Resultaat 3109–3120 van de 7242 resultaten wordt getoond
D. Roef
Het belang van de neurowetenschappen neemt in het recht snel toe. Zo wordt in strafzaken steeds meer gebruik gemaakt van neurobiologische informatie voor het bepalen van de toerekeningsvatbaarheid. Maar betekent dit nu ook dat de fundamenten van het strafrecht, zoals schuld en wilsvrijheid, slechts verzinsels zijn, zoals sommige hersenonderzoekers beweren?
Opinie | Amuseoktober 2014AA20140698
J.P. Dikker
Telkens wanneer de media aandacht besteden aan een rechtszaak die ouders tegen de school van hun kind hebben aangespannen voor schijnbaar klein leed, wordt vaak klakkeloos de conclusie getrokken dat in het onderwijs een claimcultuur heerst. In dit artikel wordt aan de hand van een beschrijving van de rechtsbescherming van onderwijsdeelnemers en een inventarisatie van de meest voorkomende vorderingen die tegen onderwijsinstellingen worden ingesteld, onderzocht of in het onderwijs van een claimcultuur kan worden gesproken.
Verdieping | Verdiepend artikeloktober 2019AA20190765
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 15 september 1993, nrs. 27265 en 27266, ECLI:NL:HR:1993:ZC5447, BNB 1993/342 en 343 Uitspraak van de Hoge Raad en bijbehorende noot in welke uitspraak de Hoge Raad de volgende rechtsregel formuleert: De verkoop van aandelen in een kasgeldvennootschap leidt niet tot heffing van dividendbelasting.
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 1994AA19940115
P.J.J. van Buuren
Artikel 173a van de Wet geluidhinder waarborgt voor de totstandkoming van zo'n algemene maatregel van bestuur (amvb) een inspraakmogelijkheid voor een ieder en biedt tevens aan de beide kamers der Staten-Generaal de bevoegdheid te bewerkstelligen dat over de instelling van een heffing niet door de Kroon bij amvb, maar door de wetgever in formele zin zal worden besloten.
mei 1983AA19830442
A.A.H. van Hoek
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Grote kamer) 15 maart 2011, zaak C-29/10, ECLI:EU:C:2011:151 (Heiko Koelzsch/Groothertogdom Luxemburg) In dit arrest krijgt het Hof van Justitie EU voor het eerst de gelegenheid om artikel 6 lid 2 EVO uit te leggen. Deze bepaling, die inmiddels is vervangen door het grotendeels gelijkluidende artikel 8 lid 2 t/m 4 van de Rome I Verordening, heeft betrekking op het toepasselijke recht op internationale arbeidsovereenkomsten. Het recht dat van toepassing is in afwezigheid van een rechtskeuze door partijen (het objectief toepasselijke recht) moet volgens het Hof worden gevonden door te onderzoeken of er een land is aan te wijzen waar of van waaruit de werknemer de bedongen arbeid daadwerkelijk verricht. Het Hof bepaalt in dit arrest dat deze hoofdregel ook van toepassing is op de arbeidsovereenkomst van chauffeurs in het internationale wegtransport en geeft vervolgens een indicatie met welke factoren de rechter in dat geval rekening moet houden. Op het eerste gezicht biedt deze uitspraak weinig nieuws: Het Hof van Justitie trekt slechts de lijn door die was ontwikkeld in de rechtspraak ten aanzien van de bevoegdheid in arbeidszaken. Nadere analyse leert echter dat de uitspraak verstrekkende gevolgen kan hebben voor de bescherming van werknemers in het internationale transport.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2011AA20110650
E.H. Hondius
Ewoud Hondius schrijft over de heldere boekaankondigingen die hij vorige maand in Ars Aequi las.
Opinie | Columnapril 2013AA20130280
F.S. Bakker, M. Samadi
Ars Aequi sprak met mr. Heleen Kersten. Zij werkt sinds het afronden van haar rechtenstudie als advocaat bij Stibbe, werd in 1997 partner en in 2008 managing partner bij dit kantoor. Daarnaast is zij sinds 2007 commissaris bij Egeria en sinds 2011 commissaris bij Van Lanschot. Wij stelden haar vragen over haar studie, carrière, een bijzondere juridische ervaring en over mogelijke tips voor de huidige student.
Blauwe pagina's | Bijzondere juridische ervaringenjanuari 2014AA20140004
M.L. Tuil
Een opvallend verschil tussen een civiele procedure in Nederland en in het buitenland wordt gevormd door de ruime mogelijkheid om in een Nederlandse procedure conservatoir beslag te leggen. Deze ruime mogelijkheid van beslaglegging vormt al jaren een onderwerp van academisch debat. Het is daarom bijzonder gelukkig dat onlangs een uitgebreid onderzoek naar de praktijk van het conservatoir beslag is verschenen.
Opinie | Opiniërend artikelfebruari 2011AA20110098
I. Huls
Als bijlage bij de justitiebegroting voor 1985 is het Jaarverslag van het Openbaar Ministerie (OM) over 1983 gevoegd. Dit jaarverslag over 1983 staat in het teken van een heroriëntatie op de positie van het OM ten aanzien van de strafrechtelijke handhaving. Het eerste deel van dit artikel zal een algemene beschrijving inhouden van dit jaarverslag. Omdat de herbezinning vooral toegespitst is op het sepot beleid en op het politiesepot in het bijzonder, zal de auteur hier in het bijzonder op ingaan.
februari 1985AA19850077
A. Soeteman
In dit artikel wordt ingegaan op de werking van rechtsbeginselen voor het positieve recht. De auteur betoogt dat door de rechtsbeginselen het verschil tussen rechtspositivisme en natuurrecht verdwenen is. Er wordt in dit artikel in gegaan op de kenbaarheid en de reden van beginselen. In het artikel komt met name duidelijk naar voren wat de belangrijkste verschillen zijn tussen regels en beginselen.
Bijzonder nummer | Rechtsbeginselenoktober 1991AA19910744
G.A.M. Strijards
Milieuramp. Aansprakelijkheid van ondernemer voor gevolgen op de ‘omgeving’.
Perspectief | Rechtsvraagnovember 1982AA19820676
K.J. de Graaf, A.T. Marseille
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 29 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1694, nr. 201802496/1/A1, AB 2019/302 m.nt. L.J.A. Damen, JB 2019/124 m.nt. C.L.G.F.H. Albers
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 2019AA20190999