Shop

De menselijke gedraging als voorwaarde voor strafrechtelijke aansprakelijkheid

Wat dierenprocessen en artikel 51 Sr ons vertellen over het strafrecht in een wereld vol AI

J.H.B. Bemelmans

Post thumbnail Dat de geschiedenis van de menselijke gedraging als voorwaarde voor strafbaarheid wordt uiteindelijk niet in de eerste plaats bepaald door ons mensbeeld, maar vooral door de maatschappelijke en de sociale context waarin het strafrecht fungeert, legt Joeri Bemelmans uit in deze amuse.

Opinie | Amuse
januari 2024
AA20240006

De menselijke geest en detentie: naar een nieuwe invulling van ‘geestelijke verzorging’ tijdens de tenuitvoerlegging van sancties?

L.E. van Oploo

Geestelijke verzorging tijdens de tenuitvoerlegging van sancties krijgt vorm door middel van begeleiding bij het belijden en beleven van godsdienst of levensovertuiging. In deze bijdrage wordt verkend of de menselijke geest gedurende een periode van detentie niet op méér gebieden verzorging verdient en, indien dat zo is, op welke manier dat juridisch gestalte zou kunnen krijgen.

Rode draad | Recht & Geest
december 2021
AA20211128

De mensenhandelaar, de waan van de dag en de minister van Justitie

J. Giltaij, D.J. van Leeuwen

Naar aanleiding van het vluchten van een verdachte waarvan de voorlopige hechtenis in de aanloop van het geding was geschorst, gaan twee redactieleden in op aan wie de bevoegdheid tot het schorsen van de voorlopige hechtenis toekomt en dient toe te komen. Daarbij wordt met name ingegaan op de taak van de rechter in het strafproces.

Opinie | Redactioneel
november 2009
AA20090705

De methode van het materiële strafrecht

N. Rozemond

Post thumbnail De algemene leerstukken van het materiële strafrecht (daderschap en causaliteit, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding en deelneming) verduidelijkt aan de hand van de casuïstiek.

9789069169453 - 20-05-2011

De methode van het materiële strafrecht (Digitaal boek)

N. Rozemond

Post thumbnail De algemene leerstukken van het materiële strafrecht (daderschap en causaliteit, opzet en schuld, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding en deelneming) verduidelijkt aan de hand van de casuïstiek.

9789069169453 - 20-05-2011

De militaire dimensie van de Europese Unie

P.J. Teunissen

Deze bijdrage behandelt de geschiedenis van het debat over een Europese defensie, als achtergrond voor de onderhandelingen sinds 1998 over een autonome Europese strijdmacht voor interventie bij crises. Uiteengezet wordt voorts waarom het voor de Europese Unielanden niet zo gemakkelijk is zelfstandiger militair op te treden. Zij hebben een tekort aan middelen en kunnen zich ook om strategische redenen niet losmaken van de Verenigde Staten, de andere NAVO-landen en de andere Europese landen. In de kern is het een zeer politieke aangelegenheid.

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010395

De minderjarige en het verdrag van Rome

J.M. Boas-Goldbach

Gezien de actuele betekenis van het Verdrag voor de rechten van de Mens en de verwijzing door E.A. Alkema naar de emanciperende werking die dit Verdrag kan hebben voor minderjarigen, is het vreemd te moeten constateren dat de betekenis van dit Verdrag in verband met de rechtspositie van minderjarigen nauwelijks voorwerp van onderzoek is. In het navolgende wordt nagegaan welke aanknopingspunten het Verdrag voor de Rechten van de Mens met het Jeugdrecht biedt. Daartoe wordt (1) eerst kort uiteen gezet de betekenis en plaats van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens. Vervolgens (2) wordt gekeken wat de actuele betekenis van het Verdrag is voor het Jeugdrecht. Hierna volgt (3) een beknopt onderzoek aan de hand van enkele bepalingen van het Verdrag. Tenslotte (4) een korte conclusie.

januari 1981
AA19810001

De minerval voor buitenlanders

H.G. Schermers

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 13 februari 1985, zaak 293/83, ECLI:EU:C:1985:69 Is extra collegegeld voor buitenlandse studenten in strijd met het EEG-Verdrag?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1986
AA19860037

De minister en zijn procureurs-generaal kunnen de pot op. Over rechtspreken en recht praten

W.A. Wagenaar

Het resultaat van rechtspsychologisch onderzoek leidt zelden tot een wijziging van de wet; wel tot aanbevelingen en richtlijnen van het College van procureurs-generaal, of tot Ministeriële Besluiten. Het gaat veelal over uiterst relevante problemen, maar de praktijk leert dat rechters zich vaak niets aantrekken van zulke oekazes, onder het argument dat zij alleen met de wet te maken hebben. Het Openbaar Ministerie ziet hierin een aanmoediging om zich ook niet aan de regels te houden en de politie spant zich tenslotte ook niet meer in als er kennelijk geen prijs op wordt gesteld. Een aantal inmiddels beruchte strafzaken dankt hieraan het gebrek aan kwaliteit dat door A-G Jörg onlangs aan de kaak is gesteld.

Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het recht
juli 2005
AA20050605

De ministerieplicht van de notaris

T.J. Mellema-­Kranenburg

Post thumbnail Een notaris is een hybride figuur: enerzijds is hij openbaar ambtenaar die een in de wet omschreven taak moet verrichten (ministerieplicht), anderzijds is hij ondernemer die op efficiënte wijze en op een integere manier zijn kantoor moet organiseren. Daarnaast is hij een poortwachter die een belangrijke taak heeft binnen de ordening van de samenleving.

Perspectief | Perspectiefartikel
januari 2020
AA20200100

De minuscule Marshalleilanden slepen de almachtige kernwapenstaten voor het Internationaal Gerechtshof

O. Spijkers

Post thumbnail

In april 2014 heeft de Republiek der Marshalleilanden verzocht aan het Internationaal Gerechtshof om te beoordelen of de negen kernwapenstaten – China, Frankrijk, Groot-Brittannië, India, Israël, Noord-Korea, Pakistan, Rusland, en de Verenigde Staten – zich wel aan hun verplichting houden om zich, via onderhandelingen, van hun kernwapens te ontdoen.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2015
AA20150281

De mislukte redding van een vallende ster

Over de verschillende fases rondom het faillissement

B.C.H. Smit

Post thumbnail

Juist in deze tijd van economische crisis spelen faillissementen een belangrijke rol.  Zowel vanuit civielrechtelijk perspectief als vanuit een fiscaalrechtelijk perspectief is de dynamiek rondom een dergelijk faillissement interessant. Zeker omdat de verhouding tussen de zekerheidshouder enerzijds en de fiscus anderzijds recentelijk op verschillende manieren is gewijzigd. Met name het Belastingplan 2013 en het programma Herijking Faillissementsrecht zorgen rondom het faillissement voor tegenstrijdige krachten tussen deze twee betrokken partijen. Deze bijdrage gaat dan ook over de discrepantie die bestaat tussen de doelstelling van beide projecten.

Verdieping | Studentartikel
december 2014
AA20140893