Resultaat 8437–8448 van de 12969 resultaten wordt getoond
M.P. de Jong-de Kruijf
Een aantal minderjarigen in Nederland heeft plannen om uit te reizen naar Syrië of omliggende landen om deel te nemen aan de gewapende jihad. Eén van de manieren om dit tegen te gaan is het plaatsen van deze minderjarigen in gesloten jeugdzorg. Hoe gaat dat precies en heeft deze maatregel zin?
Opinie | Opiniërend artikeloktober 2014AA20140727
M. Boelrijk
In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden van de Nederlandse justitie om minderjarige zedendelinquenten weer op het rechte pad te helpen zodat de kans op recidive verkleind wordt. Daarbij wordt er ook ingegaan op resultaten die bekend zijn uit onderzoeken aan interventiemethoden in de Verenigde Staten.
Verdieping | Studentartikeljuni 1992AA19920315
J.E. Doek
Dit artikel geeft een korte schets van wat men zou kunnen noemen de uitwendige geschiedenis van ht jeugdrecht zodat de lezer enige weet heeft van de aard en de omvang van het jeugdrecht. Vervolgens wordt ingegaan op de ontwikkeling van de leidende ideeën in het jeugdrecht.
Overig | Rode draad | Minderjarigen in het rechtjanuari 2000AA20000025
V. Mak
De rechtsheldin die Vanessa Mak heeft uitgekozen voor haar bijdrage aan de Blauwe Pagina;s over ‘Rechtsheld(inn)en is bij uitstek een voorbeeld van een hedendaagse privatist: Mindy Chen-Wishart. Zij is hoogleraar in Oxford met een specialisatie in het contractenrecht en sinds 2020 decaan van de Faculty of Law van de University of Oxford.
Blauwe pagina's | Rechtsheld(inn)enmaart 2022AA20220172
Th.C.J.A. van Engelen
HvJ EU 19 oktober 2023, C-655/21, ECLI:EU:C:2023:791, IEPT20231019 (G.ST.T.) (rechters: C. Lycourgos, O. Spineanu-Matei (rapporteur), J.-C. Bonichot, S. Rodin and L.S. Rossi, conclusie A-G G. Pitruzezella)
Annotaties en wetgeving | Annotatiefebruari 2024AA20240168
L.J.A. Damen
Rechtbank 's-Gravenhage 23 december 2005, nr. KG 05/1570, ECLI:NL:RBSGR:2005:AU8652, LJN AU8652 (mr. Paris) Hier staat de vraag centraal of de centrale overheid bevoegd is om een schorsingsbesluit uit te vaardigen met als doel een rechtsgang bij de bestuursrechter te voorkomen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2006AA20060300
E.J. Govaers
Op 17 april 2024 verdedigde Evert-Jan Govaers als buitenpromovendus aan de Universiteit Leiden zijn proefschrift Ministers van Staat. Onbekend en bemind; van podium naar de coulissen? De aanleiding voor zijn onderzoek was de benoeming in 2018 van enkele Ministers van Staat en de in verband hiermee gerezen nieuwsgierigheid naar dit bijzondere ministerschap. In deze bijdrage licht hij enkele van de onderwerpen uit zijn onderzoek specifiek uit. In het dagelijks leven is Govaers werkzaam als senior rechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant.
Literatuur | Proefschriftbijdragefebruari 2025AA20250161
J.C.F.J. van Merriënboer
Deze bijdrage handelt over de staatsrechtelijke positie van de minister-president vanuit politiek-historisch perspectief. De nadruk ligt op de groei die het premierschap de afgelopen 75 jaar doormaakte: van weinig op de voorgrond tredende voorzitters van de ministerraad, zoals Willem Drees (1948-1958), tot prominente bekleders van het hoogste politieke ambt zoals Ruud Lubbers (1982-1994) en Mark Rutte (vanaf 2010).
Blauwe pagina's | Recht en politiekseptember 2020AA20200742
R. de Lange
In een goed functionerende democratie zijn er grenzen gesteld aan de macht van de machthebbers. In Nederland is dit ook zeker zo en een van deze grenzen, ministeriële verantwoordelijkheid wordt in onderstaand artikel besproken.
Opinie | Opiniërend artikelnovember 1999AA19990809
P.P.T. Bovend'Eert
De inhoud en de omvang van de ministeriële verantwoordelijkheid zijn dikwijls voorwerp van onduidelijkheden, controverses en misverstanden. Voor welk handelen en nalaten is de minister verantwoording schuldig is jegens het parlement?
9789069164649 - 11-12-2002
D.A. Roos
Dit stuk behandeld de welbekende ministeriële verantwoordelijkheid voor de koning, het koninklijk huis en de koninklijke familie.
Verdieping | Verdiepend artikelmei 2004AA20040341
J. Langer, W. Sauter
In haar eerste zaak stelde de Nederlandse Mededingingsautoriteit vast dat de NOS en de Holland Media Groep hun monopolie op programmagegevens misbruiken. Aan de hand van dit oordeel wordt ingegaan op de nieuwe Mededingingswet en in het bijzonder op het leerstuk van misbruik van een economische machtspositie.
Verdieping | Verdiepend artikelfebruari 1999AA19990088