Shop

De kapitaalverzekering in de Brede Herwaardering

J. Melis

De Brede Herwaardering heeft voorlopig zijn beslag gekregen in twee wetsontwerpen. Het eerste is een ontwerp van de 'Wet op de vermogensoverschotten van pensioenfondsen'(nr. 21197). Het tweede wetsontwerp heeft als titel meegekregen 'wijziging van het fiscale regime voor onderhoudsvoorzieningen alsmede van het fiscale regime van verzekeraars en directiepensioenlichamen' (nr. 21198). Een derde ontwerp betreffende de wijziging van de loonbelasting, vermogensbelasting en in de successiewet was aangekondigd voor het voorjaar van 1989 maar laat - mede vanwege de val van het kabinet Lubbers II - nog steeds op zich wachten. In dit artikel wordt ingegaan op het tweede ontwerp en wel op de voorgestelde regeling van de kapitaalverzekering.

Verdieping | Studentartikel
september 1990
AA19900503

De WABM en de WVO: koudwatervrees voor verdere integratie

Q. de Gooijer

Vergunningen zijn een belangrijk instrument om het milieurecht te handhaven. De handhaving wordt echter bemoeilijkt doordat er vele verschillende milieuvergunningen naast elkaar bestaan. Het afgeven van die vergunningen geschiedt door verschillende overheden, waartussen de samenwerking niet altijd optimaal is. De handhaving zou verbeterd kunnen worden door al deze vergunningen in een vergunning samen te voegen en de uitvoering bij één uitvoeringsorgaan te leggen. Ook het aanvragen van zo een vergunning zou dan sneller en eenvoudiger kunnen. Het integreren van bestaande vergunningsstelsels blijkt echter een moeilijke operatie, in het bijzonder wanneer het vergunningen uit twee verschillende beleidsterreinen betreft. In dit artikel wordt ingegaan op de integratie van een watervergunning en een milieuvergunning.

Overig | Rode draad | Milieurecht
september 1990
AA19900511

Detentie met een menselijk gezicht

O. van der Linden, T.B. Trotman

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de rond 1990 levende problemen met de detentie van gevangenen. Zo wordt het cellentekort besproken, maar ook de differentiatie in verschillende gevangenissen en huizen van bewaring. De auteurs pleiten voor meer differentiatie en gaan daarbij in op het feit dat huizen van bewaring niet voor langdurige opsluiting bedoeld zijn.

Opinie | Redactioneel
september 1990
AA19900494

Een aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligersorganisaties is overbodig

J. Dekker-Dingemans, T.M. ter Horst-Wielinga

In dit artikel wordt betoogd dat het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering door een organisatie die werkt met vrijwilligers niet nodig is. Enerzijds kan de organisatie nooit (risico)-aansprakelijk worden gehouden voor de gedragingen van de vrijwilliger daar deze niet bij de organisatie in dienst zijn of werkzaamheden verricht. Anderzijds zijn de gedragingen waardoor de vrijwilliger op onrechtmatige wijze aan derden schade berokkent door diens persoonlijke AVP-polis gedekt. Omdat dit tot nu toe nog maar onduidelijk is, pleit de auteur er voor dat expliciet in de polisvoorwaarden wordt opgenomen dat schade aangericht tijdens vrijwilligerswerk gedekt wordt.

Opinie | Opiniërend artikel
september 1990
AA19900525

Nawoord op bovenstaande reactie

Th.G. Drupsteen

De oorspronkelijk auteur geeft een nawoord op een reactie over een artikel met als onderwerp aansprakelijkheid voor milieuschade in de Rode draad 'milieurecht'.

Overig | Rode draad | Milieurecht
september 1990
AA19900523

EMI Electrola

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 24 januari 1989, zaak 341/87, ECLI:EU:C:1989:30 (EMI Electrola GmbH/Patricia Im- und Export en anderen) In deze noot bij een arrest van het HvJ EG wordt ingegaan op de wisselwerking tussen het vrij verkeer van goederen en de bescherming van auteursrechten. Bij dit laatste komt met name de ongelijke beschermingsduur van auteursrechten aan de orde. In de noot wordt dieper op het spanningsveld tussen op een nationaal territoir geldende IE-rechten en het vrij verkeer van goederen. De annotator noemt het een klassiek arrest. In de noot komen de verschillende factoren van de vrijheidsrechten aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1990
AA19900550

Internationaal Privaatrecht: hierziening van een testamentair beding

Th.M. de Boer

Hoge Raad 16 maart 1990, nr. 7703, ECLI:NL:HR:1990:AD1057, RvdW 1990, 97, NJ 1991,575 m.nt. J.C. Schultsz (Bredius) In dit arrest van de Hoge Raad en de bijbehorende noot komt aan de orde in hoeverre een bij legaat gegeven verplichting door nationale (openbare) belangen doorkruist kan worden. In de noot komt aan de orde op grond van welke regelgeving dit mogelijk zou zijn. Verder gaat de annotator in op de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in deze zaak. De zaak was immers nauw verbonden met Monaco. Vervolgens behandelt de annotator het toepasselijke recht waarbij deze het uitgangspunt volgens ongeschreven Nederlands IPR bespreekt dat bij erfrechtelijke kwesties in beginsel het nationale recht van de erflater van toepassing is (nationaliteitsbeginsel) en bespreekt daarbij mogelijke uitzonderingen en de uitkomst in geval het Haags Erfrechtverdrag zou zijn toegepast. Daarna gaat de annotator in op de mogelijkheid om het nationale recht van de erflater te doorkruisen o.g.v. een voorrangsregel die de Hoge Raad uit de Museumwet destilleert. De Boer gaat daarbij met name in op de werking van voorrangsregels en geeft daarvan verschillende voorbeelden van toepassingen en geeft een bruikbare definitie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1990
AA19900556

Juridische Vrouwenstudies: twee-sporenbeleid in Utrecht

J.E. Goldschmidt

Juridische vrouwenstudies is de kinderschoenen ontgroeid en heeft in Utrecht, evenals in veel andere plaatsen, een eigen plaats in het facultaire programma. Het gaat daarbij niet alleen om aparte vakken maar ook om het integreren van vrouw en recht in het totale onderwijs. In het onderzoek staat de samenhang tussen theorie en praktijk centraal. Vrouwenstudies rechten is, kortom, veelzijdig als het recht zelf!

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1990
AA19900526

Rechtsvraag (197) nietigheid en vernietigbaarheid

C.J.H. Brunner

Rechtsvraag waarbij het onderscheid tussen nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1990
AA19900562

Verandering van omstandigheden en de uitleg van overeenkomsten

Naar aanleiding van 'Rebus sic stantibus' door prof.mr. P. Abas

M.W. Hesselink, B. Oosting, C.E. du Perron

Verleden jaar verscheen van de hand van prof. mr. P. Abas het boek 'Rebus sic standibus, een onderzoek naar de toepassing van de clausule rebus sic standibus in de rechtspraak van enige Europese landen'. Naar aanleiding van het verschijnen van deze monofrafie organiseerde het Amsterdams juridische dispuut 'Johannes van der Linden' in oktober 1989 een debat tussen de auteur en prof. mr. H.C.F. Schoordijk. In dit artikel wordt aan de hand van de studie van Abas en een verslag van het debat ingegaan op het vraagstuk van de verandering van omstandigheden en - in samenhang daarmee - op de controverse die op het gebied van de uitleg van overeenkomsten bestaan tussen voorstanders van de beperkende werking van goede trouw, zoals Abas, en aanhangers van de methode van de normatieve uitleg, zoals Schoordijk. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de rol in de discussie van de door Suijling en Bregstein ontwikkelde leemtetheorie.

Literatuur | Boekbespreking
september 1990
AA19900563

Verborgen gebreken bij koop

J.J. Verhoeven

In dit artikel wordt ingegaan op het verdwijnen van de regeling van de verborgen gebreken bij koop en de daarmee corresponderende aansprakelijkheid van de verkoper. Net voor de invoering van het NBW waren de artikelen die hieraan gewijd waren (artt. 1540-1547 OBW) een dode letter geworden en keerden dan ook niet terug in het NBW. In dit artikel gaat de auteur in op de oorsprong van de regeling in de wet (Code Civil) en kijkt de auteur naar de oorsprong van de leer van de verborgen gebreken welke leer teruggaat op het Romeinse recht. Er wordt ingegaan op de mededelingsplicht en de sanctie bij niet-nakoming van deze plicht naar het oude ius gentium die voortvloeide uit de regeling van de verkoop van slaven. Vervolgens wordt er ingegaan op de aansprakelijkheid van de verkoper onder het ius civile bij (verborgen) gebreken. Daarna komen kort de hervormingen van Justinianus aan de orde. Als laatste wordt de oud-BW-rechtelijke regeling besproken.

Verdieping | Studentartikel
september 1990
AA19900495

Homoseksualiteit en mensenrechten

A. Mattijssen, E. van der Veen

Hoe is het in Europa gesteld met de rechten van de mens met een homoseksuele oriëntatie? Kunnen homoseksuele en lesbische paren een beroep doen op het internationale mensenrecht om een gezin te stichten? Is het verbieden van de 'promotie' van homoseksualiteit in strijd met het recht vrijheid van expressie? In dit artikel beschrijven de auteurs de beginnende erkenning van het bestaan van discriminatie wegens homoseksualiteit door Europese instanties. De schrijvers geven aan welke verdragsbepalingen van toepassing zijn bij discriminatie wegens homoseksualiteit en beschrijven de ontwikkelingen bij de Europese Commissie, het Europese Hof en het VN Comité voor de Rechten van de Mens, in de Europese politiek en bij de VN. De auteurs vangen aan met een inleiding over discriminatie wegens homoseksualiteit en de relatie tussen mensenrechten en homoseksualiteit.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 1990
AA19900535