Rode draad

Resultaat 505–509 van de 509 resultaten wordt getoond

Zelfbeschikkingsrecht, en niets anders bij voortplantingskwesties?

Vergoeding van de immateriële schade bij voortplantingskwesties door de hulpverlener

R.S.M. Bosch

Post thumbnail Het afgelopen jaar is het in de media veelvuldig gegaan over ‘spermadokters’. Vorderingen wegens fertiliteitsfouten zijn, na onder meer wrongful birth en wrongful life, de volgende ‘wrongful’ in de rij die rechtsvragen oproept. Tot op heden hebben juristen weinig handvatten voor het beantwoorden van de rechtsvragen die schadevergoedingsvorderingen wegens fertiliteitsfouten oproepen. Eén van deze vragen is of het zelfbeschikkingsrecht, net als in het Baby Kelly-arrest, als grondslag voor vergoeding van de immateriële schade van moeder, partner en kind kan gelden. In de rechtspraak over voortplantingskwesties gaat het veelal alleen om vergoeding vanwege een aantasting van het zelfbeschikkingsrecht. Deze eenzijdige blik dient te worden heroverwogen in het licht van de daarop geuite kritiek en de andere mogelijke geschonden rechten en belangen.

Rode draad | Dissenting opinions
september 2024
AA20240780

Zelfregulering in de reclame

D.W.F. Verkade

De eerste bijdrage bij de rode draad 'Recht en reclame' gaat over zelfregulering. De basis daarvoor in Nederland is de 'Nederlandse code voor het reclamewezen'. In dit artikel wordt ingegaan op de werking van de zelfregulering en welke instrumenten daarvoor bestaan. Ook wordt gekeken of de regulering succesvol is of dat deze mogelijk nog kan verbeteren.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
januari 1993
AA19930014

Zelfregulering is volwassen gedrag

Interview met mr. W.R. van Alphen de Veer, lid van het College van Beroep van de Stichting Reklame Code

S.E. Bartels, M.J. Kroeze

Mr. W.R. van Alphen de Veer werd in 1937 te Eindhoven geboren. In 1961 behaalde hij zijn meesterstitel aan de Rijksuniversiteit Leiden. Na zijn diensttijd keerde hij terug naar zijn geboortestad, alwaar hij bij Philips op de juridische afdeling kwam te werken. Veel later, in 1983, kwam hij als hoofd-juridische zaken van Philips Nederland verscheidene malen in aanraking met reclame — naar eigen zeggen vooral vanuit een juridische invalshoek. Sinds enkele jaren draagt Van Alphen de Veer, vanuit zijn mooie kantoor aan de Korte Voorhout te Den Haag, zorg voor de relatie tussen de overheid en Philips. In 1985 heeft hij namens de BVA Associatie Nederlandse Adverteerders zitting genomen in de Reclame Code Commissie van de Stichting Reclame Code. Sinds 1989 maakt Van Alphen de Veer deel uit van het College van Beroep. Het College oordeelt in tweede instantie over uitspraken van de Reclame Code Commissie. Van Alphen de Veer is een 'reclamerechter' die afkomstig is uit het bedrijfsleven en daarom spraken wij met hem.

Overig | Rode draad | Recht en reclame | Verdieping | Interview
september 1993
AA19930620

Zeven, sluizen en incasseren: wat cassatieadvocaten bijdragen aan rechtsvorming door de Hoge Raad

M.V. Polak

Cassatieadvocaten zijn uit op winst in de voorliggende zaak. Rechtsvorming door de Hoge Raad is daaraan ondergeschikt. Toch leveren cassatieadvocaten een bijdrage aan deze rechtsvorming. Door het adequaat selecteren en presenteren van zaken kunnen zij de Hoge Raad soms principiële uitspraken ontlokken.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2005
AA20050423

Zuinig motiveren maar wel uitleggen

Y. Buruma

Post thumbnail

Waarom motiveren rechters niet uitgebreider? Feitelijke oordelen worden niet noodzakelijk accurater gemotiveerd door meer gronden aan te voeren. En juridische oordelen moeten worden begrepen in het licht van de Europese traditie waarin het niet zozeer gaat om een argumentatie inzake de ‘beste oplossing’, maar veeleer om de interpretatie van de wet. Maar een en ander neemt niet weg dat de rechter wel degelijk wat meer mag uitleggen, niet bij wijze van rechtvaardiging van zijn oordeel, maar als toelichting op de betekenis van zijn uitspraak voor de betrokkenen en de samenleving.

Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raad
februari 2015
AA20150150

Resultaat 505–509 van de 509 resultaten wordt getoond