Vind een bijzonder nummer Kies het jaar of thema van het bijzonder nummer en ga naar de aflevering. 2024 – Reizen naar Recht2023 – Kunst & Recht2022 – Recht & Natuur2021 – Crisis!2020 – Concurrentie2019 – Privacy2018 – De eigendom voorbij2017 – Autonomie2016 – Tuchtrecht2015 – Recht & taal2014 – Duits recht2013 – Privatisering van het strafrecht2012 – Zoeken naar hiërarchie2011 – Gezondheidsrecht2010 – Bewijs2009 – Oorlog & recht2008 – Internet & recht2007 – Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap2005 – Krom~recht, over misstanden in het recht2004 – De rechtsstaat Nederland2003 – Recht & Religie2002 – Buiten de rechter om2001 – De toekomst van de Europese integratie2000 – Vreemdelingenrecht1999 – Water1998 – Anglo-Amerikaans recht1997 – De derde in het recht1996 – Rechtsharmonie - Wetsharmonie1995 – Joint Ventures1994 – Rechtsvergelijking1993 – Vervoersrecht1992 – Rechter en politiek1991 – Rechtsbeginselen1990 – Rechtseconomie1989 – Europa 19921988 – Ouderenrecht1984 – Literatuur en recht1970 – Het zwarte nummer Vind Bijzonder nummer Deeplink naar deze pagina: https://arsaequi.nl/bijzondernummer/2014_duits-recht Bijzonder nummer 2014 – Duits recht ‘Die Zeit in Gedanken erfaßt’Hegel en Thorbecke over het recht, de staat en de geschiedenis L. van den Berge Als geen andere staatsman geldt Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872) als een ‘filosoof in de politiek’. Over de wijsgerige achtergronden van zijn politieke optreden is dan ook veel gepubliceerd. De verhouding tussen het denken van Thorbecke met dat van Hegel is daarbij sterk onderbelicht. Dat komt waarschijnlijk onder andere doordat Thorbecke zich in enkele dagboekaantekeningen sterk tegen Hegel en zijn volgelingen verzette. Veel biografisch georiënteerde onderzoekers lieten de verhouding tussen de ideeën van Hegel en die van Thorbecke daarom ongeëxploreerd. Maar of Thorbecke zich nu tegen Hegel afzette of niet: dat hun beider visies op het recht, de staat en de geschiedenis behalve enkele verschillen vooral ook opmerkelijke gelijkenissen vertonen is evident. Een nadere bestudering hiervan vergroot ons inzicht in de wijze waarop Thorbecke een conservatief-liberaal rechtsfilosofisch kader schiep waarbinnen het recht en de staat zonder revolutionair geweld konden worden vernieuwd. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140525 Ars Aequi juli-augustus 2014 Bijzonder nummer 'Duits recht' Download de pdf Bekijk alle artikelen De invloed van Duits recht op de grondrechten en het denken over grondrechten in Nederland na 1945 R. de Lange Op het gebied van de grondrechten heeft Duits recht de afgelopen tientallen jaren betekenis gekregen als inspiratiebron, zowel in de doctrine als in de rechtspraak. Hoe groot de invloed van Duits recht is, is moeilijk te meten. In dit artikel worden enkele voorbeelden besproken die suggereren dat Nederlandse juristen er verstandig aan doen kennis te nemen van het werk van hun Duitse collega’s. De voorbeelden betreffen het algemeen persoonlijkheidsrecht, het onderscheid tussen reikwijdte en beperkingsmogelijkheden van grondrechten, en het evenredigheidsbeginsel. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140576 De invloed van het Bürgerliches Gesetzbuch (1900) op de Nederlandse beoefening van het privaatrecht in de eerste decennia van de 20e eeuw C.J.H. Jansen Het Bürgerliches Gesetzbuch heeft na zijn afkondiging op 1 januari 1900 een niet te onderschatten invloed uitgeoefend op het begin 20e-eeuwse Nederlandse burgerlijk recht (zaken-, overeenkomsten- en buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht). Dit was geen nieuw verschijnsel. Het Duitse recht vormde al vanaf de 19e eeuw een inspiratiebron voor Nederlandse juristen. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140516 Een Neder-Duitse hybrideDe verdeling van de bewijslast in de zin van bewijsrisico volgens artikel 150 Rv W.D.H. Asser Bewijsrisicoverdeling verlangt objectieve criteria. De hoofdregel van artikel 150 die verwijst naar de toepasselijke materiële rechtsregels, is Duits. De op de eisen van redelijkheid en billijkheid gebaseerde uitzondering is wel typisch Nederlands maar sluit met zijn basis in het ongeschreven objectieve recht aan bij de theoretische grondslag van de hoofdregel. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140536 Een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaardDe erfenis van Friedrich Carl von Savigny J.H. Nieuwenhuis Friedrich Carl von Savigny (1779-1861) is de ontwerper van het Bolletje/Bolletje-model van de rechtshandeling: een op rechtsgevolg gerichte wil (‘Ik wil Bolletje’) die zich door een verklaring (‘Ik wil Bolletje’) heeft geopenbaard. Een opstel van Meijers uit 1921, De grondslag der aansprakelijkheid bij contractueele verplichtingen, bevat het bestek van de ‘wilsvertrouwensleer’ die ten grondslag ligt aan de artikelen 3:33 en 3:35 BW. Een andere visie verdient de voorkeur: ‘Ik wil Bolletje’ niet opgevat als wilsverklaring, maar als normatieve taaldaad. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140545 Ein gegenwärtiges Anliegen der AllgemeinheitOver het evenredigheidsbeginsel en de vervolgingsbeslissing W. Geelhoed De beslissing om vervolging in te stellen heeft een grote impact. Hoe voorkom je onevenredigheid daarin? Wordt daarbij gekeken naar de ernst van het gepleegde feit of naar te behalen strafdoelen? Het Duitse strafrecht verwerkt het evenredigheidsbeginsel op een heel andere manier in de vervolgingsbeslissing dan het Nederlandse strafrecht. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140560 Het onovertroffen Duitse privaatrecht E.H. Hondius Van alle stelsels van privaatrecht in Europa is dat van Duitsland het meest ontwikkeld. De constitutionalisering van het privaatrecht, het gebruik van open normen, de introductie van een algemeen deel – het zijn Duitse ontwikkelingen die Nederland en andere landen ten voorbeeld strekken. De hoge kwaliteit van het Duitse recht is voor een belangrijk deel te danken aan de doctrine, die hierbij voortbouwt op het habilitatiestelsel en op een reeks voortreffelijke juridische periodieken. Het is alleen de taal die aan een grotere uitstraling in de weg staat. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140551 Tussen dogmatiek en pragmatisme J.J.J. Sillen Rechters maken dikwijls afspraken over de invulling van hun toekomende beslissingsruimte. Soms zijn die afspraken volgens de Hoge Raad bindend. In de literatuur wordt wel gesteld dat die binding strijdig is met de interne rechterlijke onafhankelijkheid. Anders dan in Nederland is die onafhankelijkheid in Duitsland een harde rechtsregel. Verhindert deze dat Duitse rechters gehouden zijn rechtersregelingen toe te passen? Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140569 Waarom Duits recht?Aggregerende bijdrage A.M. Hol In de rechtsvergelijking is het Duitse recht niet populair. Is dit omdat men de taal niet machtig is? Is het door de ervaringen rond de Tweede Wereldoorlog? Dit Bijzonder nummer maakt duidelijk dat het Duitse recht voor Nederlandse juristen een belangrijke inspiratiebron is of kan zijn voor een beter begrip en de ontwikkeling van het nationale recht. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140586 Woord vooraf ‘Duits recht’Bijzonder nummer 'Duits recht' R. de Graaff, M. Neekilappillai, J. Streefkerk, J.J. Valk, E.F. Verheul In dit woord vooraf legt de redactie uit waarom het Bijzonder nummer 2014 het thema ‘Duits recht’ heeft gekregen en stipt zij kort aan welke onderwerpen aan bod zullen komen. Bijzonder nummer | Duits rechtjuli 2014AA20140510