Resultaat 12145–12156 van de 12956 resultaten wordt getoond
P. van Schilfgaarde
Hoge Raad 25 april 1986, nr. 12683, ECLI:NL:HR:1986:AC9329, RvdW 1986, 87 (Van der Meer/Gemeente Smilde). Ook bekend als Kettingbeding Smilde. Cai-aansluitbeding in algemene Voorwaarden. Beperkende werking van de goede trouw.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1986AA19860618
P.A.M. Meijknecht
De gedeeltelijke inwerkingtreding op 1 januari 1986 van de Wet van 21 mei 1981, Stb. 337, houdende regelen omtrent leegstaande woningen en andere gebouwen, officiële aanhalingstitel: Leegstandwet, roept herinneringen op aan de alweer geruime tijd achter ons liggende jaren waarin dit onderwerp midden in de belangstelling stond. Door de betrekkelijke stilte die daarop volgde zou men al haast zijn vergeten dat de wettelijke regeling met betrekking tot het verschijnsel kraken, waarover vooral random 1979 en 1980 zoveel te doen was, nog steeds niet in werking was getreden.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1986AA19860536
B.J. Schueler
Onlangs is het wetsontwerp tot vaststelling van de titels 17 (verzekering) en 18 (lijfrente) van Boek 7 Nieuw BW ingediend. Na het voorontwerp van de hand van Dorhout Mees uit 1972 is in de loop der tijd een groot aantal wijzigingen aangebracht, onder meer in overleg met belanghebbende organisaties van verzekeraars en consumenten. De in art. 251 WvK neergelegde verzwijgingsbepaling stuitte reeds bij haar totstandkoming op weerstand. Het ontwerp geeft een meer bevredigende regeling, die in dit artikel uiteengezet zal worden.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1986AA19860529
P.W.C. Akkermans
Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 7 mei 1985, ECLI:NL:RVS:1985:AM8593, nr. R03.83.3196, AB 1986, nr. 27. nt. JHvdV
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1986AA19860544
G.B.A. Paquay
De nieuwe regels van afd. 6.5.2A van boek 6 NBW voor algemene voorwaarden zullen, als het aan de ontwerpers van de aanvulling van de Overgangswet NBW ligt, vooralsnog niet werken ten aanzien van de meeste samenstellen van algemene voorwaarden. Dat blijkt uit art. 191 van het ontwerp van de aanvulling. Volgens de toelichting bij art. 71 van het ontwerp bevat art. 191 een speciale regel met betrekking tot algemene voorwaarden die art. 71 beperkt tot een tijdsduur van drie jaren. De kritiek van de auteur is dat art. 191 niet goed aansluit bij art. 71 en dat de uitgestelde werking voor afd. 6.5.2A in strijd is met overgangsrechtelijke beginselen en ook rechtspolitiek onverdedigbaar is. Bepleit wordt het schrappen van art. 191.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1986AA19860517
M.J.A. van Mourik
Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 6952, ECLI:NL:HR:1986:AC9283, RvdW 1986, nr. 62; Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 6954, ECLI:NL:HR:1986:AC9285, RvdW 1986, nr. 64; Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 7023, ECLI:NL:HR:1986:AC9284, RvdW 1986, nr. 63; Hoge Raad 21 maart 1986, nr. 7024, ECLI:NL:HR:1986:AC9286, RvdW 1986, nr. 65
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1986AA19860554
J.E. Spruit
Perspectief | Rechtsvraagseptember 1986AA19860569
P.J. van den Muijsenberg
Meesters-column. Bij de discussies rond de herziening van het stelsel van sociale zekerheid is van verschillende zijden aangedrongen op de ontwikkeling van een door de bedrijfsverenigingen in het kader van de uitvoering van de nieuwe Werkloosheidswet te hanteren uniform en gecoördineerd sanctiebeleid. In dit artikel zal worden ingegaan op de vraag welke de uitgangspunten kunnen zijn bij de ontwikkeling van een dergelijk beleid.
Opinie | Columnseptember 1986AA19860525
E.P. de Jong
Centrale Raad van Beroep (CRvB) 29 februari 1984, ECLI:NL:CRVB:1984:AM7716, nr. WAO 1982/B 157
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1986AA19860558
M.S. Groenhuijsen
Hoge Raad 10 september 1985, nr. 78 419, ECLI:NL:HR:1985:AC1590, DD 86.031; NJ 1986, 199 Wettelijke rente ter zake van vordering tot schadevergoeding in het strafgeding. Vermeerdering van de eis in hoger beroep toegestaan? Afwikkeling van de proceskosten.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1986AA19860548
G.P.V. Vandenberghe
Perspectief | Rechtsvraagjuli 1986AA19860501
A.J. Tekstra
Ook in het huurrecht geldt het beginsel van de goede trouw zoals neergelegd in artikel 1374 lid 3 BW. In veel specifieke situaties tussen huurder en verhuurder ontstaan er dan ook verplichtingen die voortvloeien uit de goede trouw. In dit artikel zal slechts worden gekeken naar de rol die dit beginsel, in beperkende zin, speelt bij huuropzegging en ontruiming. De volgende begrenzing is dat de auteur zich alleen zal bezighouden met huur en verhuur van woonruimte.
juli 1986AA19860477