Shop

Doe maar een cursusje empirisch-juridisch onderzoek

G. van Dijck

Post thumbnail

De vraag hoe het recht ‘werkt’ of uitpakt is belangrijk met het oog op het beschrijven en evalueren van het recht, alsook voor het doen van aanbevelingen. Deze amuse geeft een aantal voorbeelden van onjuiste aannames over wat het recht ‘doet’, bespreekt de risico’s hiervan en vraagt aandacht voor de noodzaak van meer training in empirisch onderzoek.

Opinie | Amuse
februari 2018
AA20180102

Doe meer met Kant

E.H. Hondius

Hondius bepleit aan de hand van een aantal voorbeelden het meer gebruik maken van de klassieke (rechts)filosofie bij de uitleg en toepassing van het contractenrecht.

Opinie | Column
maart 2008
AA20080199

Doel en middel in het bestuursrecht

E.M.H. Hirsch Ballin, A.J.C. de Moor-van Vugt

Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 1 juli 1985, ECLI:NL:RVS:1985:AP3941, nr. R01850328/SP41 (Kapteijn, Boukema, Van der Hoeven)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1986
AA19860783

Doel, gebruik en betekenis van de considerans in richtlijnen van de Europese Unie

Doelmatigheid, rechtvaardigheid en fatsoen

Over normatieve eenzijdigheid in juridisch(-empirisch) onderzoek

V.C. Geeraets

Post thumbnail Centraal in dit artikel staat een onderscheid dat ik maak tussen drie registers van normativiteit: doelmatigheid, rechtvaardigheid en fatsoen. Aan de hand van voorbeelden betoog ik dat binnen een verantwoorde evaluatie van het recht aan alle drie de registers aandacht wordt geschonken. Het hoofdvoorbeeld vormt het systeem van promoveren en degraderen in het gevangeniswezen. Ook komt aan bod hoe de beweging ELS zich verhoudt tot deze registers.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2022
AA20220945

Domeinnaam-vallen! Het onrechtmatig registreren van Internet-domeinnamen en de mogelijkheden voor een andere wijze van aanpak van het beheer van het Nederlandse domein

M. Sanna

Geschillen over het registreren van domeinnamen die overeenkomen met een gedeponeerd merk zijn aan de orde van de dag. In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van (het ontstaan van) de wijze van beheer van domeinnamen. Op nationaal en internationaal niveau wordt gezocht naar oplossingen om het onrechtmatig registreren tegen te gaan. In dit artikel wordt betoogd dat de overheid moet ingrijpen in de wijze van het beheer van domeinnamen, dat thans in handen is van particuliere organisaties.

Verdieping | Studentartikel
juli 2001
AA20010526

Domitius Ulpianus

J.E. Jansen

Deze maand staat Domitius Ulpianus centraal in de Romeinen-column. Ulpianus wist kraakhelder weer te geven hoe het recht in elkaar stak, zoals blijkt uit zijn bijna 2500 (!) Digesten-fragmenten.

Perspectief | Column
februari 2022
AA20220153

Don Quichotte en de nepauteurs

E.H. Hondius

Het noemen van meerdere auteurs onder een wetenschappelijk artikel is een must.

Opinie | Column
februari 2007
AA20070118

Don’t make a fortress out of a dictionary

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze aflevering van 'Vijf minuten rechtsfilosofie' vertellen Carel Smith & Harm Kloosterhuis over Judge Learned Hand en het wel heel erg letterlijk interpreteren van rechtsnormen (oftewel: textualism).

Perspectief | Column
mei 2020
AA20200507

Donkere wolken boven het recht

T. Hartlief

Post thumbnail In deze amuse betoogt Ton Hartlief dat het recht in de huidige crisistijd weer terug naar de kern moet; weg met de luxe en franje, en terug naar bijvoorbeeld bescherming tegen een almachtige overheid, bescherming van de zwakkere partij en het rechttrekken van ongelijke verhoudingen.

Opinie | Amuse
mei 2013
AA20130352

Door invoering van de strafbeschikking minder werk voor de rechter? Reactie op Rinus Otte, ‘Het Openbaar Ministerie en de strafbeschikking. De voortdurende ontlasting van de rechtspraak’

Nawoord bij bovenstaande reactie

M. Otte, F. van Tulder

In deze bijdrage reageert Frank van Tulder op een in maart 2019 in Ars Aequi verschenen artikel van Rinus Otte. Met een nawoord van Otte.

Opinie | Reactie/nawoord
september 2019
AA20190668

Door roekeloosheid getriggerd

T. Kooijmans

Hoge Raad 28 oktober 2014, nr. 13/02341, ECLI:NL:HR:2014:3057 (Russische roulette)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2015
AA20150130