Maandbladartikel

Rechtsbeginselen in het Europese Gemeenschapsrecht

T. Koopmans

In dit artikel geeft de auteur verklaringen waarom er in het verband van de EEG, thans EG/ EU, zoveel gebruik wordt gemaakt van rechtsbeginselen en de oorsprong van deze beginselen bij de rechtspraak van het HvJEG.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910927

Rechtsbeginselen in het personen-, familie- en jeugdrecht

M. Rood-De Boer

Na een korte omschrijving van wat onder het begrip rechtsbeginselen en -begrippen wordt verstaan gaat de auteur in op de klassieke rechtsbeginselen in het personen-, familie- en jeugdrecht. Daartoe komen met name vrijheid, gelijkheid en verantwoordelijkheid aan de orde. In de derde paragraaf worden nieuwe rechtsbeginselen besproken zoals evenredigheid, proportionaliteit, redelijkheid en toets- en controleerbaarheid.

Bijzonder nummer | Rechtsbeginselen
oktober 1991
AA19910802

Rechtsbescherming bij academische examens. De beroepsprocedure ex artikel 40 WUB

J.H. Padmos

Sinds 1970 bestaat de mogelijkheid in het wetenschappelijk onderwijs in beroep te gaan tegen beslissingen en behandelingen in het kader van examinering. In 1981 is bij de Wet Twee-fasenstructuur de beroepsregeling van artikel 40 WUB ingrijpend gewijzigd. 3 Ondermeer is de facultaire beroepscommissie vervangen door het universitaire college van beroep voor de examens. De vraag is nu of de wijziging ook een verbetering van de rechtsbescherming betekent. De mate waarin een beroepsinstantie rechtsbescherming kan bieden is ondermeer afhankelijk van de toetsingsgronden en van de bevoegdheden van die instantie bij de uitspraak. Verder spelen ook de toegankelijkheid, rechtshulp en procedurele (on)mogelijkheden een rol.

januari 1985
AA19850016

Rechtsbescherming en de overheid: hoog tijd voor een nieuwe koers!

E.E. Nauta, T.A. van Polanen

De minister voor Rechtsbescherming is voornemens de rechtsbijstand ingrijpend te wijzigen. Het gevolg is dat deze publieke voorziening (nog) verder wordt uitgekleed. Dit voornemen van de minister past in een bredere beleidstendens. De overheid heeft de laatste tijd namelijk meer maatregelen genomen waardoor de toegang tot het recht wordt bemoeilijkt. De auteurs pleiten voor een koerswijziging. De toegang tot het recht moet weer een speerpunt worden van het overheidsbeleid.

Opinie | Redactioneel
september 2019
AA20190627

Rechtsbescherming en democratisering

T. Pas

Onlangs is de nota Patiëntenbeleid verschenen waarin de plaats van de patiënt in de gezondheidszorg aan de orde wordt gesteld. De nota streeft ernaar de mondigheid van de patiënt te bevorderen. Dit moet ertoe leiden dat hij mee gaat denken en meebeslissen over de behandeling die hij ondergaat. Tot zover de nota. Deze democratisering kan slechts dan werkelijk van de grond komen als de rechtspositie van de patiënt beter wordt gewaarborgd dan op dit moment het geval is. De feitelijk rechteloze positie van een patiënt blijkt met name, wanneer hij naar aanleiding van de ondergane medische behandeling een klacht in wil dienen. Op enkele rechtspositionele knelpunten op dil gebied zal hieronder nader worden ingegaan. Vervolgens komen de opvattingen van de staatssecretaris aan de orde.

Witte stukken
augustus 1981
AA19810418

Rechtsbescherming in de jeugdbescherming

H.J. van Boven, M.R. Bruning, M.J.E. Lenglet

Post thumbnail De zorgen over de jeugdhulp en jeugdbescherming nemen de laatste jaren toe. Daarbij is specifiek aandacht voor de rechtsbescherming van ouders en minderjarigen en de noodzaak tot verbetering hiervan. In opdracht van de proeftuin Utrecht en Utrecht-West hebben wij een verkennend onderzoek uitgevoerd naar verschillende perspectieven op rechtsbescherming van betrokkenen in de jeugdbescherming. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, interviews en een focusgroep. In deze bijdrage bespreken wij onze onderzoeksresultaten.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2024
AA20240109

Rechtsbescherming in enkele recente onderwijswetten

P.J. van der Flier

In 1986 zijn enkele wetten in werking getreden die van belang zijn voor het hoger onderwijs. Het betreft de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (WWO), de Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) en de Wet op de studiefinanciering (WSF). De WWO vervangt de oude Wet op het wetenschappelijk onderwijs en regelt tevens de universitaire bestuursorganisatie. De WHBO voorziet het hoger beroepsonderwijs van een eigen wettelijk kader, waar die vorm van onderwijs voorheen geregeld was in de Wet op het voortgezet onderwijs; uit de considerans bij de WHBO blijkt overigens dat de wetgever het wenselijk acht binnen afzienbare tijd te komen tot een samenhangend geheel van gedifferentieerde onderwijsvoorzieningen op het gebied van hoger onderwijs, dat wil zeggen het wetenschappelijk onderwijs, het hoger beroepsonderwijs en het onderwijs aan de Open Universiteit. De WSF tenslotte biedt binnen een kader het geheel aan regelingen op het gebied van de studiefinanciering, waar voordien sprake was van een veelheid van regelingen. In dit artikel wil de auteur de inhoud van deze wetten laten voor wat hij is en zich beperken tot een bespreking van een aantal aspecten van de rechtsbescherming die zij bieden.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1987
AA19870620

Rechtsbescherming op de tocht?

B. Emmerig, J. Melis

In dit redactionele artikel staat het voorstel van de toenmalige minister Korthals Altes centraal waarin voorgesteld werd om vormfouten die het OM maakte en waardoor verdachten op vrije voeten kwamen achteraf terug te draaien. De redacteurs stellen dat de verdachte daardoor de dupe wordt en er afbreuk gedaan wordt aan diens rechtsbescherming.

Opinie | Redactioneel
januari 1988
AA19880002

Rechtsbescherming voor de psychiatrische patiënt; een terrein vol problemen

P.J.H. Laurs

In dit artikel zullen de pogingen worden geschetst om de rechtspositie te verbeteren van in psychiatrische ziekenhuizen opgenomen patiënten. Stilgestaan wordt bij de huidige stand van zaken (de Krankzinnigenwet en de jurisprudentie) en bij de nieuwe wetsvoorstellen (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen BOPZ, Behandelingsovereenkomst, Mentorschap). Ook als deze voorstellen de eindstreep halen, lijkt de rechtsbescherming voor de psychiatrische patiënt op belangrijke punten nog lacuneus te blijven.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
februari 1991
AA19910133

Rechtsbeschermingsmogelijkheden van het stemgeluid onder Nederlands portretrecht in de context van audio-deepfakes

E. Valk

Post thumbnail Recente ontwikkelingen van AI-technologie maken het mogelijk de menselijke stem geheel waarheidsgetrouw na te bootsen. Potentiële inbreuk op ieders privacyrechten en de IE-rechten van makers is hiermee een nieuwe realiteit. Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om ter bescherming van het stemgeluid aansluiting te vinden bij het portretrecht, op basis van de wet, relevante jurisprudentie en literatuur.

Verdieping | Studentartikel
september 2023
AA20230627

Rechtsbijstand zonder vrees voor sancties

Contant geld en de rechtsstatelijke rol van de advocaat

G.J.W. Pulles

Post thumbnail Volgens in juli 2022 gepubliceerde uitkomsten van een onderzoek onder strafrechtkantoren neemt een groot deel van de Nederlandse (straf)advocaten contant geld aan. Sommige commentatoren verbonden daaraan de conclusie dat deze advocaten daardoor mee zouden hebben gewerkt aan heling en witwassen. Dit artikel voert argumenten aan tegen die conclusie en betoogt dat een inhoudelijke discussie moet worden gevoerd over het aannemen van contant geld door de advocatuur. Daarbij moet de rechtsstatelijke rol die advocaten hebben een rol spelen. Zo lang we vinden dat iedereen toegang moet hebben tot het recht, zullen we in sommige gevallen ook moeten accepteren dat er contant wordt betaald.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2023
AA20230100

Rechtscultuur en rechtsvergelijking in het constitutionele domein

M. Adams

Post thumbnail Inzicht in de werking en betekenis van het constitutionele recht kan niet alleen via de tekst van, bijvoorbeeld, een grondwet worden verklaard. Dergelijk inzicht ontstaat vooral door het constitutionele recht te bestuderen in samenhang met en de institutionele én culturele context waarin het is ingebed. Zeker voor de rechtsvergelijker is het ontrafelen van die context niet vanzelfsprekend. Over wat daarvoor nodig is gaat deze bijdrage.

Bijzonder nummer | Reizen naar Recht
juli 2024
AA20240626