Maandbladartikel

Het nieuwe ontslagrecht: verminderde mogelijkheden voor het ‘alternatieve transfersysteem’

T. van Straveren

Op 12 mei 1998 heeft de Eerste Kamer de zogenaamde flexwet aangenomen. Deze wet die vooral beoogt de rechtspositie van de zogenaamde flexibele werkers (uitzend- en oproepkrachten, freelancers e.d.) te verbeteren, heeft ongewild een zware slag toegebracht aan de mogelijkheid om in de (voetbal)sport contracten af te kopen. Dit afkoopsysteem heeft zich sinds de afschaffing van het transfersysteem ontwikkeld als arbeidsrechtelijk alternatief. In dit artikel wordt aangegeven hoe de flexwet dit afkoopsysteem moeilijk maakt en welke andere mogelijkheden er nu nog bestaan om de daaruit voortvloeiende problemen voor de (voetbal)sport op te lossen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1998
AA19980660

Het nieuwe programma staats- en administratiefrecht voor het basisdoctoraal te Leiden

A.W. Heringa, R.E. de Winter

Met ingang van september 1981 kregen studenten Nederlands recht te Leiden een geheel nieuwe benadering van het vak staats- en administratiefrecht voorgeschoteld.

Onderwijs
juli 1981
AA19810343

Het nieuwe Surinaamse BW: invloeden van en overeenkomsten met het Nederlandse BW

A.C. Akkal-Ramautar

Post thumbnail Het nieuwe Surinaamse Burgerlijk Wetboek, ingevoerd in 2025, vervangt het oude Burgerlijk Wetboek van 1869 en markeert een belangrijke modernisering. Het is gebaseerd op de Nederlandse en Caribische regeling, maar bevat ook specifieke Surinaamse accenten en omvat acht boeken. Bijzonder zijn de wijzigingen in het erfrecht, de regeling voor langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen en het appartementsrecht. Opmerkelijk is de erkenning van allo­diale eigendom als volwaardig eigendomsrecht. Door aansluiting bij de Nederlandse nummering blijft gebruik van Nederlandse literatuur en jurisprudentie mogelijk, wat rechtszekerheid en rechtsontwikkeling bevordert.

Rode draad | Buiten Westen
oktober 2025
AA20250715

Het nieuwe verzekeringsrecht, deel I

N. Frenk, F.R. Salomons

Op 1 januari 2006 is de nieuwe wettelijke regeling van de verzekeringsovereenkomst (titel 17 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek) in werking getreden. Deze vervangt de oude uit 1838 stammende wettelijke regeling in het Wetboek van Koophandel. De nieuwe regeling kent een lange voorgeschiedenis. De nieuwe wettelijke regeling van titel 7.17 BW bevat geen uitputtende regeling van de verzekeringsovereenkomst. In dit artikel worden enkele belangrijke zaken van het nieuwe verzekeringsrecht belicht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2006
AA20060380

Het nieuwe verzekeringsrecht, deel II

N. Frenk, F.R. Salomons

In dit artikel worden een aantal artikelen uit het nieuwe verzekeringsrecht uitgebreid behandeld.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2006
AA20060439

Het Nuboerarrest, het Van der Horst-arrest en de Bossche arresten

m.nt. J.M.M. Maeijer

J.M.M. Maeijer

HR 31 mei 1968, ECLI:NL:HR:1968:AC4869, NJ 1968/323 (Nuboer). Hof Amsterdam 25 mei 1967, ECLI:NL:GHAMS:1967:AC4747, NJ 1968/258 (Van der Horst) Hof 's-Hertogenbosch 31 maart 1966 en 27 oktober 1966, ECLI:NL:GHSHE:1966:AC4686, NJ 1967/19; VR 1967/34 en 35 (Bossche arresten) De civielrechtelijke aansprakelijkheid van en voor de medische specialist werkzaam in ziekenhuisverband. De positie van de verplicht verzekerde ziekenfondspatiënt. De positie van de in het academisch ziekenhuis werkzame hoogleraar-specialist. De aansprakelijkheid voor assistenten en verpleegsters. De aansprakelijkheid van specialist en ziekenhuis voor operaties c.q. behandelingen verricht in teamverband.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1969
AA19690085

Het nut van een rechtenstudie

V. Lebesque

Opinie | Opiniërend artikel
maart 1995
AA19950199

Het nut van sancties

H. Elffers, D.J. Hessing

De vraag die in dit artikel behandeld wordt: Zien mensen onder invloed van een sanctiedreiging af van het overtreden van wettelijke voorschriften? Er wordt gekeken naar de rol van sancties en de werking van sancties op belastingontduiking wordt nader bekeken.

Overig | Rode draad | Sancties
juli 1997
AA19970490

Het OM en de krijgsmacht

G.L. Coolen

Naar aanleiding van de vervolging van de militair Eric O. wordt er door de schrijver ingegaan op het gebruik van geweld door militairen, vervolging door het OM en de geweldsinstructie.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2005
AA20050358

Het OM gestraft, de verdachte beloond?

J.A. Bomhoff, B. Degelink

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de sanctie van niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bij ernstige schending van rechten van de verdachte en schending van het wettelijk systeem bij strafzaken. De redactieleden betogen dat deze niet-ontvankelijkheid echter niet te snel moet worden ingezet om het openbaar ministerie te sanctioneren bij onrechtmatig handelen.

Opinie | Redactioneel
juli 2001
AA20010525

Het OM in een spagaat

J.M. Reijntjes

De meest in het oog springende taak van het Nederlandse OM is de vervol-ging van strafbare feiten. De officier treedt dan op als openbaar aanklager. Van hem wordt verwacht dat hij – ofschoon hij partij is in het geding – toch onpartijdig blijft en behalve wat tegen de verdachte pleit, ook alles wat voor hem spreekt onder de aandacht van de rechter brengt. Is dat realistisch? Minstens zo belangrijk is zijn optreden bij de opsporing van delicten. Daarbij wordt hij niet alleen geacht het oog te houden op de doelmatigheid, maar ook op de rechtmatigheid van het politieoptreden. Biedt dat een ernstig te nemen waarborg? Kan in redelijkheid van hem worden verwacht dat hij fouten aan het licht brengt, waarvoor hij mede verantwoordelijk is? Er wordt dikwijls aan getwijfeld of van dit alles iets terecht komt. Maar is er een alternatief? En is het eigenlijk wel een probleem?

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050597

Het omgangsrecht van de spermadonor op grond van diens nauwe persoonlijke betrekking met het kind

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 30 november 2007, nr. R06/183HR, ECLI:NL:HR:2007:BB9094, LJN: BB9094 Geschil tussen moeder van door kunstmatige inseminatie verwekt minderjarig kind en spermadonor over de vraag of hij als biologische vader op de voet van artikel 1:377f BW is gerechtigd tot omgang met kind. De Hoge Raad oordeelt dat door bijkomende omstandigheden ook reeds voor de geboorte van het kind een nauwe persoonlijke betrekking kan ontstaan en acht het verzoek ontvankelijk. Het hof heeft de omstandigheden die het daarbij heeft betrokken juist beoordeeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2008
AA20080133