Verdiepend artikel

Resultaat 145–156 van de 611 resultaten wordt getoond

De praktische betekenis van een spelerscontract

G.A.F.M. van Schaaijk

Tussen sportclub en speler wordt tegenwoordig steeds vaker een spelerscontract gesloten, ook in het amateurvoetbal en in andere takken van sport. Maar ondanks een contract kan een sportclub het trainen, spelen van wedstrijden en medische verzorging juridisch niet afdwingen van een speler. Deze paradox is te verklaren door de sportieve capaciteit van de speler niet alleen op te vatten als iets wat de speler heeft en wat uitwisselbaar is tegen loon, maar ook als iets wat de speler kan en wat geworteld is in zijn lichamelijkheid. Via deze weg wordt duidelijker wat een sportclub dan wel kan verwachten van een spelerscontract.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 2006
AA20060493

De priester, de film en het recht

J. Giltaij

In dit artikel wordt aan de hand van een film (I Confess uit 1953) een klassieke casus geschetst waarbij het verschoningsrecht van een priester een rol speelt. In het artikel wordt ingegaan op dit verschoningsrecht en hoe zich dit verhoudt tot bepaalde grondrechten, art. 6 Gw en art. 9 EVRM.

Blauwe pagina's | Recht en Cultuur | Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2008
AA20080688

De provincie als geketende reus

Over de vorming van landsdelen en het sluiten van de huishouding

J.L.W. Broeksteeg

Post thumbnail Het kabinet Rutte-II heeft vergaande plannen met de provincie. Uit het regeerakkoord wordt duidelijk dat VVD en PvdA de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland willen samenvoegen tot de provincie Noordvleugel. Op de lange termijn (2025) wenkt, aldus deze partijen, het perspectief van vijf landsdelen. Dat is niet alles: het regeerakkoord gaat ook uit van ‘een materieel gesloten provinciale huishouding, beperkt tot taken op het gebied van ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, natuur en regionaal economisch beleid’. Het sluiten van de provinciale huishouding betekent, kort weergegeven, een beperking van het aantal belangen dat de provincie mag behartigen. De provincie als reus dus, maar dan wel geketend. In dit artikel werkt Hansko Broeksteeg de plannen verder uit en gaat hij in op de juridische gevolgen van deze voorstellen.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2014
AA20140101

De realisatie van gelijkheid in bestraffing. Over het probleem, de oplossingen en de trivialiteiten

M.J. Borgers

Gelijkheid in bestraffing is een lang gekoesterd ideaal in het Nederlandse strafrecht. Dankzij de inspanningen van het Openbaar Ministerie en de zittende magistratuur zijn er verschillende instrumenten ontwikkeld die gericht zijn op het verwezenlijken van (meer) consistentie in de strafopleg-ging. Recent onderzoek stemt tot vreugde n somberheid. De initiatieven die de zittende magistratuur heeft ontplooid, lijken deels hun vruchten af te werpen. Tegelijkertijd staan triviale zaken de realisatie van gelijkheid in bestraffing in de weg. Een verdere cultuuromslag en een aanpassing van de werkprocessen zijn gendiceerd.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2006
AA20060341

De rechten van het kind belicht; het internationale Verdrag inzake de rechten van het kind

P.J.A. Prinsen, J. Wind

Op 6 februari 1995 heeft Nederland het Verdrag inzake de rechten van het kind geratificeerd door 'ne-derlegging' van de akte van bekrachtiging bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Op 8 maart 1995 trad het verdrag voor Nederland in werking. In dit artikel wordt dit verdrag besproken. Het valt te hopen dat het een stap in de richting van volledige acceptatie van de rechten van het kind is. Dat het daar nogal aan schort, wordt geschetst middels een vergelijking van de waarborgen van een strafprocedure met die van de (civielrechtelijke) procedure bij het vermoeden van een opvoedingsprobleem.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1995
AA19950586

De rechtspositie van de kamerhuurder sinds 1 augustus 2003

A.M. Kloosterman

Met ingang van 1 augustus 2003 is het nieuwe huurrecht in werking getreden. In dit artikel zal de rechtspositie van de kamerhuurder worden beschreven aan de hand van dit nieuwe recht. Geconcludeerd wordt dat de kamerhuurder nog steeds een grote mate van huurbescherming en huurprijsbescherming geniet. tevens zal in dit artikel aandacht worden besteed aan een andere recente ontwikkeling: de toenemende invloed van het algemene verbintenissenrecht op het huurrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2004
AA20040016

De rechtsvormende taak van de rechter in het goederen- en insolventierecht

R.M. Wibier

Post thumbnail In deze bijdrage staat de rechtsvormende taak van de Hoge Raad in het goederen- en insolventierecht centraal. Anders dan soms wordt aangenomen, stelt de Hoge Raad zich daarbij niet per se terughoudender op dan bij (bijvoorbeeld) verbintenissenrechtelijke vraagstukken. Zowel op het terrein van het insolventierecht als bij goederenrechtelijke kwesties wordt de rechtsontwikkeling voor een belangrijk deel vormgegeven in rechtspraak van de Hoge Raad. Het beste voorbeeld van terughoudendheid biedt de benadering van de problematiek van de trust en afgescheiden vermogens in het Nederlandse recht, maar zelfs daar is de Hoge Raad niet alleen maar terughoudend. Bij goederenrechtelijke figuren zoals (fiduciaire) eigendom en pandrecht is de rechtspraak van de Hoge Raad zelfs de belangrijkste bron van de rechtsontwikkeling. Gelukkig maar. De weerbarstigheid van de praktijk vraagt erom dat de Hoge Raad de moeilijke vragen niet uit de weg gaat.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2023
AA20230939

De rechtvaardiging van het successierecht

J.J.M. Jansen

Wie dagdroomt er soms niet van een grote erfenis van een onbekende oom? Welke leuke dingen zou je met dat buitenkansje allemaal wel niet kunnen doen? Als zo’n sprookje werkelijkheid wordt, kan het wreed worden verstoord als de erfgenaam geen rekening houdt met het te betalen successierecht. Want wie in Nederland iets krachtens erfrecht verkrijgt, is successierecht verschuldigd en als het tegenzit, kan het successierecht zelfs oplopen tot 68%. Waarom is zo’n heffing eigenlijk gerechtvaardigd? Die vraag is van alle tijden en eigenlijk weet niemand daar een goed antwoord op te geven.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2005
AA20050021

De respectplicht ten aanzien van andermans contractuele belangen

L.M. van Bochove

Post thumbnail

Niet-contractspartijen zijn verplicht in hun handelen enige rekening te houden met het bestaan van een overeenkomst. Dit blijkt uit het feit dat het uitlokken van contractbreuk, en onder omstandigheden ook het profiteren hiervan, als strijdig met de maatschappelijke zorgvuldigheid wordt aangemerkt. Maar in hoeverre is ‘contractbreuk’ vereist? Kan bijvoorbeeld ook het aanzetten tot de opzegging van een overeenkomst als onzorgvuldig worden gekwalificeerd?

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2018
AA20180361

De RiK-regeling; waardevol of waardeloos?

C.J.M. Stubenrouch

Dit artikel geeft een omschrijving van de Regeling inzake Kantoorverklaringen. Een uiteenzetting van de voor en nadelen van de mogelijkheden om getuigen zonder de aanwezigheid van een rechter-commissaris te horen.

Verdieping | Verdiepend artikel
februari 2005
AA20050072

De rol van de (gewijzigde) WCAM bij de collectieve afwikkeling van massaschade ‘en nog wat van die dingen’

C.J.M. Klaassen

Post thumbnail Massaclaims en andere massavorderingen komen regelmatig voor. Een van de instrumenten om deze op efficiënte wijze af te wikkelen, is de WCAM: volgens sommigen een succesvol exportproduct. De WCAM is recent aangepast. In deze bijdrage worden de wijzigingen die deze recente wetswijziging meebrengt wat de afwikkeling van massavorderingen betreft op hoofdlijnen besproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2013
AA20130627

De rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken

Interview met Prof.dr. G.P. Hoefnagels

J.A. van de Hel, I. de Wilde

Prof.dr. G.P Hoefnagels (1927) is emeritus hoogleraar Criminologie, Familie- en Jeugdrecht en scheidingsbemiddelaar. Hij studeerde rechten en psychologie. Hij was van 1950-1954 officier bij de Krijgsraad, van 1954 tot 1956 werkzaam bij de Voogdijraad, daarna research fellow bij de University of California en hoofd onderzoek strafrecht en criminologie(UvA). Van 1969 tot 1992 was hij hoogleraar Criminologie, Familie-en jeugdrecht aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam en van 1987 tot 1995 lid van de Eerste Kamer. Peter Hoefnagels staat onder meer bekend om zijn kritische kanttekeningen bij de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken. Hij promoveerde op een handleiding voor rapportage van de Raad en beschreef een methode voor rapportage. Hij was voorzitter van een ministeriële commissie voor een nieuwe organisatie van de jeugdzorg. Nog steeds analyseert en bekritiseert hij raadsrapportages in zijn expertises voor rechtbanken en hoven. Peter Hoefnagels was in 1974 de ontdekker en eerste beoefenaar van scheidingsbemiddeling in Nederland. In zijn methodische scheidingsbemiddeling, beschreven in zijn Handboek Scheidingsbemiddeling, spelen kardinale fasen en uitgangspunten van het juridisch en het psychologisch proces van scheiden, zoals de scheidingsmelding, het ‘paraplugesprek’en de ‘paradoxale toewijzing’ een belangrijke rol. Hij publiceerde veel over bovengenoemde onderwerpen, waaronder het Handboek Scheidingsbemiddeling. Mediation als methode van rechten psychologie. Zijn ideeën vinden hun weerslag in de scheidingsbemiddelingspraktijk en spelen een belangrijke rol in de huidige discussie rond de aanpassing van het Nederlandse scheidingsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050833

Resultaat 145–156 van de 611 resultaten wordt getoond