Shop

Het reservaat van de pacht

W.L. Valk

Post thumbnail Onze kijk op de landbouw is veranderd en daarmee ook die op de pacht. Dat leidt tot een spanning tussen de strenge dwingendrechtelijke regeling van de pacht en de praktijk. Eenmalige pacht en geliberaliseerde pacht hebben het tij niet kunnen keren. Reguliere pacht is verworden tot een onwenselijk juridisch reservaat.

Opinie | Amuse
december 2012
AA20120900

Het reizende circus dat Europees Parlement heet: op weg naar het einde?

H.C.F.J.A. de Waele

HvJ EU (Tweede Kamer) 25 juni 2020, C-92/18, ECLI:EU:C:2020:506 (Frankrijk/Parlement)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2020
AA20201178

Het redden van de winkelstraat door blurring?

J.W.H. Lemmen, M.D. Reijneveld

Het wetsvoorstel ter wijziging van de Drank- en Horecawet biedt ruimte voor het ontstaan van mengvormen tussen horeca en detailhandel. De auteurs gaan in op de voor- en nadelen van dit wetsvoorstel en concluderen dat het voorstel moeilijk verenigbaar is met ander overheidsbeleid zoals het Nationaal Preventieakkoord, dat vooral de gezondheid van burgers lijkt te willen beschermen.

Opinie | Redactioneel
oktober 2019
AA20190739

Het rechtskarakter van omgevingsplannen

F.C.M.A. Michiels

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 26 februari 2001, ECLI:NL:RVS:2003:AF4369, nr. 200001037/1, Bouwrecht 2001, nr. 151, m.nt. A.A.J. de Gier Omgevingsplan; appellabiliteit omgevingsplan alleen mogelijk voor zover het omgevingsplan de vaststelling of herziening van een streekplan betreft; besluitkarakter onderdelen streekplan; concrete beleidsbeslissing; onverschoonbare termijnoverschrijding.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2002
AA20020170

Het rechtskarakter van de concessie

F.J. van Ommeren

Handelen ter vervulling van een publieke taak vraagt soms om eigen rechtsfiguren. Dit zal vooral het geval zijn wanneer algemeen belang en andere belangen met elkaar botsen. Dit verschijnsel doet zich voor als de overheid en ook als anderen dan de overheid een publieke taak vervullen. Bij een onderlinge afstemming tussen publieke- en private belangen vraagt het Nederlandse rechtsbestel om moeilijkheden: het onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht eist zijn tol. Op het overheidsoptreden is meestal het daartoe bijzonder ontwikkelde bestuursrecht van toepassing. Niet altijd zijn bestuursrechtelijke constructies echter toereikend. Daarom doet zich de behoefte gevoelen aan gemengde rechtsfiguren met publiekrechtelijke en privaatrechtelijke elementen. Een van die rechtsfiguren is de concessie. Dit is de figuur waarbij de overheid aan een privaatrechtelijke (rechts)persoon toestemming geeft tot bepaalde verrichtingen die gewenst zijn uit oogpunt van algemeen belang, terwijl zij tegelijkertijd een aantal voorschriften geeft. De vraag rijst daarbij hoe publiekrecht en privaatrecht zich onderling verhouden. De concessie kan vooral bij privatisering van betekenis zijn. De laatste decennia is er in de literatuur nauwelijks aandacht aan de concessie besteed. Gezien de toenemende belangstelling voor privatisering verdient de concessie nieuwe aandacht.

mei 1987
AA19870334

Het rechtsgevoel

C. Smit-Karsten

In juridische beslissingen spelen drie aspekten van de persoonlijkheid mee: het verstand, de wil en het gevoel. Aan de twee eerste aspekten wordt uitgebreid aandacht besteed, een beslissing wordt gemotiveerd met rationele overwegingen en doorgevoerd, bijvoorbeeld de ontruiming na een vonnis met behulp van een overheidsapparaat dat gebonden is aan regels van het recht. Het gevoel neemt een mystieke plaats in. vormt een soort laatste grond van beslissingen, die zich niet meer door rationele argumenten laat rechtvaardigen. Schollen omschrijft het in het Algemeen Deel als ‘hier sta ik en ik kan niet anders’, de beslissing moet zó zijn en niet anders. De weg tot dit moment is een sprong, van het rationele in het irrationele. Krabbe’s theorie stemt hiermee overeen in zoverre hij stelt dat de wetgeving zich uiteindelijk laat rechtvaardigen door in harmonie te zijn met het rechtsbewustzijn van het volk. Tegenstanders van zijn theorie merken op: ‘ja, maar wiens rechtsbewustzijn geeft dan de doorslag, er zit verschil in het rechtsbewustzijn van een werkster en dat van een professor.’ Tegenwoordig zou je zeggen: ‘er zit verschil in het rechtsbewustzijn van een kraker en een speculant’, ofwel: ‘uw rechtsorde is de onze niet’ (Polak).

augustus 1981
AA19810409

Het rechtsbelangenconcept: een multifunctioneel instrument in het strafrecht

Het rechterlijk gebieds- of contactverbod

P.W.S. Boer

Op 1 april 2012 is de Wet rechterlijk gebieds- of contactverbod  in werking getreden. Deze wet geeft de strafrechter de mogelijkheid om in zijn vonnis een gebiedsverbod, contactverbod of meldplicht op te leggen aan de veroordeelde. In deze bijdrage worden de hoofdlijnen van de wet besproken. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de reikwijdte van de vrijheidsbeperkingen, de vervangende hechtenis die volgt op overtreding van de maatregel, de mogelijkheid van schadevergoeding en de verhouding tussen de vrijheidsbeperkende maatregel en andere vrijheidsbeperkende interventies. Tot slot wordt stilgestaan bij de verwachte toepassing in de praktijk en de toegezegde wetsevaluatie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2012
AA20120665

Het recht werpt niet altijd zijn schaduw vooruit

R. de Bock

Aan de hand van een voorbeeld van restitutie van opleidingsgeld legt Ruth de Bock uit dat het recht niet altijd werkt zoals het bedoeld is.

Opinie | Column
februari 2020
AA20200168

Het recht van vereniging en de ‘anti-democratische’ organisatie

B. Oosting

Na alle commotie rond de opvoering van Fassbinders vermeende antisemitische toneelstuk 'Het vuil, de stad en de dood' zijn de extremistische 'anti-democratische' groeperingen weer in het middelpunt van de belangstelling komen te staan.Hierdoor kwam de vraag naar de mogelijkheden tot juridische bestrijding van dergelijke organisaties prominent in beeld. Het meest geëigende instrument dat het Nederlandse recht kent is de beperking van het in de Grondwet neergelegde recht van vereniging door de artikelen 15 en 16 boek 2 BW. Door middel van deze artikelen kunnen organisaties verboden worden verklaard en/of worden ontbonden. In dit artikel volgt een beschouwing over de vraag of een democratie zich mag verweren tegen 'anti-democratische' organisaties en, zo ja, hoe ver men hierin mag gaan.Hierbij zal tevens het wetsontwerp verboden rechtspersonen, waarvan de parlementaire behandeling (1988) inmiddels is gevorderd tot en met het voorlopig verslag Eerste Kamer, aan de orde komen.

Verdieping | Studentartikel
juni 1988
AA19880359

Het recht van plakken

M.V. Polak, R. Zeldenrust

Dit artikel geeft een overzicht van de stand van zaken op het gebied van het plakken. Bekeken zal worden hoe het recht van plakken door de art. 7 GW, 10 ECRM en 19 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten wordt beschermd. Ondanks die bescherming blijken de centrale en de lagere wetgever, en met name de gemeenten, forse beperkingen op dit recht te kunnen aanbrengen. Aan het slot van het artikel worden enkele alternatieven ontwikkeld om het recht van plakken werkelijk inhoud te geven.

januari 1983
AA19830035

Het recht van grootouders op omgang met hun kleinkinderen

I. Goei

Anders dan vaak wordt gedacht zijn het niet alleen ouders, die recht op omgang met hun kinderen hebben. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ook anderen een omgangsregeling met het kind krijgen. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag, welke mogelijkheden voor grootouders openstaan, als zij een omgangsregeling met hun kleinkind(eren) willen. Hierbij worden de huidige (1988) wetgeving en jurisprudentie besproken en zal een voorstel tot een nieuwe wettelijke regeling met betrekking tot deze kwestie aan de orde komen. Tevens wordt een blik over de grenzen geworpen om te zien, hoe men dit probleem in het buitenland heeft aangepakt.

Bijzonder nummer | Ouderenrecht
oktober 1988
AA19880678