Bijzonder nummer ‘Recht & Natuur’

Voor het Bijzonder Nummer 2022 heeft de redactie van Ars Aequi gekozen voor het thema ‘Recht & Natuur’. De verhouding tussen de mens en de natuur is een thema van alle tijden, ook in het recht. Vraagstukken omtrent klimaatverandering, biodiversiteit, natuurbehoud en verduurzaming komen terug in alle rechtsgebieden. Dit Bijzonder Nummer bevat bijdragen over enkele van deze vraagstukken en laat de veelzijdigheid van het debat over de onderlinge relatie tussen recht en natuur zien.

Het Bijzonder Nummer wordt geopend met een bijdrage van Sander Kole. Tegenwoordig gaat bij de uitleg en toepassing van het omgevingsrecht veel aandacht uit naar de bescherming van natuurgebieden en naar de regulering van economische activiteiten in en rond deze gebieden. Er is een tijd geweest waarin natuurgebieden en het natuurbeschermingsrecht nog niet bestonden. In zijn bijdrage gaat Kole in op de geschiedenis van de bescherming van natuurgebieden in Nederland, alsmede op de wijzigingen die in de loop der tijd hierbij zijn opgetreden.

In het verleden ontbrak het niet alleen in Nederland aan natuurbescherming door het recht, maar bestond op dit vlak ook internationaal gezien weinig bindende regelgeving. Een van de lacunes was de gebrekkige bescherming van bossen. Om dit gat te vullen en gehoor te geven aan de roep vanuit de Glasgow-conferentie van 2021 om bossen beter te beschermen, heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend om de zogeheten Ontbossingsverordening in te voeren. Natalie Dobson onderzoekt de rol van de Europese Unie als bossenwaakhond en de spanning die de Ontbossingsverordening oplevert in het kader van de verdeling van lasten en verantwoordelijkheden zoals voorgestaan door de Overeenkomst van Parijs uit 2015.

Om in de komende decennia de klimaatdoelstellingen te kunnen realiseren, is effectieve klimaat- en energiewetgeving, die bijdraagt aan een tijdige reductie van CO2-emissies, essentieel. De huidige wetgeving schiet hierin, evenals wetgevingsvoorstellen die op dit moment in de pijplijn zitten, tekort. Marjolein Dieperink verkent hoe de wetgever op een betere manier zijn essentiële rol op het vlak van klimaat en energie kan waarmaken. Daartoe gaat zij in op een projectgerichte aanpak, het creëren van samenhang door het benoemen van overkoepelende principes en het maken van maatwerkafspraken als tussenoplossing.

In Europa bestaan geen onafhankelijke, op zichzelf staande, gespecialiseerde milieurechtbanken met uitgebreide jurisdictie. Er zijn wel de facto gespecialiseerde kamers of afdelingen binnen de algemene en (voornamelijk) de administratieve rechtbanken, omdat milieuzaken systematisch naar die kamers onderscheidenlijk afdelingen worden verwezen. Daarmee loopt Europa niet in de pas met de globale trend. Luc Lavrysen & Farah Bouquelle betogen dat de benodigde specialisatie binnen de bestaande rechtbanken alleen structureel en op de lange termijn kan worden gewaarborgd als zij in de wet wordt verankerd en verplicht is.

Tot op heden hebben staten niet ten volle gebruikgemaakt van de bestaande internationale juridische mechanismen om ambitieuzere klimaatactie te bevorderen of af te dwingen. Een recente campagne van actievoerende jongeren richt zich op het verkrijgen van een advies van het Internationaal Gerechtshof over klimaatverandering en mensenrechten. Zo’n advies kan meer duidelijkheid bieden over de verplichtingen van staten om huidige en toekomstige generaties tegen gevaarlijke klimaatverandering te beschermen. Margaretha Wewerinke-Singh & Aoife Fleming beargumenteren dat een verzoek om een advies van het Internationaal Gerechtshof een instrument kan zijn om progressiever klimaatbeleid te bewerkstelligen.

De Europese Commissie ziet in een toename van dwingendrechtelijke consumentenbescherming een manier om de in de European Green Deal aangekondigde ‘groene transitie’ te bewerkstelligen. De relatie tussen dwingendrechtelijke consumentenbescherming en de overgang naar een circulaire economie is echter minder eenduidig dan de Commissie doet voorkomen. Dwingend consumentenrecht – denk aan het herroepingsrecht ex artikel 6:230o Burgerlijk Wetboek – kan de overgang naar een circulaire economie immers ook in de weg staan, zo betoogt Charlotte Pavillon.

De door de Europese Unie tot stand gebrachte sustainable-finance-regelgeving heeft ten doel de transparantie omtrent duurzaamheid op de Europese kapitaalmarkten te vergroten. Hierdoor kunnen beleggers duurzaamheidsaspecten gemakkelijk(er) meenemen in hun beleggingsbeslissingen. De Europese Unie hoopt op deze manier een toename van duurzame investeringen teweeg te brengen. In haar bijdrage aan dit Bijzonder Nummer bespreekt Lara Hartman-Ohnesorge vragen over de verhouding tussen beleggersbescherming, efficientie en verduurzaming die de sustainable-financeregelgeving oproept.

Het Bijzonder Nummer wordt afgesloten met een artikel van Tineke Lambooy & Renske Mackor. De auteurs signaleren dat er geen juridische manier is waarop natuurentiteiten (bergen, dieren, rivieren, etc.) kunnen ageren tegen beschadiging van de natuur; zij zitten niet aan de tafel waar bijvoorbeeld een vergunning voor gas- of olieboringen wordt verleend en kunnen evenmin naar de rechter om te eisen dat een schadeveroorzakende handeling wordt beeindigd. Er is wereldwijd evenwel een trend gaande waarin aan natuurentiteiten – wat wij in Nederland zouden noemen – ‘rechtspersoonlijkheid’ wordt toegekend; een bekend voorbeeld in dit verband is de Whanganui River in Nieuw-Zeeland. Lambooy en Mackor bespreken deze trend van ‘Rechten van Natuur’, die in wezen een verandering van de waardering van de natuur door de mens betreft (van rechtsobject naar rechtssubject), en gaan in op de wijze waarop een dergelijke juridische noviteit zou kunnen worden ingebed in het Nederlandse rechtsbestel.

De tour d’horizon die de bijdragen aan dit Bijzonder Nummer bieden, laat zien dat in het recht op verschillende fronten – zowel ‘verticaal’ (nationaal, Europees en internationaal recht) als ‘horizontaal’ (publiek- en privaatrecht) – wordt gediscussieerd over vraagstukken omtrent de verhouding tussen de mens en de natuur. Die bandbreedte van rechtsgebieden is weinig verbazingwekkend, aangezien genoemde verhouding tussen mens en natuur op alle vlakken in toenemende mate onder druk komt te staan. Terecht worden het belang van het behoud van onze natuur en de rol die het recht hierin al dan niet kan spelen, steeds meer benadrukt. Wij danken alle auteurs dan ook hartelijk voor hun bijdrage en wensen u veel leesplezier.

De redactiecommissie
Joas Bakker, Youri Cremers, Asaf Elvan, Lara Hartman-Ohnesorge, Kimia Heidary & Wim Hermans

Dit voorwoord is verschenen in Ars Aequi juli/augustus 2022.

    Geef een reactie

    Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *