. In de noot gaat prof. mr. S.C.J.J. Kortmann in op de regeling van hulpzaken in het nieuwe recht.
Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1994
AA19940104