Shop

Voorrangsregels inzake agentuurovereenkomsten

P. van Ginneken

Agentuurovereenkomsten betreffen in een zeer groot aantal gevallen contracten tussen een handelsagent van Nederlandse of vreemde en een principaal van vreemde nationaliteit. Deze contracten worden bovendien dikwijls in het buitenland gesloten. De kans dat partijen buitenlands recht op hun overeenkomst van toepassing verklaren, is daarom aanzienlijk. Aan de werking van een door de principaal gedirigeerde rechtskeuze worden evenwel weinig beperkingen gesteld. Het is maar de vraag of voor de agent enige bescherming te verkrijgen is via het leerstuk van de voorrangsregels.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950460

Congresverslag; Herziening van de grondslagen van het Wetboek van Strafrecht

F.G.H. Kristen, M. Thöenes, A. van Veen

Hedendaagse ontwikkelingen hebben meer en meer hun weerslag op de criminaliteit en de bestrijding daarvan. Centrale plaats in het (materiële) strafrecht wordt nog altijd ingenomen door het Wetboek van Strafrecht. Het huidig Wetboek dateert evenwel van 1886. Nu, meer dan een eeuw nadat het Wetboek tot stand is gekomen, doen technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vragen rijzen als: is ons Wetboek verouderd? Moet het herzien worden? En, zo ja, hoe moet een dergelijke 'herijking' gestalte krijgen; integraal of middels partiële aanpassingen? Dergelijke vragen stonden centraal bij het door de Nijmeegse Criminologische Strafrechtelijke Vereniging 'Dr. Nico Muller' georganiseerde congres 'Herziening van de grondslagen van het Wetboek van Strafrecht?' d.d. 16 december 1994. Hieronder volgt een verslag.

Verdieping | Studentartikel
juni 1995
AA19950474

Regeren bij persbericht: BTW-constructies verleden tijd

L. van der Giessen-Boersma

Opiniërend artikel rondom de herziening van het BTW-stelsel waarbij het wetsvoorstel al voor veel beroering heeft gezorgd.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 1995
AA19950482

Hoe werkt de onrechtmatige daad? (Digitaal boek)

of Het paard van de professor en andere aangrijpende verhalen

T. Hartlief, G.E. van Maanen

Post thumbnail Een kennismaking met het civiele aansprakelijkheidsrecht. Dit cahier laat zien hoe de onrechtmatige daad 'werkt'.

9789069161877 - 01-06-1995

Aanpassing van Boek 2 BW voor joint venture-doeleinden?

M.W. den Boogert

Ondernemingen kunnen zelfstandig of afhankelijk zijn. Naast afhankelijke ondernemingen die dochterondernemingen in concern- of groepsverband zijn, bestaan er joint venture-ondernemingen die afhankelijk zijn van samenwerkende joint venture-partners zonder dat zij behoren tot het concern of de groep van een van de partners. Wordt de joint venture-onderneming uitgeoefend in de vorm van een NV of een BV, dan kan een spanningsveld ontstaan tussen de dwingendrechtelijke wettelijke inrichting van de NV en de BV en de wens van de samenwerkende partners hun ondernemersdoelstelling in de joint venture-vennootschap tot gelding te kunnen brengen.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950354

Aansprakelijkheid van partners voor een joint venture in de vorm van een besloten of naamloze vennootschap

J. Struycken

Onder bijzondere omstandigheden kan een moedervennootschap aansprakelijk zijn voor de schulden van een dochtervennootschap met beperkte aansprakelijkheid. In dit artikel wordt uiteengezet welke die omstandigheden zijn en of die omstandigheden anders zijn wanneer het gaat om schulden van een joint venture-vennootschap.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950392

De ‘joint venture’: economische aspecten

P.J. Uitermark

De joint venture is een van de vele vormen van (strategische) samenwerking in het bedrijfsleven. Een algemeen aanvaarde definitie ervan kennen we niet, zodat de omvang van het verschijnsel niet nauwkeurig bekend is. Moeilijk te zeggen is evenzeer wat met de joint venture in het algemeen gesproken, wordt beoogd. De joint venture wordt ingezet in de concurrentiestrijd op de (wereld-)markt. Hoe en wanneer dit wapen wordt ingezet hangt af van de marktontwikkeling. Het is vaak een weinig kostbare en mede daardoor ook risicobeperkende manier om een nieuwe ondernemingsstrategie te beproeven.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950347

De beoordeling van joint ventures onder Europees en nationaal mededingingsrecht

R. Ludding

In de marktgeoriënteerde economieën van de Lid-Staten van de Europese Unie is de mededinging tussen ondernemingen een drijvende kracht, het belangrijkste mechaniek voor het (uiteindelijk) efficiënt aanwenden van schaarse productiemiddelen, een stimulator van vernieuwing. Zowel op nationaal als op Europees niveau bestaan rechtsregels die ondernemingen weliswaar niet tot actieve concurrentie verplichten, maar wel beogen ondernemersgedrag dat tot een afnemende intensiteit of kwaliteit van de mededinging leidt of kan leiden, aan banden te leggen. Een gemeenschappelijke onderneming kan onder omstandigheden een merkbare beperking van de mededinging (tussen de partners onderling of tussen hen en derde-ondernemingen) tot gevolg hebben. Deze bijdrage bespreekt de beoordeling van dat gevolg naar Europees en nationaal recht.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950409

De fiscale aspecten van joint ventures

W. Brink

De keuze van de structuur van een joint venture wordt voor een gedeelte bepaald door fiscale motieven. Kennis van de fiscale gevolgen van een bepaalde structuur is derhalve belangrijk. Bij de totstandkoming van een joint venture structuur dreigt het risico van een tussentijdse afrekening voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Onderzocht wordt op welke wijze fiscaal gefacilieerd een dergelijke structuur kan worden opgezet of op welke wijze zo'n structuur juist 'geruisloos' kan worden verlaten.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950361

Deadlock-situaties

H.J.M.N. Honée

Er zijn uiteenlopende mogelijkheden om in een joint venture te komen tot een oplossing van conflictueuze situaties. Meestal worden deze uitgewerkt in de joint venture-overeenkomst. Zijn de activiteiten van de joint venture ondergebracht in een BV, dan zal, in het concrete geval de gevonden oplossing doorwerken in de vennootschappelijke verhoudingen. De vraag die dan opkomt, is of de contractuele regeling ter beslechting van geschillen tussen de partners niet ook, en zelfs beter, in de statuten van de joint venture-BV kunnen worden verankerd.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950376

Europese rechtsvormen voor joint ventures

M.J.G.C. Raaijmakers

In dit artikel staat centraal de vraag in hoeverre het EESV, de SE en de ECV geschikte rechtsvormen zijn voor een joint venture tussen partners in verschillende EU-Lid-Staten. De verschillende rechtsvormen worden beschreven alsmede hun voor- en nadelen.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950425

Het einde van de joint venture

W.J. Slagter

Er kunnen redenen zijn om een einde te maken aan de in de joint venture belichaamde samenwerking. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan onoplosbare verschillen van inzicht, opzegging door de ene joint venture-partner omdat de andere partner wordt overgenomen of opzegging door een van beide partners in verband met de verliesgevendheid van de joint venture-onderneming. In dit artikel komt aan de orde op welke wijze in de joint venture-overeenkomst hiermee rekening kan worden gehouden. Daarbij zal onder andere aandacht worden besteed aan de 'shot gun'-clausule.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950401