Shop

Het Socrates-Erasmus programma: ‘wie is er aan de beurt…?’

N.I.L. Padberg

In dit artikel wordt ingegaan op het Socrates/ Erasmus programma en de voordelen daarvan voor de rechtenstudent.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2005
AA20050184

Het slachtofferbeslag

C.B. van der Net

Op 1 januari 2014 is de Wet houdende aanpassing van onder andere het Wetboek van Strafrecht (Sr) en het Wetboek van Strafvordering (Sv) in verband met de introductie van het zogenaamde slachtofferbeslag in werking getreden. In deze bijdrage wordt dit slachtofferbeslag nader toegelicht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
februari 2014
AA20140133

Het slachtoffer en de afgedwongen verschijning van de verdachte

Het Shell CO2-arrest, mede bezien door een concernrechtelijke bril

S.M. Bartman

Hof Den Haag 12 november 2024, ECLI:NL:GHDHA:2024:2099 (Shell Plc/Milieudefensie)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2025
AA20250050

Het SER-advies van 15 mei 1992 over de betrokkenheid van de ondernemingsraad bij de voorbereiding van belangrijke beleidsbeslissingen en projecten

J. Zegers

Volgens een in 1987 uitgevoerd onderzoek is één van de knelpunten in het functioneren van ondernemingsraden dat ze in het algemeen pas op een laat tijdstip bij adviesplichtige besluiten worden betrokken. De onderzoekers wijten dit onder andere aan het huidige systeem van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 1989 aan de SER de vraag voorgelegd of dit 'knelpunt' aanleiding is om tot wijziging van de Wet op de Ondernemingsraden over te gaan. De SER heeft deze vraag beantwoord in zijn advies van 15 mei 1992. Het standpunt van de SER is het onderwerp van dit artikel.

Verdieping | Studentartikel
december 1992
AA19920762

Het Schotse referendum en het kiesrecht voor gedetineerden

R. van der Hulle

Post thumbnail Het kiesrecht voor gedetineerden is nog altijd een omstreden onderwerp binnen het Verenigd Koninkrijk. De Britse regering voert al jarenlang een felle strijd tegen de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: het EHRM), waaruit volgt dat een algehele, categorische uitsluiting van gedetineerden van deelname aan verkiezingen niet is toegestaan. Tegen die achtergrond werd het Britse Supreme Court gevraagd een oordeel te geven over de uitsluiting van gedetineerden van deelname aan het op 18 september 2014 gehouden Schotse referendum.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2015
AA20150454

Het schijnhuwelijk tussen vreemdelingenrecht en gelijkberechtiging van vrouwen

J.J. Bolten

De meeste buitenlandse vrouwen die tot verblijf in Nederland zijn toegelaten, danken hun toelating aan de zogenoemde gezinshereniging met hun reeds eerder hier te lande verblijvende echtgenoot. Met de afhankelijke verblijfstitel van deze vrouwen bezegelt het vreemdelingenbeleid de afhankelijkheid die de maatschappelijke positie van gehuwde vrouwen nog steeds veelal kenmerkt. Terwijl de gezinseenheid in Nederland langzaam maar zeker haar alleenzaligmakend aureool verliest, ook in het recht, blijft het vreemdelingenrecht haar pleitbezorger wanneer het aan de verbreking van hel gezinsverband gevolgen verbindt ten aanzien van de voortzetting van het verblijf. Om met de jurist te spreken: hinc lacrimae! Dat de Nederlandse overheid een allesbehalve permissief toelatingsbeleid voert mag bekend verondersteld worden, maar dat de ‘permissive society’ vreemdelingen buitenshuis behoeft niet als een logische consequentie gezien te worden. In de volgende uiteenzetting zal eerst het recht op gezinshereniging in Nederland geplaatst worden regen de achtergrond van verdragen, van hel systeem der Vreemdelingenwet en van de administratieve praktijk. In het tweede gedeelte wordt de opheffing van het afhankelijk verblijfsrecht onderzocht, waarbij de positie van de buitenlandse vrouwen centraal staat, terwijl meer zijdelings aandacht geschonken wordt aan de tweede generatie. Tenslotte wordt de afhankelijke verblijfstitel besproken als product van een beleid dat onder meer als grillig en ondoelmatig moet worden gekwalificeerd. Aan conclusies valt niet te ontkomen.

oktober 1981
AA19810603

Het Schadefonds Geweldsmisdrijven

D. Jalink

13 jaar geleden, is de wet in werking getreden waarbij het Schadefonds Geweldsmisdrijven is ingesteld. Het is nog steeds een voorlopige regeling. Het lijkt inmiddels tijd voor een definitieve regeling. De betreffende voorstellen, gedaan door de commissie Terwee zullen in dit artikel kort worden weergegeven en besproken, voorafgegaan door een overzicht van de wettelijke regeling, de rechtsgrond, de uitvoering daarvan en de bij het Schadefonds gevolgde procedure, en enkele cijfers.

Opinie | Column | Overig | Rode draad | Slachtoffers van delicten
februari 1989
AA19890110

Het Scalia Court

De nalatenschap van Justice Antonin Scalia (1936-2016)

J.J.J. Sillen

Post thumbnail

Op 13 februari overleed op 79-jarige leeftijd Antonin Scalia. Dertig jaar was hij lid van het negen rechters tellende Amerikaanse Hooggerechtshof. Vanwege zijn zeer uitgesproken opvattingen was Scalia geliefd onder conservatieven en gehaat onder liberalen. Deze bijdrage bespreekt zijn invloed op het Amerikaanse recht.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 2016
AA20160781

Het rookverbod en de bevoegdheid van de Hoge Raad om wetgeving aan verdragen te toetsen

R.J.B. Schutgens

Hoge Raad 10 oktober 2014, nr. 13/02931, ECLI:NL:HR:2014:2928 (Staat/Nietrokersvereniging CAN)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2015
AA20150305

Het risico van een Banksy

S. Steneker

Onlangs werd op een veiling een schilderij van Banksy verkocht dat zich onmiddellijk na de verkoop "spontaan" vernietigde. Hoe deze unieke gebeurtenis een schoolvoorbeeld kan worden, legt Sander Steneker uit in deze column.

Opinie | Column
november 2018
AA20180903

Het retentierecht van de expediteur in Boek 8 BW

M. van Hasselt

De expediteur heeft in Boek 8 BW zijn plaats gekregen in de derde afdeling van titel 2. De expeditie-overeenkomst of zoals het opschrift van afdeling 3 luidt 'de overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen', is de overeenkomst waarbij de expediteur zich jegens zijn opdrachtgever verbindt tot het sluiten van vervoerovereenkomsten met een vervoerder. In deze zin vervoert de expediteur dus zelf niet, hij is intermediair tussen enerzijds zijn opdrachtgever en anderzijds de vervoerder. De expediteur ontvangt hiervoor een vergoeding van zijn opdrachtgever. Artikel 8:69 BW regelt het retentierecht van de expediteur. Dit retentierecht heeft zich ontwikkeld van een bedongen retentierecht naar een wettelijk retentierecht. Aangezien de literatuur en de jurisprudentie betreffende dit onderwerp buitengewoon beperkt is, hoopt de auteur via zijn bijdrage enig inzicht in dit gedeelte van het (vervoers)recht te verschaffen.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930379