Shop

De onder uitsluitingsclausule verkregen grond en de daarop gebouwde nieuwe woning: nominaliteitsleer of beleggingsleer?

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 15 februari 2008, nr. C06/262HR, ECLI:NL:HR:2008:BC1856, LJN: BC1856, NJ 2008, 110 In deze zaak die is terechtgekomen bij de Hoge Raad is aan de orde in hoeverre een man na de scheiding kan meedelen in de waardestijging van een huis dat privé-eigendom is van zijn ex-vrouw maar dat met gemeenschappelijk geld is gebouwd. De vraag is hierbij of de nominaliteitsleer of de beleggingsleer geldt. In de noot wordt ook dieper ingegaan op nieuwe wetgeving waarin de beleggingsleer verankerd is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2008
AA20080628

De ondergang van het verlofstelsel in strafzaken

J.S. Nan

Post thumbnail Sinds 2007 kunnen kleine strafzaken in hoger beroep aan de poort worden afgedaan via een beslissing van de voorzitter van het hof. Sprake is van een verlofstelsel. Als – kort gezegd – naar het oordeel van de voorzitter een behandeling van de zaak niet in het belang van een goede rechtsbedeling is, wordt het hoger beroep buiten behandeling gelaten (art. 410a Sv). De achterliggende gedachte was dat zo capaciteit bespaard kon worden. De praktijk bleek echter weerbarstig en het verlofstelsel zal een stille dood sterven.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
april 2024
AA20240284

De ondertoezichtstelling herzien – snellere bemoeienis met meer rechtswaarborgen

M.R. Bruning

Post thumbnail De overheid bemoeit zich met gezinnen als er zorgen bestaan over de ontwikkeling van een minderjarige en vrijwillige hulp geen optie (meer) is. In deze bijdrage wordt, aan de hand van de voorstellen met betrekking tot de ondertoezichtstelling in het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen – momenteel aanhangig in de Eerste Kamer – geschetst dat snel(ler) ingrijpen in gezinnen om kinderen te beschermen in het huidige klimaat belangrijker is geworden in verhouding tot het recht op een ongestoord gezinsleven. Daarbij worden verschillende voorstellen tot wijziging van de huidige regeling van ondertoezichtstelling kritisch besproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2011
AA20110779

De ondertoezichtstelling van minderjarigen

M. Reinsma

In dit artikel wordt ingegaan op de nieuwe regeling rondom de ondertoezichtstelling van minderjarigen. De regeling verandert de dubbelfunctie van de rechter van controleur van de ondertoezichtstelling en de handhaving ervan. In de wet worden de wetsgeschiedenis en de hoofdlijnen van de nieuwe regeling besproken.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1995
AA19950951

De onderzoeksmaster. Wat wil een mens nog meer?

H.E. Bröring

De auteur maakt eerst enkele opmerkingen over de door de Bologna-verklaring ingevoerde, BaMa-structuur in het algemeen om vervolgens de plaats van de onderzoeksmaster hierin aan te geven. Tenslotte eindigend met de doelstellingen en het opleidingsprogramma van deze onderzoeksmaster.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 2004
AA20040815

De ongekende opleving van het noodrecht in de coronacrisis

Over de inzet van noodverordeningen en staatsnoodrecht ter infectieziektebestrijding

A.J. Wierenga

Post thumbnail Ons infectieziektebestrijdingsrecht bleek na de uitbraak van het coronavirus al snel volstrekt ontoereikend voor de noodzakelijk geachte maatregelen. De juridische queeste naar aanvullende bevoegdheden resulteerde uiteindelijk in een speciale coronawet. In langdurige afwachting van die wet werd intensief gebruik­gemaakt van het gemeentelijke noodrecht om het gat te dichten. Zelfs het staatsnoodrecht werd ingezet ter infectieziekte­bestrijding. Dit uitzonderlijke gebruik van het noodrecht staat centraal in dit artikel.

Bijzonder nummer | Crisis!
juli 2021
AA20210660

De Ongevallenwet

R.J.S. Schwitters

In 1901 werd na veel tumult de Ongevallenwet aangenomen. Met deze wet verzekerde de staat een uitkering aan in een groot aantal bedrijfstakkenwerkzame werknemers die op hun werk door een ongeval getroffen waren. In deze bijdrage bij de 'Canon van het recht' worden de achtergronden bij deze wet besproken.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2009
AA20090683

De onmiddellijk geëffectueerde lozingsvergunning

J.G. Steenbeek

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1982
AA19820304

De onmiskenbare vergissing en de bedoeling van de betaler

P.J. Neijt

Een onverschuldigde betaling aan een gefailleerde (rechts)persoon kan ongedaan gemaakt worden wanneer er sprake is van een onmiskenbare vergissing. Ik ben van mening dat van een dergelijke onmiskenbare vergissing slechts sprake is, wanneer de betaler zich vergist in de persoon aan wie betaald moet worden.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2002
AA20020722

De onrechtmatige overheidsdaad een bijzonder leerstuk

L. di Bella

Post thumbnail

Ook de overheid kan aansprakelijk zijn wegens onrechtmatige daad. Gelden bij overheidsaansprakelijkheid dezelfde voorwaarden als bij aansprakelijkheid van private partijen? Een onderzoek naar de bijzondere positie van de overheid in het aansprakelijkheidsrecht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2014
AA20140782

De onroerende niet-nagetrokken CAI

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 6 juni 2003, nr. 36075, ECLI:NL:HR:2003:AD3578, JOR 2003, 222 In deze annotatie bij een arrest over de overdracht van een centrale-antenne-inrichting komen verschillende onderwerpen en problemen die spelen in het goederenrecht naar voren zoals het onderscheid tussen roerende en onroerende zaken, het eigendomsvraagstuk en de natrekkingsregel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2003
AA20030842

De onschuldpresumptie en de invloed van het strafrechtelijke op het bestuursrechtelijke oordeel

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 7 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2399, AB 2019/66, m.nt. R. Stijnen, RSV 2018/234, m.nt. J.H. Ermers, USZ 2018/284, m.nt. H.W.M. Nacinovic

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2019
AA20190672