Shop

De bewijswaarde van een onaannemelijke of onwaar gebleken verklaring van de verdachte of van diens zwijgen

J.S. Nan

Hoge Raad 22 december 2022, ECLI:NL:HR:2022:1864: Dat een verdachte over bepaalde (belastende) omstandigheden een onaannemelijke, onware of zelfs kennelijk leugenachtige verklaring aflegt of daarover zwijgt, kan onder omstandigheden tegen hem gebruikt worden in de bewijsvoering.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2023
AA20230884

De bewijslastverdeling bij beroepsaansprakelijkheid

J.M. van Dunné

In dit artikel bij de Rode draad 'beroepsaansprakelijkheid' komt de bewijslastverdeling aan de orde. Daar waar een beroepsbeoefenaar een beroepsfout maakt is het voor de gedupeerde altijd moeilijk om deze beroepsfout te bewijzen daar de gedupeerde een kennisachterstand heeft. In dit artikel wordt ingegaan op de bewijslast bij beroepsaansprakelijkheid en wordt er gekeken naar de jurisprudentie hieromtrent.

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
september 1995
AA19950664

De Bewijsfuik. Hoe en wanneer moet een oud-mijnwerker zijn silicose bewijzen?

L.J.A. Damen

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 28 juni 1999, ECLI:NL:RVS:1999:AH6762, nrs. H01.98.1888/Q01 t/m H01.98.1898/Q01, JB 1999, 197, m.nt. R.J.N.S., AB 1999, 360, m.nt. MSV (mrs. Van der Does, Van der Weel, Van Wagtendonk). Bewijslastverdeling: wie moet wat bewijzen? Wat moet al in de bezwaarschriftfase bewezen worden? Nog herstel bij de rechter mogelijk? Na de argumentatieve fuik nu ook de bewijsfuik?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2000
AA20000061

De bevrijdende verjaring herzien

J.L. Smeehuijzen

Mij is gevraagd in deze bijdrage te reflecteren op mijn proefschrift getiteld De bevrijdende verjaring (2008). Ik zal drie aspecten belichten, te weten (i) de ‘methode’ van het onderzoek, (ii) de opkomst van de klachtplicht van artikel 6:89 BW en (iii) de mate waarin het proefschrift in praktijk en wetenschap weerklank heeft gevonden.

Literatuur | Voortschrijdend inzicht
mei 2020
AA20200508

De bevoegdheid van de rechterlijke macht naar artikel 112 van de Grondwet

C.J. Borman

De grondwettelijke bepalingen inzake opdracht van berechting van geschillen aan de rechterlijke macht (art. 167 en 168 GW (oud)) hebben bij de herziening van 1983 twee vernieuwingen ondergaan. De aan de rechterlijke macht voorbehouden bevoegdheid is opnieuw omschreven, en het begrip rechterlijke macht is aan een herijking onderworpen. De beide vernieuwingen komen in dit artikel aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1984
AA19840608

De beurs-NV van nul tot nu van VOC tot hedge fonds

J.M. de Jongh

Post thumbnail

Conflicten tussen aandeelhouders en bestuurders zijn van alle tijden. Zij doen zich niet alleen voor bij wanbeleid maar ook bij belangenconflicten. Matthijs de Jongh schreef een ontwikkelingsgeschiedenis van de kapitaalvennootschap aan de hand van de ingewikkelde verhouding tussen aandeelhouders en de vennootschap. In deze bijdrage belicht hij enkele hoofdlijnen uit zijn boek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2014
AA20140777

De betoverende wereld van de wetgevingsjurist

M.R. Hübner

In deze bijdrage neem ik u mee in de wereld van de wetgevingsjurist, schets ik de verhouding tot de universitaire opleiding en pleit ik voor meer aandacht in die opleiding voor het beroep van wetgevingsjurist.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2025
AA20250236

De betekenis van taal in het strafrecht

N. Rozemond

De taalkundige interpretatiemethode schrijft voor dat aan alle begrippen in een wettelijke strafbepaling betekenis wordt toegekend in verband met de gevallen waarin de bepaling wordt toegepast. Dat gebeurt echter niet altijd, zoals uit het Elektriciteit-arrest, het Runescape-arrest en het Belminuten-arrest blijkt. Deze arresten staan daarom op gespannen met het legaliteitsbeginsel.

Bijzonder nummer | Recht & taal
juli 2015
AA20150624

De betekenis van religie in het familierecht. Is de gelijkstelling van een religieus huwelijk met het burgerlijke huwelijk opportuun?

Is de gelijkstelling van een religieus huwelijk, zoals een Christelijk of Islamitisch huwelijk, met het burgerlijk huwelijk opportuun?

D. Beke

De bijdrage onderzoekt de wenselijkheid om in België en Nederland religieuze huwelijken dezelfde officiële status te verlenen als het burgerlijke huwelijk. De vraagstelling wordt uitgewerkt aan de hand van het voorbeeld van het islamitische huwelijk.

Bijzonder nummer | Recht & Religie
juli 2003
AA20030573

De betekenis van het Internationale Kinderrechtenverdrag voor Nederland

E.M. Mijnarends

In het navolgende zullen een aantal 'karaktertrekken' van het IVKR aan de orde komen, alsmede de toegevoegde waarde van het IVKR op bestaande mensenrechtenverdragen, de toegevoegde waarde van een aantal jeugdstrafrechtbepalingen en de recente behandeling van de Nederlandse regeringsrapportage door het Kinderrechten Comité van het Nederlandse jeugdstrafrecht.

Overig | Rode draad | Minderjarigen in het recht
februari 2000
AA20000082

De betekenis van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht, in het bijzonder de floating charge en Article 9 Uniform Commercial Code: over bepaaldheid en publiciteit

T.H.D. Struycken

De floating charge van Engelse origine en het Amerikaanse regime van Article 9 Uniform Commercial Code geven te denken over twee aspecten van het Nederlandse zekerhedenrecht: bepaalbaarheid en publiciteit. Over de mate waarin de zekerheidsobjecten dienen te worden bepaald bij de vestiging van zekerheidsrechten in het Nederlandse recht, blijkt weinig met zekerheid te kunnen worden gezegd; het bekende Sio-arrest is een te zwakke basis voor de ‘heersende mening’ omtrent verpanding van roerende zaken. Verder steekt het stil pandrecht schril af bij het publiciteitsregime van het Anglo-Amerikaanse zekerhedenrecht. Er is reden te denken dat het publiciteitsloze pandrecht in strijd is met Europees mededingingsrecht. Bovendien sluit de juridische dogmatiek van het zekerhedenrecht slecht aan bij de realiteit van de kredietwereld.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980417

De betekenis van gelijkheid en rechtvaardigheid in de gezondheidszorg: de Zorgverzekeringswet rechtsfilosofisch bezien

M.A.J.M. Buijsen

In dit artikel wordt op rechtsfilosofische wijze gekeken naar de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) waarbij ingegaan wordt op solidariteit, gelijkheid & rechtvaardigheid, toegankelijkheid van gezondheidszorg en het (grond)recht op zorg.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060609