Shop

Het juridisch onderwijs in ontwikkeling: doelstelling, opzet en rendement van de European Law School

J.H.M. van Erp, A.W. Heringa, H.J. de Kluiver

Perspectief | Perspectiefartikel
december 2000
AA20000850

Het juridisch startpunt

M. de Jonge

De website het Juridisch Startpunt wordt besproken.

Overig | Website
februari 2003
AA20030132

Het juridische speelveld van de mode met Melania Trump, Christian Dior en greenwashing

L.A.G.M. van der Geld

Juristen en mode, gaan die twee samen? Jazeker, en op veel verschillende manieren. Lucienne van der Geld showt het ons in deze column.

Opinie | Column
maart 2025
AA20250183

Het Kabinet der Koningin in spagaat (?): geen bestuursorgaan . . . maar wel overheidsorgaan!

H. Waalwijk

Volgens de Raad van State is het Kabinet der Koningin geen bestuursorgaan. Belangrijkste reden: Het kabinet zou ‘uitsluitend ondersteunende taken verricht [en] ten dienste van de uitoefening van de constitutionele taken van de koningin [en] aan het kabinet zijn geen eigen, zelfstandige taken opgedragen’. Aldus de Raad van State in zijn interpretatie van artikel 1:1,eerste lid,aanhef en onder a van de Algemene wet bestuursrecht. Echter, een gelijkluidende tekst staat in de Archiefwet 1995 bij de omschrijving van het begrip overheidsorgaan, en die wet is zelfs expliciet op het Kabinet der Koning van toepassing.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2007
AA20070961

Het kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht overgeleverd aan politieke willekeur

Soevereiniteit en eigendom in het tijdperk van het Nieuw Imperialisme (1870-1914)

W.A.M. van der Linden

Post thumbnail

In de historische context van de verwerving en opdeling van Afrikaans grondgebied door Europeanen aan het einde van de 19e eeuw, zal in dit artikel worden betoogd dat het door de Europeanen zelf ingestelde kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht onder druk kwam te staan en werd onderworpen aan politiek eigenbelang.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2014
AA20140701

Het kind van de rekening

I. Meijer

Redactioneel artikel waarin twee redacteuren betogen dat het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek niet meer van deze tijd is. Na een aantal voorbeelden waarin Nederland door het EHRM op haar vingers is getikt inzake onder meer afstamming en erkenning bepleiten de redacteuren voor een actualisering van Boek 1 BW.

Opinie | Redactioneel
februari 1995
AA19950099

Het kleurmerk Libertel oranje: springt het licht op rood of op groen?

B. Lindeboom

De aanvraag van Libertel voor het depot van het kleurmerk oranje is door het Benelux Merken-bureau(hierna: BMB) afgewezen, alsmede het daartegen ingestelde beroep bij het Hof Den Haag. De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ). Kernvraag was of een enkele specifieke kleur, zonder vorm of omtrek, onderscheidend vermogen kan hebben voor bepaalde waren of diensten in de zin van artikel 3 lid1, aanhef en onder b, van de Merkenrichtlijn. De A-G bij het HvJ beantwoordde deze vraag ontkennenden deed met zijn conclusie een hoop stof opwaaien in de tot dan toe kleurrijke wereld van het merkenrecht. Het HvJ stofte hier en daar wat, maar hebben we nu een merkenwereld waarin geleefd mag worden? Een beschouwing over het afgewezen kleurmerk oranje, de conclusie van de A-G en het arrest van het HvJ.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2003
AA20030739

Het klimaatakkoord van Parijs: bouwen aan wereldrecht of bewijs van falende internationale samenwerking?

M.M.T.A. Brus

Post thumbnail

Het klimaatakkoord van Parijs bevat weinig harde juridische verplichtingen. Staten bepalen zelf hoe sterk ze zich zullen inspannen om klimaatverandering te beperken en de gevolgen op te vangen. Toch moet het juridisch belang niet onderschat worden. Het is een stap in de nieuwe realiteit van het wereldrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160615

Het klimaatgevaar en het gouden Kelderluik

A.G. Castermans

Post thumbnail

Het vonnis in de Urgenda-zaak kan worden verklaard vanuit procedureel perspectief. Partijen – Urgenda en de Staat – waren het voor de Haagse rechtbank over veel eens en de Staat heeft van een aantal punten – feitelijk – geen probleem gemaakt. De rechtbank bleef binnen de constitutionele grenzen door hetgeen feitelijk en juridisch tussen partijen is komen vast te staan.

Opinie | Tweeluik
januari 2016
AA20160034

Het kneedbare belanghebbendebegrip

K.A.W.M. de Jong, A.P. Klap

Post thumbnail Om toegang te krijgen tot de bestuursrechter moet je belanghebbende zijn. Bij de invulling van het belanghebbendebegrip wordt gezocht naar optimale, niet naar maximale rechtsbescherming. Daarbij spelen zowel principiële en rechtspolitieke argumenten als efficiencyoverwegingen een rol. Als gevolg daarvan is de feitelijke invulling van het belanghebbendebegrip altijd aan verandering onderhevig.

Rode draad | Toegang tot het recht
februari 2019
AA20190147

Het komen en gaan van vreemdelingen

H. Prins

Wie zich verdiept in de literatuur die in de afgelopen 20 jaar verschenen is over het minderhedenvraagstuk, krijgt de indruk dat het toelatingsbeleid zowel de oorzaak voor het minderhedenprobleem is, alswel de voorwaarde voor het oplossen ervan. Het toelatingsbeleid van de jaren ’60 heeft geleid tot de komst van veel buitenlanders naar Nederland. De verandering van het beleid als reactie daarop, zal de hoofdmoot zijn van dit artikel. Toelatingsbeleid is een complex geheel. Vreemdelingen komen op verschillende gronden Nederland binnen, familieleden op grond van humanitaire overwegingen, vluchtelingen op grond van het Vluchtelingenverdrag en het verlenen van vergunningen en vluchtelingen met een zogenaamde B-status op grond van humanitaire overwegingen om er maar enkele te noemen. In dit artikel zal ik alleen de vergunning tot verblijf van de buitenlandse werknemer - ook wel de ‘mediterrane vreemdeling’ genoemd - en de daarmee samenhangende problemen behandelen. Aan het slot komt een betrekkelijk nieuw aspect van het minderhedenbeleid aan de orde. In 1975 is men bij wijze van experiment begonnen met het zogenaamde terugkeerprojecten-programma. Dat had als doel de werkgelegenheid in de landen van herkomst zodanig te stimuleren dat buitenlandse werknemers daar naar terug konden keren. Wat dat opleverde zal aan de hand van het evaluatierapport ‘Terug naar een nieuw begin’ behandeld worden.

oktober 1981
AA19810664

Het Koninkrijk der Nederlanden na de opheffing van de Nederlandse Antillen op 10 oktober 2010

L.J.J. Rogier

Post thumbnail

september 2010
AA20100563