Toont alle 3 resultaten

Constitutionele toetsing in internationaal perspectief

L.F.M. Besselink

In deze eerste bijdrage van de Rode draad 'Constitutionele toestsing' wordt het Nederlandse toetsingsverbod van art. 120 Gw vergeleken met soortgelijke en andere wijzen van toetsing in andere landen.

Overig | Rode draad | Constitutionele toetsing
februari 2003
AA20030088

De soevereiniteit van de Nederlandse wetgever en de grondwettelijke zegen van de rechter

J.W. Sap

Sinds 1848 bepaalt de Grondwet dat de rechter niet aan de Grondwet toetst. De ‘wetten zijn onschendbaar’ luidt het adagium waarop in Nederland de staatsrechtelijke verhoudingen zijn gestoeld. Over de wenselijkheid van dit verbod wordt al sinds 1848 gediscussieerd. Het moge duidelijk zijn dat de meningen zijn verdeeld omtrent de wenselijkheid van een (eventueel) rechterlijk toetsingsrecht. Zo wordt betoogd dat een rechterlijk toetsingsrecht een onaanvaardbare inbreuk is op de soevereiniteit van de wetgever. Daar staat echter weer tegenover dat de wetgever ook nu gezien artikel 94 Grondwet niet altijd het laatste woord heeft ten aanzien van geldigheid van wetten. In een recent aanhangig gemaakt wetsvoorstel (TK 2001-2002, 28 331 nrs. 1-3) van Tweede Kamerlid Halsema wordt wederom de discussie omtrent het verbod van constitutionele toetsing door de rechter aangewakkerd. Sterker nog: het betreffende wetsvoorstel voorziet in de introductie van een beperkte bevoegdheid tot constitutionele toetsing door de rechter.

Overig | Rode draad | Constitutionele toetsing
maart 2003
AA20030159

Tweehonderd jaar rechterlijke toetsing

A.W. Heringa

In deze bijdrage aan de Rode draad over constitutionele toetsing wordt ingegaan op het toetsingsrecht van de Amerikaanse rechter. In het artikel wordt uitgebreid ingegaan op de bevoegdheid, historie en werking van het toetsingsrecht door de Amerikaanse rechter.

Overig | Rode draad | Constitutionele toetsing
april 2003
AA20030257

Toont alle 3 resultaten