Maandbladartikel

Storytelling in de civiele procespraktijk

R.J. van der Weijden, M. Ynzonides

Post thumbnail In deze bijdrage gaan Robbert Jan van der Weijden en Marc Ynzonides in op de rol van storytelling in de civiele procespraktijk. Wat kan je als advocaat, naast het reguliere proces van stellen, betwisten en bewijzen van feiten, doen om de in die feiten liggende kernboodschap optimaal te communiceren, betrokkenheid bij de rechter te creëren en sympathie voor je standpunt te winnen? Auteurs bespreken deze vraag aan de hand van concrete voorbeelden en sluiten hun bijdrage af met een aantal tips voor (aankomende) procesadvocaten.

Perspectief | Perspectiefartikel
mei 2020
AA20200503

Straatsburg locuta, causa finita?

Over heropening van civiele procedures waarin het EHRM een schending van het EVRM heeft vastgesteld

W.D.H. Asser

Dit artikel gaat over de mogelijkheden die men heeft nadat het EHRM heeft vastgesteld dat er een schending van het EVRM heeft plaats gevonden.

Bijzonder nummer | De rechtsstaat Nederland
juli 2004
AA20040543

Straf Recht

A. Ringnalda, J.H. Verdonschot

De KLPD heeft een proefproces aangespannen om virtuele kinderporno strafbaar te stellen, maar wat zijn hier nu eigenlijk de gronden voor?

Opinie | Redactioneel
november 2006
AA20060777

Straf(proces)recht

C. Kelk

In de rubriek `onderwijs´ staat deze maand de ontwikkeling van de rechtenstudie en het onderwijs van de verschillende vakgebieden centraal. In dit artikel staat het strafrechtonderwijs centraal. Echter algemene onderwijsveranderingen worden niet onderbelicht gelaten.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2001
AA20010776

Straf(proces)recht de toegevoegde waarde van de spiegel!

J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

Internationale straf(proces)rechtelijke rechtsvergelijking wordt vrij algemeen erkend als een belangrijke tak van de strafrechtswetenschappen. Er bestaan specialisten en er is ook een grote groep wetenschappers en practici die zich om uiteenlopende redenen met de vergelijking bezig houden. Net als is het privaatrecht is het mogelijk om rechtsfamilies te onderscheiden. Naar het oordeel van de auteur is het nut van zo'n onderscheiding afhankelijk van het motief of doel van de rechtsvergelijkende exercitie. Voor een grondig inzicht in stelsels en families is het wezenlijk het recht niet te technisch op te vatten, maar oog te hebben voor de (historische) ontwikkeling en de maatschappelijke (economische, sociale, politieke, levensbeschouwelijke) context: recht als integrerend onderdeel van de cultuur. In dit opstel worden uiteenlopende aspecten van de internationale vergelijking van straf- en strafprocesrecht belicht, met gebruikmaking van praktijkvoorbeelden.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940381

Strafbaar plagiaat

H.J.J. Talsma

De stelling dat het plagiëren van scripties een vorm van valsheid in geschrift is en dus een strafbaarfeit oplevert, vormt het uitgangspunt van dit artikel. Kunnen studenten die andermans werk ‘lenen’strafrechtelijk vervolgd worden? Een toetsing aan de relevante strafrechtelijke en auteursrechtelijke bepalingen leidt tot de conclusie dat het zo’n vaart nog niet zal lopen.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2003
AA20030102

Strafbaar plagiaat; een reactie

R.D. Vriesendorp

In dit artikel wordt door Vriesendorp een reactie gegeven op een eerder artikel van Talsma waarin werd ingegaan op het feit of het plagiëren van een scriptie een strafbaar feit is.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2003
AA20030288

Strafbaarstelling mensensmokkel hindert hulp asielzoekers

P.R. Rodrigues

Hulporganisaties die actief zijn op de Middellandse Zee worden beschuldigd van mensensmokkel vanwege hun reddingsacties van bootmigranten. Natuurlijk moeten uitbuiting en het in levensgevaar brengen van asielzoekers door mensensmokkelaars worden voorkomen. Deze bijdrage gaat in op de vraag wanneer humanitaire hulp moet worden aangemerkt als strafbaar gedrag en welke rol de mensenrechtenverdragen bij die beoordeling spelen.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2019
AA20190761

Strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt: het einde van de growshop?

F.J.E. Krips, P.A.M. Verrest

Op 1 maart 2015 is de Wet van 12 november 2014 tot wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt in werking getreden. Deze bijdrage bespreekt de problematiek van de growshops waartegen het nieuwe artikel 11a Opiumwet in stelling wordt gebracht, de lacune die de nieuwe strafbaarstelling moet dichten, enkele bijzondere aspecten van het misdrijf en tot slot de (vermeende) relatie tussen het optreden tegen hennepkwekerijen en het coffeeshopbeleid.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2015
AA20150400

Strafbaarstelling van misbruik van voorwetenschap bij effectenbeurstransacties

A. Ottow

Bijna veertien jaar na het verschijnen van het rapport over misbruik van voorwetenschap van de Commissie Vennootschapsrecht, heeft de Nederlandse regering het wetsvoorstel Strafbaarstelling Misbruik van Voorwetenschap bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsontwerp is slechts op zijn juiste waarde te schatten indien men op de hoogte is van zijn voorgeschiedenis. Ruime aandacht zal daarom worden besteed aan de ontwikkelingen die hebben bijgedragen tot het uiteindelijke wetsvoorstel. Daarnaast zullen de meest in het oog springende punten uit het ontwerp besproken worden.

juni 1987
AA19870390

Strafbaarstelling van prostituanten: schadelijke symboolwetgeving

L. Münchow, B.F.M. Vulto

Post thumbnail Het wetsvoorstel voor strafbaarstelling van misbruik van prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel is aangenomen door de Tweede Kamer en ook in de Eerste Kamer heeft inmiddels beraadslaging plaatsgevonden. Dit wetsvoorstel is echter geen effectieve bestrijding van mensenhandel, maar komt in feite neer op symboolwetgeving met onwenselijke neveneffecten.

Opinie | Redactioneel
december 2018
AA20180979

Strafbaarstelling van spionage: meer dan symboolwetgeving?

R.H.T. Jansen, M.W. Kouwenberg

Nederland is met zijn hoogtechnologische en open economie een aantrekkelijk doelwit van spionage, en blijkt in toenemende mate ook daadwerkelijk slachtoffer van spionage te zijn. Het kabinet heeft dan ook een uitbreiding van de strafbaarstelling van spionage voorgesteld, om effectiever te kunnen reageren op buitenlandse inmenging. De auteurs werpen echter vragen op over de noodzaak en toelaatbaarheid van de voorgestelde strafbepaling.

Opinie | Redactioneel
juni 2022
AA20220435