Vind een Maandblad-aflevering
Kies de maand en het jaar waarin het nummer dat je zoekt is verschenen en ga naar de aflevering.
* Van 2012 tot en met heden vind je naast de artikelen van de betreffende maand ook het volledige nummer integraal.
* Vóór 2012 vind je per nummer alleen de losse artikelen die in dat nummer zijn verschenen en kun je niet het volledige nummer integraal bekijken.
Maandblad juni 2024





Het debat over de financiering van politieke partijen richt zich de laatste jaren met name op de donaties die partijen ontvangen. Partijen verzinnen echter inventieve manieren om met het ontplooien van commerciële activiteiten voor aanvullende inkomsten te zorgen. Deze bron van inkomsten is, zowel in de juridische literatuur als bij de totstandkoming van financieringsregels voor politieke partijen, vooralsnog onderbelicht gebleven. Deze bijdrage beschrijft de voor- en nadelen van inkomsten uit commerciële activiteiten en bepleit dat de huidige regelgeving daaromtrent aanpassing behoeft.

De auteur onderzoekt of de eigen woning die momenteel wordt belast in box 1 van de inkomstenbelasting belast moet worden en, zo ja, of de huidige vormgeving wel de juiste is. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de zogenoemde Bouwstenennotitie waarin enkele alternatieven zijn opgenomen en naar het voorstel om box 3 om te bouwen naar een vermogensmutatiebelasting, waarnaar tevens de heffing ter zake van de eigen woning zou kunnen worden overgeheveld. Een aantal varianten is verdedigbaar, aldus de auteur.
Onderneming en staat hebben meer gemeen dan op het eerste oog lijkt. Dat geldt
ook voor het ondernemingsrecht en het staatsrecht. Beide zijn organisatierecht. Waar
kunnen deze rechtsgebieden elkaar vinden?
Deepfake pornografie is een vorm van seksueel misbruik met beeldmateriaal en valt terecht onder artikel 139h Sr. Pornografische deepfakes zijn conceptueel gelijk aan andere ‘wraakporno’. Artikel 139h Sr kan verbeterd worden door het een seksueel misdrijf te maken en de mens rea te wijzigen in ‘intentie tot maken/verspreiden van seksueel beeldmateriaal, en nalatigheid met vaststellen van de toestemming van afgebeelde personen daarvoor’.
In deze bijdrage keer ik mij tegen de opvatting dat het verschil tussen bezit en houderschap gelegen is in het feit dat een bezitter een (naar buiten blijkende) wil heeft om de zaak voor zichzelf te houden. In plaats daarvan is bepalend of sprake is van een rechtsverhouding, die meebrengt dat de houder niet voor zichzelf, maar voor een ander houdt.
Hoe ontwikkelen carrière-oriëntaties van rechtenstudenten zich tijdens de studie en hoe verhouden zij zich tot de morele en maatschappelijke dimensies van het recht? Streven zij naar maatschappelijke relevantie of sorteren zij voor op het dienen van private belangen? In Angelsaksische landen is best wat onderzoek gedaan naar dit onderwerp, in Nederland nauwelijks. Op basis van longitudinaal empirisch onderzoek onder bachelorstudenten in Rotterdam (110 interviews) plus interviews met docenten wrikken wij deze ‘black box’ een stukje open.