Resultaat 553–564 van de 12368 resultaten wordt getoond
B. Oosting
Reactie van Bert Oosting op kritiek die Inge Zuurendonk leverde op zijn artikel. Zuurendonk uitte haar zorgen over het oneigenlijke gebruik van artikel 140 lid 1 Sr. X vindt echter niet dat art. 140 uit de strafwet moet verdwijnen. Hij zet verschillende voordelen van art. 140 uiteen. Zo is dit artikel van groot nut in de bestrijding van fraude en de georganiseerde misdaad.
Verdieping | Studentartikeljanuari 1989AA19890015
J.M. Blanco Fernández
Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingenmei 2017AA20170360
M. Gijsen, E. Verheijen
In mei 1986 werden in Nederland parlementsverkiezingen gehouden. Deze mondden uit in een bestendiging van het CDA/VVD-kabinet. In het regeerakkoord van het kabinet Lubbers-II werden aanzetten gegeven tot een wijziging van artikel 23 Gw. Gezien het herhaaldelijk mislukken van eerdere voorstellen is het de vraag of dit nieuwe voorstel kans van slagen heeft. Om inzicht te krijgen in de problematiek van de herziening van artikel 23 Gw zullen wij een kort overzicht geven van de herzieningspogingen in respectievelijk 1976 en 1985. Uit deze voorgeschiedenis hebben we factoren gedistilleerd die van invloed zijn geweest op de moeizaam verlopen herziening. Samen met een analyse van de tekst over artikel 23 Gw in het regeerakkoord van het kabinet Lubbers-II vormde dit een basis voor interviews met representanten uit de politiek, de wetenschap en de belangenorganisaties. Deze interviews hebben wij gebruikt om een antwoord te vinden op de vraag naar de haalbaarheid van dit voorstel. Deze vraagstelling heeft niet alleen betrekking op de mogelijkheden van het huidige grondwetsartikel maar ook op de wenselijkheid van toekomstig beleid ten aanzien van het onderwijs, dus duidelijk met een politieke achtergrond.
november 1987AA19870687
A. de Rouw
De omroepwet van 1967 geeft een wettelijk kader aan de wezenskenmerken van ons Omroepbestel: identiteit van zendgemachtigden, programma-autonomie, pluriformiteit, openheid, non-commercialiteit, gezamenlijkheid en (evenredige) verdeling van zendtijd en middelen. Deze bijdrage behandelt een onderdeel van het aspect 'gezamenlijkheid'.
januari 1983AA19830057
I. de Wilde
Een nawoord op de reactie bij het artikel 'De Raad van State Voorbij'.
Opinie | Reactie/nawoordseptember 2005AA20050726
A.C. van Schaick
Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingenoktober 2017AA20170772
E.F. Verheul
Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2016AA20160590
H.J. Vetter
Een bevoegdheid die iemand krachtens het burgerlijk recht toekomt, mag niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht, aldus artikel 3.1.1.15 NBW. Impliceert deze bepaling dat de burgerlijke rechter na invoering van het NBW rechtstreeks gaat toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur? In welk opzicht kan deze bepaling op het raakvlak van privaatrecht en publiekrecht in het NBW de invloed van geschreven en ongeschreven regels van publiekrecht op het privaatrecht doen toenemen? Een verkenning.
mei 1987AA19870297
G.J. van de Kamp
Op 24 november 1993 deed het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna 'het Hof) een prejudiciële uitspraak in de strafzaken tegen de heren B. Keek en D. Mithouard. Ondanks het feit dat het Hof met het Keck-arrest duidelijkheid heeft willen verschaffen over de reikwijdte van artikel 30 EG-Verdrag, roept het arrest ook vele nieuwe vragen op. Getracht wordt enige duidelijkheid in deze materie te brengen. Hiertoe zal met name de invloed van het Keck-arrest op reclameregelingen worden belicht.
Verdieping | Studentartikelseptember 1995AA19950660
H.J. de Kloe
Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingennovember 2017AA20170938
K.J.M. Mortelmans
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap (HvJ EG) 9 december 1997, ECLI:EU:C:1997:595, nr. C-265/95 (Commissie van de Europese Gemeenschappen t. Franse Republiek) Noot bij een arrest van het HvJ EG waarbij het vrij verkeer van goederen en de verstoring daarvan aan de orde is.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1998AA19980200
M. Nap
Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingenjuni 2017AA20170468