Shop

Drugs naar België

G.J.M. Corstens

Hoge Raad 13 december 1994, nr. 99218, ECLI:NL:HR:1994:ZC9892, NJ 1995, 252 Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot over het internationale ne bis in idem-beginsel. Verdachte was reeds in België veroordeeld voor een drugsdelict. De vraag i.c. was of het hetzelfde delict betrof als waarvoor in Nederland vervolging voor was ingesteld en een essentieel vereiste is om het ne bis in idem-beginsel ten behoeve van de verdachte toe te passen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1995
AA19950720

september 1995

Katern 56: Consumentenrecht

E.H. Hondius

Rechtspleging (Digitaal boek)

A.F.M. Brenninkmeijer

Post thumbnail Rechtspleging geeft een overzicht van de inrichting van de rechterlijke organisatie en van de wijze waarop rechters hun taak vervullen als geschillenbeslechters.

9789069162096 - 01-09-1995

‘Hetzelfde feit’ (Digitaal boek)

over samenloop van strafbare feiten en het non bis in idem-beginsel

A.A. Franken

Post thumbnail In dit cahier worden vanuit een positiefrechtelijke invalshoek de samenloop van strafbare feiten en het non bis in idem-beginsel besproken. Het verschil in doelstelling tussen beide leerstukken kan daarbij inzichtelijk maken waarom geen eenduidige invulling aan het begrip 'feit' is te geven.

9789069162058 - 15-07-1995

Amnesty International: Schrijfoproep Soedan

Amnesty International

Schrijfoproep van Amnesty International aan de Soedanese regering om opheldering te verkrijgen en vragen over meerdere (vermeende) mensenrechten schendingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1995
AA19950592

Beantwoording rechtsvraag (240) Bestuursrecht

Een Drents bosje

W. Konijnenbelt

Beantwoording van een rechtsvraag uit een casus van een op waarheid gebeurde zaak waarbij onder meer het bevoegdheidsvraagstuk en strijdigheid met verschillende wet- en regelgeving centraal staat.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1995
AA19950628

Beantwoording rechtsvraag (241) Sociaal recht

J. Riphagen

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het sociaal zekerheidsrecht waarbij de ongelijkheid van een gegeven arbeidsongeschiktheidsuitkering centraal staat.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1995
AA19950632

Connection (Mr Mulder q.q.-CLBN)

R.D. Vriesendorp

Hoge Raad 17 februari 1995, nr. 15743, ECLI:NL:HR:1995:ZC1641, RvdW 1995, 45C (Mr Mulder q.q./CLBN) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat de inning van een verpande vordering door een pandgever/ curator centraal naar het nieuwe recht dat is ingevoerd in 1992.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1995
AA19950604

De rechten van het kind belicht; het internationale Verdrag inzake de rechten van het kind

P.J.A. Prinsen, J. Wind

Op 6 februari 1995 heeft Nederland het Verdrag inzake de rechten van het kind geratificeerd door 'ne-derlegging' van de akte van bekrachtiging bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Op 8 maart 1995 trad het verdrag voor Nederland in werking. In dit artikel wordt dit verdrag besproken. Het valt te hopen dat het een stap in de richting van volledige acceptatie van de rechten van het kind is. Dat het daar nogal aan schort, wordt geschetst middels een vergelijking van de waarborgen van een strafprocedure met die van de (civielrechtelijke) procedure bij het vermoeden van een opvoedingsprobleem.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1995
AA19950586

Deltawet grote rivieren

T.C. Borman

In dit artikel wordt de Deltawet Grote rivieren besproken die het mogelijk maakt om de dijken bij 's lands grootste rivieren op zwakke plekken te verstevigen. Ook wordt er ingegaan op de voortvarendheid waarmee de wet tot stand is gebracht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1995
AA19950594

Het ipr wil van alle walletjes tegelijk eten

Interview met prof.mr. L. Strikwerda, Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, hoogleraar internationaal privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en lid van de Staatscommissie voor ipr

I. Giesen, M.F.J. Haak

Interview met prof. mr. L. Strikwerda over de vele facetten van het internationaal privaatrecht.

Verdieping | Interview
juli 1995
AA19950555

Kansverlies als schadefactor bij medische aansprakelijkheid

M. de Ridder

In de praktijk blijkt het vaak moeilijk te achterhalen of er een causaal verband bestaat tussen de fout van de arts en het niet-genezen van de patiënt. Door de bewijslast dat de kunstfout wel of niet tot de schade heeft geleid bij de arts of bij de patiënt te leggen, wordt dit soort problemen op een 'alles of niets' manier opgelost. Aangezien een dergelijk bewijs in de praktijk vaak niet te leveren is, kan dit bovendien tot zeer onbillijke resultaten leiden. Frankrijk en België hebben voor dit probleem een goede en bruikbare oplossing gevonden door de toepassing van de theorie van de verloren kans. De patiënt krijgt bij toepassing van deze leer alleen de verloren kans op genezing vergoed. Ik verwacht dan ook dat het niet lang meer zal duren totdat deze theorie door de rechter in het civielrechtelijke medische aansprakelijkheidsrecht zal worden geïntroduceerd.

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
juli 1995
AA19950548