Resultaat 73–84 van de 217 resultaten wordt getoond

Een capabilities-benadering van minimaal rechtvaardig contractenrecht

Sweatshops en contractuele immoraliteit

L.K.L. Tjon Soei Len

Post thumbnail Sweatshops – fabrieken gekenmerkt door lage lonen, lange werkdagen, onvoorspelbare werktijden, onbetaalde overuren en een ongezonde en gevaarlijke werkomgeving – zijn onderwerp van morele verontwaardiging. Bedrijven die producten in sweatshops laten produceren, worden scherp bekritiseerd. Winst maken ten koste van anderen die al slecht af zijn is onacceptabel, zo is de gedachte. Maar is een consumentenaankoop van een sweatshop-product eigenlijk wel normaal, acceptabel marktgedrag? En hoe zou het contractenrecht dergelijke consumentenkoopovereenkomsten moeten beoordelen?

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2014
AA20140224

Een effectief clementiebeleid

B. Braat

De auteur kijkt naar de effectiviteit van het clementiebeleid en naar de vraag hoe dit beleid nog effectiever kan worden. Met de opkomende civiele handhaving in het mededingingsrecht is daarbij van belang dat een juiste balans wordt gevonden waarbij enerzijds slachtoffers van kartels effectief schade kunnen verhalen en anderzijds kartelovertreders geïnteresseerd blijven om het kartel te melden bij de mededingingsautoriteiten.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2019
AA20190160

Een eigen blik op de eerste aanleg

W.I. Wisman

Post thumbnail Wemmeke Wisman bespreekt Procesrecht. Eerste aanlegvan rechter, hoogleraar en advocaat A.C. van Schaick.

Literatuur | Boekbespreking
december 2012
AA20120964

Een nieuwe vastgoed eigendomssituatie in Kyrgyzstan. Een onderzoek naar de samenhang tussen de herziening van zeggenschap over vastgoed, voedselzekerheid en economische ontwikkeling

H. Dekker

Dit onderzoek start met zeggenschap over vastgoed en de recente verandering ervan. Vervolgens wordt verband gelegd tussen zeggenschap over vastgoed, voedselzekerheid en economische ontwikkeling. Bij verandering van zeggenschap over vastgoed zijn dit namelijk de twee belangrijkste doelstellingen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2002
AA20020296

Een schuldig geheugen? Het belang van het zwijgrecht voor de geestelijke gezondheid van de verdachte

D.A.G. van Toor

Op 20 april 2017 promoveerde Dave van Toor aan de RU met het proefschrift Het schuldige geheugen? Een onderzoek naar het gebruik van hersenonderzoek als opsporingsmethode in het licht van eisen van instrumentaliteit en rechtsbescherming. Promotor was prof.mr. P.H.P.H.M.C. van Kempen. In deze bijdrage vertelt hij over zijn onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
april 2018
AA20180343

Een taxonomie voor smart contracts

J. Verstappen

Deze bijdrage doet een voorstel tot een taxonomie ten aanzien van smart contracts. De taxonomie die hier uiteengezet wordt is gebaseerd op de technische achtergrond van deze nieuwe concepten, de wijze waarop ze toegepast worden en de wisselwerking die ze aangaan met het relevante verbintenisrechtelijke kader. In het licht hiervan betoog ik dat er vier verschillen typen smart contracts onderscheiden zouden moeten worden.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2024
AA20240072

Eenheid en verscheidenheid in het Nederlandse ondernemingsrecht.

Bespreking van Asser/Maeijer/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-II* 2009

M.J.G.C. Raaijmakers

‘Graag voldoe ik aan het verzoek van de redactie om in dit blad de nieuwe Asser 2-II*, bewerkt door de Nijmeegse hoogleraren Gerard van Solinge en Marco Nieuwe Weme, met een korte bespreking onder de aandacht van de lezers te brengen. Eenvoudig is dat niet voor een handboek dat 1082 pagina’s telt en waarvan zowel de eigen opzet als de verhouding tot andere delen van de Asser-serie belangrijk is gewijzigd. Ik beperk mij tot enkele kanttekeningen bij die algemene opzet en de verwerking van belangrijke veranderingen in ons ondernemingsrecht, vooral de flex-BV.’

Literatuur | Boekbespreking
april 2011
AA20110318

Eigen schuld. Een historische en rechtsvergelijkende studie

E.G.D. van Dongen

Post thumbnail

Emanuel van Dongen promoveerde op 18 juni 2013 aan de Universiteit Maastricht met het proefschrift ‘Contributory Negligence. A Historical and Comparative Study’. In dit artikel schrijft hij waar zijn stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2014
AA20140398

Emoties bij het overtuigen en het oordelen in de rechtspraktijk

M.G. IJzermans

Post thumbnail Het klassieke retorische advies om in een juridisch pleidooi vooral ook emotionele overtuigingsmiddelen te gebruiken blijkt nog steeds relevant, omdat uit modern onderzoek naar emoties en naar oordeelsvorming blijkt dat emoties onvermijdelijk en constitutief zijn bij het rechterlijk oordeel.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
januari 2012
AA20120056

Enkele eindbeslissingen, of voorlopige oordelen, bij de toepassingen van de bewijsbepalingen in de artikelen 176-232 Rv

H.W. Wiersma

De auteur bespreekt haar proefschrift 'Tussenoordelen en eindbeslissingen'. De bijdrage is opgebouwd uit drie onderdelen: A Eindbeslissing en bewijsoordelen; B Feitelijke vaststellingen en (on)bewezenverklaringen als (niet-)eindbeslissingen; C Het honoreren of passeren van een aanbod tot getuigenbewijs als (niet-)eindbeslissing. De auteur behandelt per onderwerp de relevante regelgeving en jurisprudentie.

Literatuur | Proefschriftbijdrage | Rode draad | Bewijs en bewijsrecht
februari 1999
AA19990125

Europa verovert het privaatrecht

J.W. van de Gronden, E.H. Hondius

In dit artikel wordt de nieuwe Asser-Hartkamp besproken in welk boek de invloed van het Europese recht op het Nederlandse privaatrecht centraal staat. De structuur en de bronnen worden besproken alsmede het feit dat het boek zowel voor de Europeesrechtelijke jurist als de civilist een belangrijk werk kan zijn.

Literatuur | Boekbespreking
juni 2009
AA20090424

Factoring

J. Beuving

De invoering van de Boeken 3, 5 en 6 van het Burgerlijk Wetboek — in het bijzonder artikel 3:84 lid 3 BW — op 1 januari 1992 heeft tot grote onduidelijkheid en onzekerheid op het gebied van factoring geleid. Veiligheidshalve — en schoorvoetend — hebben de Nederlandse factoringmaatschappijen in januari 1992 hun standaardcontracten ingrijpend gewijzigd. Zij hanteren niet langer cessie van vorderingen als uitgangspunt, maar zijn in plaats daarvan gaan werken met verpanding van vorderingen. Als rode draad door dit proefschrift loopt de vraag of het gebruik van de verpandingsfiguur bij factoring wel wenselijk en/of noodzakelijk is.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juli 1996
AA19960518

Resultaat 73–84 van de 217 resultaten wordt getoond