Voor de erfbelasting moet meer naar Pippi Langkous worden gekeken

Wie is er niet groot geworden met de vrijgevochten Pippi Langkous! In 1969 maakte Nederland op tv kennis met de onconventionele leefsituatie van de jonge Pippi. Zij woont in Villa Kakelbont met haar paard Witje en aapje meneer Nilsson. Haar moeder is jong overleden en haar vader woont voor zijn werk (CEO van een piratenbende) op het eiland Taka-Tukaland. In een opbergbank in haar vrolijk gekleurde huis liggen oneindig veel goudstukken, ze is rijk. Pippi is gul met haar goudstukken voor haar zelfgekozen familie, de buurkinderen Tommy en Annika. Het zou me niet verbazen als Pippi, zodra ze 16 jaar wordt, een testament maakt en hen als erfgenamen aanwijst. Als Pippi’s verhaal in Nederland zou spelen, dan zou Tommy en Annika een fors bedrag aan erfbelasting boven het hoofd hangen. Cliënten die ik spreek, mopperen geregeld over de erfbelasting: ‘Er is door ons al belasting over betaald’. Dat klopt inderdaad, meerdere keren zelfs. Maar degene die erft, heeft er in elk geval nog nooit belasting over betaald.

Met de erfbelasting is er volgens mij wel wat anders mis!

De erfbelasting wordt geheven op basis van de Successiewet. Daarin staat dat een getrouwde of samenwonende partner € 680.000 belastingvrij kan erven (maar nabestaandenpensioen wordt ervan afgetrokken), kinderen € 21.000. Daarboven wordt vanaf 10% erfbelasting betaald. Iedereen die een andere (familie)relatie had met de overledene, kan € 2.200 belastingvrij erven en betaalt daarboven vanaf 30% aan erfbelasting. Een fors verschil dus tussen de vrijstellingen en de belastingtarieven. De veronderstelling voor de partnervrijstelling was destijds dat de echtgenoot/partner de erfenis nodig had voor het levensonderhoud. Bij deze verzorgingsgedachte past het niet dat een deel op zou gaan aan erfbelasting. Of de erfenis in een concreet geval daadwerkelijk nodig is voor levensonderhoud, wordt overigens niet getoetst.

Bij de Zweedse Pippi Langkous is een ander type huishouden te zien. Ook in eigen land spreekt het Centraal Bureau voor de Statistiek al sinds de jaren zeventig over ‘huishoudensverdunning’ vanwege de groei van het aantal eenpersoonshuishoudens. De wetgever mag zulke maatschappelijke ontwikkelingen niet negeren. Maar aanpassing bleef steeds uit, ook bij wijziging van de Successiewet in 2010. Van het klassieke huisje-boompje-beestje kan al lang niet meer als default worden uitgegaan. Ik stel daarom voor dat iedereen een forfait krijgt. Dit forfait staat voor het deel van ieders erfenis dat belastingvrij via een testament aan een of meer personen kan worden toegekend. En dat forfait hoeft echt geen € 680.000 te zijn, deze wijziging kan zelfs budgettair neutraal als de wetgever dat wil.

Er is echter nog meer aan de hand. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat door vermogen binnen de familie te laten vererven met minder erfbelasting, wordt bijgedragen aan vermogensongelijkheid. In het OESO-rapport Inheritance Taxation in OECD Countries (mei 2021) wordt het verhogen van de erfbelasting als een middel genoemd om de toenemende ongelijkheid in vermogen en kansen in de samenleving aan te pakken. Het onderwerp van ongelijkheid zie je terug in wetenschap, literatuur en media. Hierover schreef de Franse econoom Thomas Piketty de internationale bestseller Le Capital au XXIe siècle. Jeroen Pauw maakte kort geleden de tv-serie Scheefgroei. Ook Sander Schimmelpenninck brengt de kloof tussen arm en rijk in beeld.

Toen ik afgelopen zomer de biografie van Astrid Lindgren las, ben ik beter gaan begrijpen waarom ik in Pippi een oudere zus zag. Wat mij vooral aan Pippi intrigeerde, was haar talent om dingen anders te bekijken dan op de mainstream manier. Laatst zag ik het legendarische fragment terug, waarin Pippi spaghetti in haar mond doet en de slierten ervan afknipt met een schaar.

Door mijn bewondering voor de autonome Pippi, wil ik bij de wetgever ook een lans breken voor haar Witje en Nilsson. In 2015 heb ik de ‘huisdierenclausule’ ontwikkeld om de toekomst van dieren te regelen na het overlijden van hun baasje. Met deze testamentaire clausule wordt het dier – poes, hond of paard – aan een ‘voogd’ toevertrouwd. De dierenvoogd krijgt een geldbedrag toegekend voor de verzorging van het dier. Maar wat denk je? De dierenvoogd moet erfbelasting betalen over de waarde van het dier en over de som voor de verzorging. Nog iets dat we met de schaar van Pippi uit de erfbelasting moeten knippen!

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi februari 2022.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *