Shop

Nawoord

A.P.A. Broeders

Reactie op het artikel 'Begrijpt de rechter wat ik bedoel?' van A.P.A. Broeders, die een nawoord op deze reactie heeft geschreven.

Opinie | Reactie/nawoord
november 2010
AA20100833

Nawoord

A.L.H. Ernes

Nawoord bij de reactie van Hansko Broeksteeg

Opinie | Reactie/nawoord
maart 2011
AA20110252

Navorderingsarrest

A.O. Lubbers

Hoge Raad 21 december 2012, nr. 11/04564, ECLI:NL:HR:2012:BY6916, LJN: BY6916

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2013
AA20130219

UCERF 13 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Nauwere samenwerking binnen de Europese Unie: nieuwe IPR-verordeningen over de vermogensrechtelijke gevolgen van huwelijken en geregistreerde partnerschappen

J-G. Knot

Op 29 januari 2019 zijn twee EU-verordeningen van toepassing geworden die van groot belang zijn voor het grensoverschrijdende familierecht. Het zijn Verordening (EU) 2016/1103 op het gebied van huwelijksvermogensstelsels en Verordening (EU) 2016/1104 op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen. De auteur beziet wat ons te wachten staat met deze twee nieuwe […]

Natuur- en landschapsbehoud en de landinrichtingswetgeving

J.E. van der Boon

De belangen van natuur- en landschapsbehoud staan veelal op gespannen voet met de belangen van de landbouw. De moderne agrarische bedrijfsvoering vormt in toenemende mate een bedreiging voor natuur en landschap, vooral door de schaalvergroting en het intensievere grondgebruik. In de afgelopen jaren is de belangstelling voor natuur en landschap, ook van de zijde van de overheid, sterk toegenomen. De belangentegenstellingen komen op duidelijke wijze aan het licht bij landinrichting. In dit artikel zal de ontwikkeling van de positie van natuur en landschap binnen de landinrichtingswetgeving aan de orde komen.

januari 1984
AA19840001

Naturalisatiebesluit en contraseign

P.J. Boon

Nationale ombudsman 15 juni 1993, nr. 93/410, ECLI:NL:XX:1993:AN3183, AB 1993, 430 m.nt. PJS Het betreft geen uitspraak door een rechtsprekend orgaan maar de Nationale Ombudsman. De uitspraak vormt een kapstok voor de annotator om in te gaan op het in art. 47 Gw geregelde omtrent contraseign door een of meer ministers bij wetten en koninklijke besluiten. Er wordt ingegaan op de ministeriële verantwoordelijkheid, totstandkoming van besluiten en wetten door signering staatshoofd. Het gaat i.c. om een zaak waarbij de Koning reeds het naturalisatiebesluit heeft getekend en vervolgens de minister weigert om dit besluit te ondertekenen. Volgens de Nationale Ombudsman is dit niet wenselijk en niet toegestaan omdat de minister het initiatief neemt voor het besluit. De annotator gaat uitgebreid op het oordeel van de Nationale Ombudsman in.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1994
AA19940237

Natura 2000 in Nederland: kan het niet wat minder?

S.D.P Kole

Post thumbnail In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte IV zijn het oplossen van de woningcrisis en de stikstofcrisis als belangrijke doelstellingen voor de komende jaren aangemerkt. Het oplossen van deze ‘hoofdpijndossiers’ wordt echter bemoeilijkt door de aanwezigheid van 162 Natura 2000-gebieden in Nederland die op basis van het Unierecht strikt moeten worden beschermd. In dat kader kan de vraag worden gesteld of Nederland niet toe kan met minder Natura 2000-gebieden.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2022
AA20220864

Natrekking, vermenging en zaaksvorming (Digitaal boek)

Natrekking, vermenging en zaaksvorming

Nationaliteit en Europees burgerschap: de Maltese paspoortzaak

J.J.J. Sillen

HvJ EU (Grote Kamer) 29 april 2025, C‑181/23, ECLI:EU:C:2025:283 (Commissie/Malta)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2025
AA20250707

Nationalisaties in het internationale recht

P.R.J. Dumoré

Op het terrein van de buitenlandse investeringen is er sprake van een structurele ongelijkheid tussen Noord (kapitaal-exporterende landen) en Zuid (kapitaal-importerende). Maar is er eenmaal geïnvesteerd in een gastland, dan is dat land in een zeer sterke positie en bestaat er altijd het risico dat tot nationalisatie wordt overgegaan. De kans dat tot nationalisatie zal worden overgegaan is afhankelijk van het land en de sector waarin geïnvesteerd wordt, maar ook van de aard van de onderneming. Alhoewel dit risico gemiddeld gezien niet overdreve11 groot is, gaat het echter wel om enorme bedragen. Door de meeste juristen wordt aangenomen dat een nationalisatie aan bepaalde legaliteitsvoorwaarden moet voldoen, maar er is geen eenstemmigheid over welke die voorwaarden nu zijn. In dit artikel worden enkele van die legaliteitsvoorwaarden, die het internationale recht aan de storingen van eigendom en vermogensrechten stelt, behandeld. Hiernaast zal aandacht worden besteed aan de belangrijkste VN-resoluties op dit terrein.

juli 1982
AA19820437

Nationale rechterlijke toetsing van VN-sanctiemaatregelen

C.M.J. Ryngaert

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 21 juni 2016, ECLI:CE:ECHR:2013:1126JUD000580908, nr. 5809/08 (Al-Dulimi en Montana Management, Inc. tegen Zwitserland)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2016
AA20160766