Maandbladartikel

De internationaal strafrechtelijke grenzen en dilemma’s van ondervragingstechnieken

G.G.J. Knoops

Ook tijdens de recente Brits-Amerikaanse militaire interventie in Irak is de vraag gerezen naar de juridische maar ook morele grens van het ondervragen van personen die tijdens dit conflict krijgsgevangen werden genomen, waaronder een aantal hooggeplaatste militairen van het voormalig Irakese bewind.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2003
AA20030634

De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, in het bijzonder in zaken van echtscheiding en alimentatie

C.C.A. Voskuil

Dr.dr.he.mr. C.C.A. Voskuil promoveerde op 9 juli 1962 te Amsterdam met het onderwerp 'De internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter, in het bijzonder in zaken van echtscheiding en alimentatie'.

december 1985
AA19850776

De internationale openbare orde; promotor van internationale handelsarbitrage

E. Krom

In dit artikel wordt nader ingegaan op de functie en de inhoud van het begrip 'internationale openbare orde' om daarmee aan te tonen dat Nederland als plaats van arbitrage aantrekkelijker wordt indien in het wetsontwerp naast de nationale openbare orde ook de 'internationale openbare orde' genoemd wordt.

maart 1986
AA19860179

De interne markt en het auteursrecht

H. Cohen Jehoram

Binnen de EG zijn in het Witboek en in het Green Paper on Copyright and the Challenge of Technology — Copyright Issues Requiring Immediate Action voorstellen gedaan voor een harmonisering van het Europese auteursrecht. De auteur gaat op deze voorgestelde harmonisatie in nadat deze heeft blootgelegd wat de verschillen in auteursrechtwetgeving in de verschillende lidstaten voor schadelijke gevolgen hebben.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890400

De interne rechtspositie van de ter beschikking gestelde; Interim-rapport commissie Haars

I. Huls

Hoewel de voorbereiding van een wetsontwerp betreffende de maatregel TBR in een vergevorderd stadium verkeert blijft een zeer essentieel onderwerp hierin onbesproken. De auteur doelt hierbij op de rechtspositie van de TBR gestelde binnen de inrichtingsmuren, de zogenaamde interne rechtspositie. Reden genoeg om een commissie (naar haar voorzitster de commissie Haars genoemd) in te stellen die tot taak kreeg een wettelijke regeling van deze interne rechtspositie voor te bereiden. In het artikel bespreekt de auteur de voorstellen die de commissie Haars doet in haar interim-rapport en wordt bekeken of de achterstand in rechtspositie van TBR gestelden nu enigszins wordt ingehaald.

oktober 1985
AA19850537

De intieme overtuiging van de rechter

E.H. Hondius

In deze column schrijft Ewoud Hondius over Tanguy Viels roman ‘Article 353 de Code pénal’.

Opinie | Column
juni 2020
AA20200538

De intrekking van de Wet raadgevend referendum

T.C. Borman, H.M.B. Breunese

Op 1 juli 2015 trad de Wet raadgevend referendum (Wrr) in werking. Net iets meer dan drie jaar later, op 12 juli 2018, viel het doek alweer voor deze wet. Op die datum trad de wet tot intrekking van de Wrr in werking. De intrekking van de Wrr is de zoveelste episode in de Nederlandse referendumdiscussie. In dit artikel laten Tim Borman en Henk-Martijn Breunese eerst de eerdere episodes in deze discussie de revue passeren. Daarna beschrijven zij het procedurele verloop van het intrekkingswetsvoorstel en de inhoud van de intrekkingswet. Tot slot komen ook het uitsluiten van de referendabiliteit van de intrekkingswet en het overgangsrecht aan bod.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2019
AA20190308

De introverte en de extraverte rechtsgrond van het actief personaliteitsbeginsel

C.H.M. Verdaas

Aan een veroordeling door de Nederlandse rechter gaat altijd de vraag naar de strafmacht vooraf. Heeft Nederland geen strafmacht, dan is een veroordeling onmogelijk. Strafmacht kan zijn gebaseerd op verschillende gronden. In dit artikel staat één grond in het bijzonder centraal: de persoonlijke hoedanigheid van de dader. Deze kan zijn gelegen in diens nationaliteit, maar ook in andere persoonlijke hoedanigheden. Hoe deze strafmachtsgrond in het Strafgesetzbuch (StGB) van de Bondsrepubliek Duitsland en in het Wetboek van Strafrecht van Nederland tot uitdrukking is gebracht, zal in dit artikel worden bekeken. Daarbij zal ruime aandacht worden geschonken aan de rechtsgrond van het actief personaliteitsbeginsel.

juli 1984
AA19840377

De invloed van de Data Act op de verschuivende balans tussen gegevensbescherming en het vrije verkeer van data

P.T.J. Wolters

Post thumbnail De Data Act leidt op zichzelf niet tot een duidelijke versterking van het vrije verkeer van data. Zij creëert net als de Data Governance Act vooral kaders. De verplichtingen om deze kaders te gebruiken, zijn relatief beperkt. De Data Act creëert daarom vooral een brede basis waarop andere instrumenten kunnen voortbouwen.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2023
AA20230025

De invloed van de Japanse denkwijze op het Japanse constitutionele recht

T. de Wit

In dit artikel wordt ingegaan op de wijze van het Japanse denken op het constitutionele recht aldaar. Japan heeft Westers recht overgenomen. Deze overname en met name de wijze waarop dit recht vervolgens wordt toegepast, is pas te begrijpen vanuit het oogpunt van de Japanse denkwijze. Naast de Japanse denkwijze wordt er ingegaan op de grondtrekken van de Japanse samenleving.

Verdieping | Studentartikel
september 1991
AA19910609

De invloed van de jonge Dickens op recht en wetgeving

J.H.A. Lokin

Onderstaand artikel behandelt de vraag welke schrijver het meeste invloed heeft gehad op recht en wetgeving, waarbij men niet moet denken aan literatuur die direct tot rechtzaken heeft geleid, maar literatuur die problemen aan de kaak stelt.

Overig | Rode draad | Recht en literatuur
oktober 2004
AA20040711

De invloed van de rechtswetenschap op de ontwikkeling van het Anglo-Amerikaanse recht

J.M. van Dunné

In een common law-stelsel neemt de rechtspraak een centrale plaats in bij de ontwikkeling van het recht, met de rechter als krachtfiguur die de dienst uitmaakt. Vrij algemeen wordt aangenomen dat in het Engelse recht opvattingen van schrijvers weinig gewicht in de schaal leggen en in de rechtszaal zelfs niet aangehaald mogen worden: de non-citation rule. In de afgelopen decennia is die regel echter in onbruik geraakt en is de wisselwerking tussen rechtspraak en rechtswetenschap tot bloei gekomen. Op dit punt valt veel van het Engelse recht te leren.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980387