Maandbladartikel

Het diverse publiek van de rechter

M.J. De Boeck, L.G.L. Hartman-Ohnesorge

De afgelopen jaren gaat in toenemende mate aandacht uit naar de begrijpelijkheid van rechterlijke uitspraken. Een rechterlijke uitspraak dient enerzijds juridisch precies en goed gemotiveerd te zijn, maar moet anderzijds ook begrijpelijk zijn voor de (laaggeletterde) lezer. In dit redactioneel plaatsen de auteurs vraagtekens bij de reeds bestaande projecten ten behoeve van begrijpelijkheid. Zij wijzen op het uiteenlopende lezerspubliek van een rechterlijke uitspraak en komen met een voorstel waarmee aan de behoeften van alle lezers kan worden voldaan.

Opinie | Redactioneel
oktober 2022
AA20220731

Het doel van de vennootschap

Aspecten van de voor vennootschappen verplichte doelomschrijving

Th. Groenewald

Post thumbnail

In Nederland kan, in afwijking van de EU-hoofdregel, een vennootschap tegenover derden betogen dat een rechtshandeling in strijd is met haar doel, met als sanctie vernietiging van die rechtshandeling. Gevolg: rechtsonzekerheid en conflicten met andere wetgeving. Doelomschrijvingen kunnen echter wel dienstig zijn voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2015
AA20150993

Het doel van het doel van de rechtspersoon

O. Oost

Post thumbnail In deze aflevering van de Blauwe Pagina’s ‘Liever kwijt dan rijk’ betoogt Olivier Oost dat de regel uit artikel 2:7 BW beter kan worden afgeschaft (met één uitzondering).

Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijk
juni 2023
AA20230396

Het domein van de rechter

J.M. Barendrecht

Column van Barendrecht waarin deze ingaat op de taak en het domein van de rechter in het Nederlandse rechtsbestel in veranderende tijden.

Opinie | Column
maart 2009
AA20090185

Het dossier in opspraak

A. Kristic, D.J. van Leeuwen

In dit redactionele artikel wordt een overzicht gegeven van de blunders en slordigheden van het openbaar ministerie van de afgelopen periode voor wat betreft dossiers en gevoelige informatie.

Opinie | Redactioneel
maart 2009
AA20090149

Het drakenzwaard of: virtuele goederen als vorderingsrecht uit online-contracten

E.D.C. Neppelenbroek

Door het grote succes van zogenaamde 'Massive multiplayer online roleplay games' kon het ook niet uitblijven dat het recht hiermee te maken kreeg. In China is iemand vermoord omdat hij een "drakenzwaard" dat hij virtueel geleend had, doorverkocht had. Deze virtuele artikelen blijken veel geld waard te kunnen zijn, maar hoe zit het nu met de eigendomsrechten op dit soort ontastbare goederen?

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2006
AA20060024

Het Duitse hondenuitlaatgebod: maatgevend voor het Nederlandse dierenwelzijnsrecht of te gek om los te lopen?

C.W. Ripmeester, J. Staman

Post thumbnail Medio augustus 2020 lanceerde de Duitse bondsminister van Voeding en Landbouw Julia Klöckner een aantal wijzigingen in de regelgeving voor particuliere hondenbezitters. Een opvallende is een concreet geformuleerde ‘uitlaatplicht’ voor hondenbezitters. Zou zo’n verplichting in onze dierenwelzijnswetgeving passen en van waarde kunnen zijn?

Opinie | Opiniërend artikel
april 2021
AA20210368

Het eerste arrest over steunverlening aan de banken gedurende de financiële crisis

P.J. Slot

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 2 maart 2012, gevoegde zaken T-29/10 en T-33/10, ECLI:EU:T:2012:98 (Koninkrijk der Nederlanden (T-29/10) en ING Groep NV (T-33/10) t. Europese Commissie)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2012
AA20120465

Het EG-anti-dumpingsbeleid, de Japanse Antimonopoly Law en het vrijhandelsprincipe

W. Stappers

De handelsrelatie tussen Europa en Japan is gespannen. Aan de ene kant voelen Europese producenten zich in hun bestaan bedreigd door de overmatige export van Japanse producten naar Europa en aan de andere kant is er heftige kritiek op de ontoegankelijkheid van de Japanse markt voor buitenlandse (Europese) producten. Hoewel de Europese- en Japanse overheden met de ondertekening van de Algemene Overeenkomst voor Tarieven en Handel het vrijhandelsprincipe hebben aanvaard, hebben zij zich ter bescherming van hun nationale producenten laten verleiden tot protectionistische handelswijzen. Dit protectionisme komt onder andere tot uiting in de manier waarop de EG-anti-dumpingwetgeving en de Japanse Antimonopoly Law gehanteerd worden.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1992
AA19920561

Het EHRM slaat geen nieuwe piketpaaltjes in het relatierecht.

Geen schending artikel 8 EVRM door beperking van het verschoningsrecht tot formele relaties

W.M. Schrama

Post thumbnail Het Nederlandse strafprocesrecht kent in artikel 217 aanhef en onder 3 Sv alleen een verschoningsrecht toe aan bloed- of aanverwanten in de rechte lijn en in de zijlijn tot in de derde graad en aan de (voormalig) echtgenoot of (voormalig) geregistreerd partner, maar niet aan informele samenleefrelaties. Ongehuwd samenlevende partners moeten dus getuigen, ook als dat strafrechtelijk gezien in het nadeel van hun partner is. Een zaak waarin dit zich voordeed is voorgelegd aan het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, dat in april 2012 uitspraak heeft gedaan. Deze beslissing staat in dit artikel centraal.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2013
AA20130281

Het einde van de bestuursrechtelijke ne bis in idem-rechtspraak

A.T. Marseille

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 23 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3131, nr. 201502095/1/A3

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2017
AA20170321

Het einde van de joint venture

W.J. Slagter

Er kunnen redenen zijn om een einde te maken aan de in de joint venture belichaamde samenwerking. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan onoplosbare verschillen van inzicht, opzegging door de ene joint venture-partner omdat de andere partner wordt overgenomen of opzegging door een van beide partners in verband met de verliesgevendheid van de joint venture-onderneming. In dit artikel komt aan de orde op welke wijze in de joint venture-overeenkomst hiermee rekening kan worden gehouden. Daarbij zal onder andere aandacht worden besteed aan de 'shot gun'-clausule.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950401