Shop

Resultaat 553–564 van de 12335 resultaten wordt getoond

Artikel 23 Grondwet, een impasse in het onderwijs

M. Gijsen, E. Verheijen

In mei 1986 werden in Nederland parlementsverkiezingen gehouden. Deze mondden uit in een bestendiging van het CDA/VVD-kabinet. In het regeerakkoord van het kabinet Lubbers-II werden aanzetten gegeven tot een wijziging van artikel 23 Gw. Gezien het herhaaldelijk mislukken van eerdere voorstellen is het de vraag of dit nieuwe voorstel kans van slagen heeft. Om inzicht te krijgen in de problematiek van de herziening van artikel 23 Gw zullen wij een kort overzicht geven van de herzieningspogingen in respectievelijk 1976 en 1985. Uit deze voorgeschiedenis hebben we factoren gedistilleerd die van invloed zijn geweest op de moeizaam verlopen herziening. Samen met een analyse van de tekst over artikel 23 Gw in het regeerakkoord van het kabinet Lubbers-II vormde dit een basis voor interviews met representanten uit de politiek, de wetenschap en de belangenorganisaties. Deze interviews hebben wij gebruikt om een antwoord te vinden op de vraag naar de haalbaarheid van dit voorstel. Deze vraagstelling heeft niet alleen betrekking op de mogelijkheden van het huidige grondwetsartikel maar ook op de wenselijkheid van toekomstig beleid ten aanzien van het onderwijs, dus duidelijk met een politieke achtergrond.

november 1987
AA19870687

Artikel 25 Omroepwet: bindmiddel en splijtzwam in omroepland

A. de Rouw

De omroepwet van 1967 geeft een wettelijk kader aan de wezenskenmerken van ons Omroepbestel: identiteit van zendgemachtigden, programma-autonomie, pluriformiteit, openheid, non-commercialiteit, gezamenlijkheid en (evenredige) verdeling van zendtijd en middelen. Deze bijdrage behandelt een onderdeel van het aspect 'gezamenlijkheid'.

januari 1983
AA19830057

Artikel 289a Sr ongrondwettig?

I. de Wilde

Een nawoord op de reactie bij het artikel 'De Raad van State Voorbij'.

Opinie | Reactie/nawoord
september 2005
AA20050726

Artikel 3:78 en 3:79 BW

Vooral een kwestie van gezond verstand

A.C. van Schaick

Post thumbnail

Aan het slot van titel 3.3 BW (volmacht) staan artikel 3:78 en 3:79 BW, twee schakelbepalingen met een verschillend karakter: de eerste ziet op andere vertegenwoordigingsvormen dan volmacht, de tweede op niet vermogensrechtelijke volmachtsvormen. De schakelbepalingen hebben gemeen dat ze de wetstoepasser op het verkeerde been kunnen zetten.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
oktober 2017
AA20170772

Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer

E.F. Verheul

Post thumbnail

Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160590

Artikel 3.1.1.15 NBW: nieuws onder de zon?

H.J. Vetter

Een bevoegdheid die iemand krachtens het burgerlijk recht toekomt, mag niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht, aldus artikel 3.1.1.15 NBW. Impliceert deze bepaling dat de burgerlijke rechter na invoering van het NBW rechtstreeks gaat toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur? In welk opzicht kan deze bepaling op het raakvlak van privaatrecht en publiekrecht in het NBW de invloed van geschreven en ongeschreven regels van publiekrecht op het privaatrecht doen toenemen? Een verkenning.

mei 1987
AA19870297

Artikel 30 EG na het arrest Keck en Mithouard

G.J. van de Kamp

Op 24 november 1993 deed het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna 'het Hof) een prejudiciële uitspraak in de strafzaken tegen de heren B. Keek en D. Mithouard. Ondanks het feit dat het Hof met het Keck-arrest duidelijkheid heeft willen verschaffen over de reikwijdte van artikel 30 EG-Verdrag, roept het arrest ook vele nieuwe vragen op. Getracht wordt enige duidelijkheid in deze materie te brengen. Hiertoe zal met name de invloed van het Keck-arrest op reclameregelingen worden belicht.

Verdieping | Studentartikel
september 1995
AA19950660

Artikel 35 lid 3 Fw: een impliciete maar noodzakelijke schakelbepaling met een aantal knelpunten

H.J. de Kloe

Post thumbnail

De schakelbepaling van deze maand is artikel 35 lid 1 Fw, waarin is opgenomen dat (de voltooiing van) een levering door de failliet vanaf de dag van de faillietverklaring niet geldig meer kan geschieden. Deze bepaling kent een aantal knelpunten.

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
november 2017
AA20170938

Artikel 5 EG juncto artikel 30 EG: een nieuwe route voor het vrije verkeer van goederen

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap (HvJ EG) 9 december 1997, ECLI:EU:C:1997:595, nr. C-265/95 (Commissie van de Europese Gemeenschappen t. Franse Republiek) Noot bij een arrest van het HvJ EG waarbij het vrij verkeer van goederen en de verstoring daarvan aan de orde is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1998
AA19980200

Artikel 5 Statuut: het plan B van de Nederlandse dekolonisatie

M. Nap

Post thumbnail

Hemelbestormende plannen voor een volledig opgetuigde koninkrijksgrondwet bleken na de Tweede Wereldoorlog onuitvoerbaar. In plaats daarvan kwam een uitgeklede raamconstitutie tot stand. Een schakelbepaling moest ervoor zorgen dat de Grondwet waar nodig aanvulling bood. Deze pragmatische insteek heeft geleid tot een regeling die zich eenvoudig laat negeren. 
 

Blauwe pagina's | Ode aan de schakelbepalingen
juni 2017
AA20170468

Artikel 6 Europese Conventie en de sociale zekerheid

E.P. de Jong

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 29 mei 1986, nr. 8562/79, ECLI:CE:ECHR:1986:0529JUD000856279 (Feldbrugge-arrest) en Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 29 mei 1986, nr. 9384/81, ECLI:CE:ECHR:1986:0529JUD000938481 (Deumeland-arrest)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1987
AA19870242

Artikel 6:211 BW en de Engelse law of restitution

H.J. van Kooten

Kan hetgeen ter nakoming van een nietige overeenkomst is gepresteerd, uit onverschuldigde betaling worden teruggevorderd? Onder het oude BW beantwoorde de Hoge Raad deze vraag bevestigend. Immers, een nietige overeenkomst doet geen verbintenissen ontstaan en hetgeen uit doen hoofde is betaald, kan daarom ongedaan worden gemaakt. Dat is ook de hoofdregel onder het huidige BW. De terugvorderingsactie zal echter niet slagen voor zover deze in strijd komt met de redelijkheid en billijkheid. In deze bijdrage wordt onderzocht wat redelijkheid en billijkheid in artikel 6:211 BW eisen. Het Engelse restitutierecht dient daarbij als bron van inspiratie.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940311

Resultaat 553–564 van de 12335 resultaten wordt getoond