Maandbladartikel

De illusionaire zekerheid van de rechtspraak

Interview met prof.mr. J.C.M. Leijten

E. Florijn, B. Oosting

Jan Leijten werd in 1926 in Etten geboren. Na zijn rechtenstudie werd hij assistent bij de rechtenfaculteit(strafrecht en civiel recht) van de Universiteit te Nijmegen. Daarna vestigt hij zich gedurende bijna tien jaar als advocaat aldaar. Na een carrière binnen de rechterlijke macht en als hoogleraar Inleiding en Algemene Rechtsleer aan de Universiteit te Nijmegen werd hij in 1981 Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden. Tevens is hij werkzaam als buitengewoon hoogleraar burgerlijk procesrecht aan de Universiteit te Nijmegen. Reeds tijdens zijn studententijd had professor mr. J.C.M. Leijten de liefde voor de taal opgevat, wat resulteerde in twee dichtbundels. Meer recentelijk publiceerde hij een derde: 'Het malle luchtkasteel' (1974). Ook zijn conclusies als A-G onderscheiden zich door een helder en tegelijkertijd kleurrijk taalgebruik. Naast zijn literaire en professionele geschriften timmert professor mr. J.C.M. Leijten aan de weg als publicist. Hij is sinds 1971 redacteur van het Nederlands Juristenblad en daarnaast een veelgevraagd inleider. In zijn samenvattingen geeft hij blijk van een betrokken kijk op het recht: 'achter rechtsregels zit de samenleving, zit een hart, allemaal mensen die door elkaar heen krioelen.' In dit interview wordt onder meer aandacht besteed aan de ideeën van professor J.C.M. Leijten met betrekking tot rechtvindingstheorieën, de introductie van een 'dissenting opinion' bij de Hoge Raad en de overstap van Advocaat-Generaal mr. J.K. Franx naar de advocatuur.

Verdieping | Interview
april 1990
AA19900213

De implementatie van de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht

S.S. Zoeteman

Op 26 november 2014 is de richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht vastgesteld (hierna: de richtlijn). De richtlijn bevat regels over schadevergoedingsvorderingen wegens inbreuken op het mededingingsrecht van de Europese Unie. Bij de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn privaatrechtelijke handhaving mededingingsrecht op 10 februari 2017 is de richtlijn omgezet in nationaal recht. In deze bijdrage worden de voornaamste veranderingen besproken die de Implementatiewet heeft teweeggebracht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2017
AA20170440

De implementatie van het volgrecht: leuker kunnen we het niet maken, ook niet makkelijker

A. Ott

In deze opinie gaat de auteur in op het auteursrechtelijke volgrecht.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2005
AA20050933

De Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten

L. Hoppe

In dit artikel wordt stilgestaan bij de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten. Deze wet is op 9 juli 2015 in werking getreden. Door deze wet is de Europese richtlijn buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten geïmplementeerd. Tegelijk met deze richtlijn is de Europese Verordening ‘online’-geschillenbeslechting consumenten tot stand gebracht. Beide regelingen zien op alternatieve geschillenbeslechting in consumentenzaken.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 2015
AA20151003

De Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt

C.B. van der Net

In deze wetgevingsbijdrage gaat Cyril van der Net in op de Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt. De richtlijn beoogt tegemoet te komen aan de snelle technologische ontwikkelingen die veranderingen hebben gebracht in de manier waarop werken en andere materialen worden gecreëerd respectievelijk geproduceerd en geëxploiteerd, en is door Nederland als eerste lidstaat geïmplementeerd.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2021
AA20210619

De in het Nieuw BW-traject verloren eenheid en samenhang van het ondernemingsrecht behoeft herstel

M.J.G.C. Raaijmakers

Post thumbnail Na ruim 30 jaar stopt Theo Raaijmakers als annotator van Ars Aequi. In dit artikel schrijft hij over zijn carrière, vanaf zijn redacteurschap bij Ars Aequi. Maar natuurlijk schrijft hij ook over het ondernemingsrecht (vanaf 1947), en over het gebrek aan samenhang en eenheid daarin. Op naar een Wetboek Ondernemingsrecht?

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2020
AA20201132

De Inleidende Titel van het NBW

Zijn wetgevingsgeschiedenis alsmede de gevolgen daarvan voor de huidige Wet Algemene Bepalingen*

J. Pel

In Meijers' oorspronkelijke opzet zou het nieuw Burgerlijk Wetboek door een Inleidende Titel vooraf worden gegaan. Deze titel zal er niet komen. Zijn wetgevingsgeschiedenis is echter uit rechtstheoretisch oogpunt het kennisnemen waard en kan ons bovendien iets leren voor de thans nog steeds in werking zijnde Wet houdende Algemene Bepalingen (wet van 15 mei 1829).

december 1986
AA19860733

De inningsbevoegdheid van de pandhouder van een vordering

R.M. Wibier

Hoge Raad 21 januari 2014, nr. 13/02185, ECLI:NL:HR:2014:415 (Immun Age/Neo-River)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2015
AA20150126

De Innovatiewet Strafvordering: het eerste spoor van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

R.J. Verbeek

Op 21 juni 2022 heeft de Eerste Kamer de Innovatiewet Strafvordering aangenomen. Daarmee is de eerste wet uit het recent gepresenteerde sporenoverzicht in het kader van het nieuwe Wetboek van Strafvordering tot stand gekomen (Stb. 2022, 276). De wet is 1 oktober 2022 in werking getreden (Stb. 2022, 362). In deze bijdrage wordt allereerst kort ingegaan op de stand van zaken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de totstandkoming van de Innovatiewet Strafvordering en de vijf onderdelen die deel uitmaken van deze nieuwe wet. Tot slot wordt een blik op de nabije toekomst geworpen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2022
AA20220802

De interactie tussen rechtspraak in tuchtzaken en civiele zaken

J.H. van Dam-Lely

Post thumbnail

De mogelijkheid dat tegen een (tekortkomende) beroepsbeoefenaar zowel een klacht kan worden ingediend als een civielrechtelijke vordering kan worden ingesteld, roept vragen op. Hoe verhouden de procedures zich ten opzichte van elkaar? Staat met een gegronde klacht de civielrechtelijke aansprakelijkheid vast? Welke invloed kan het civiele recht op tuchtrechtelijke normen hebben? Hoe zit het met de bevoegdheid van een tuchtrechter tot het opleggen van schadevergoeding?

Bijzonder nummer | Tuchtrecht
juli 2016
AA20160499

De Interimwet Bodemsanering

A. van Tilborg

Heel Nederland is langzaam veranderd in een grote gifbelt. Van Rijkswege is de Interimwet Bodemsanering tot stand gekomen, om snel iets aan de ernstige gevallen te doen. In de praktijk blijkt echter dat die snelheid door een aantal knelpunten veranderd is in een slakkengang. In het artikel wordt verder ingegaan op enkele knelpunten, na eerst een historisch overzicht en een schets van de wet gegeven te hebben.

juni 1984
AA19840297

De internationaal privaatrechtelijke openbare orde en buitenlandse adopties: een praktijkgeval

A.G. Castermans, R. Notermans

In het artikel komen aan de orde: de casus; ip-rechtelijke verwijzingsregels; de Neder­landse ip-rechtelijke openbare orde in het algemeen; haar positieve en negatieve werking; de casus getoetst aan artikel 6 AB en het domiciliebeginsel; conclusies en een - sombere - blik in de toekomst van adoptiewetgeving.

oktober 1985
AA19850527