Annotaties en wetgeving

De Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt

C.B. van der Net

In deze wetgevingsbijdrage gaat Cyril van der Net in op de Implementatiewet richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt. De richtlijn beoogt tegemoet te komen aan de snelle technologische ontwikkelingen die veranderingen hebben gebracht in de manier waarop werken en andere materialen worden gecreëerd respectievelijk geproduceerd en geëxploiteerd, en is door Nederland als eerste lidstaat geïmplementeerd.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2021
AA20210619

De inningsbevoegdheid van de pandhouder van een vordering

R.M. Wibier

Hoge Raad 21 januari 2014, nr. 13/02185, ECLI:NL:HR:2014:415 (Immun Age/Neo-River)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2015
AA20150126

De Innovatiewet Strafvordering: het eerste spoor van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

R.J. Verbeek

Op 21 juni 2022 heeft de Eerste Kamer de Innovatiewet Strafvordering aangenomen. Daarmee is de eerste wet uit het recent gepresenteerde sporenoverzicht in het kader van het nieuwe Wetboek van Strafvordering tot stand gekomen (Stb. 2022, 276). De wet is 1 oktober 2022 in werking getreden (Stb. 2022, 362). In deze bijdrage wordt allereerst kort ingegaan op de stand van zaken van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de totstandkoming van de Innovatiewet Strafvordering en de vijf onderdelen die deel uitmaken van deze nieuwe wet. Tot slot wordt een blik op de nabije toekomst geworpen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2022
AA20220802

De intrekking van de Wet raadgevend referendum

T.C. Borman, H.M.B. Breunese

Op 1 juli 2015 trad de Wet raadgevend referendum (Wrr) in werking. Net iets meer dan drie jaar later, op 12 juli 2018, viel het doek alweer voor deze wet. Op die datum trad de wet tot intrekking van de Wrr in werking. De intrekking van de Wrr is de zoveelste episode in de Nederlandse referendumdiscussie. In dit artikel laten Tim Borman en Henk-Martijn Breunese eerst de eerdere episodes in deze discussie de revue passeren. Daarna beschrijven zij het procedurele verloop van het intrekkingswetsvoorstel en de inhoud van de intrekkingswet. Tot slot komen ook het uitsluiten van de referendabiliteit van de intrekkingswet en het overgangsrecht aan bod.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2019
AA20190308

De invloed van studiefinanciering op de aftrek van kosten van levensonderhoud

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 15 december 1999, nr. 34 746, ECLI:NL:HR:1999:AA4203, BNB 2000/158

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2000
AA20000683

De invoering van het nieuwe BW – een overzicht

M. Reinsma

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de invoering van het NBW. Daarbij wordt naast de invoering van het vermogensrecht ook aandacht besteed aan de boeken 1, 2 en 8 NBW die al eerder in werking traden dan 1992. De rest van het artikel wordt besteed aan aanverwante regelingen van het NBW en toekomstige wetgeving.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1991
AA19911118

De Jeugdwet

A.H.W.M. van Beuningen

Op 14 maart is de Jeugdwet gepubliceerd in het Staatsblad. Deze treedt op 1 januari 2015 in werking. De wet heeft tot doel het jeugdstelsel te vereenvoudigen en effectiever te maken en voorziet in de bestuurlijke en financiële decentralisatie naar de gemeenten van alle ondersteuning, hulp en zorg bij opgroeien en opvoeden. In deze bijdrage wordt de Jeugdwet nader toegelicht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 2014
AA20140653

De Jong/Carnifour

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 30 november 2001, nr. C00/041HR, ECLI:NL:HR:2001:AD3953, RvdW 2001, 196 (De Jong/Carnifour) Derdenbeslag. Verklaring van derde-beslagene op de voet van artikel 476a Rv. Staat het de derde beslagene vrij zijn verklaring, zo die onjuist is, te herroepen of te wijzigen? Onrechtmatige daad; rechtsverwerking. Geen analoge toepassing artikel 3:35 en 3:36 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2002
AA20020276

De judiciële lus: alleen voor kleine of ook grote ongelukken?

Y.E. Schuurmans

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 5 februari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:289, nr. 13-4139 AW, TAR 2015/65 (Risicovolle hellingbaan)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2016
AA20160377

De juridisering van de afwikkeling van de toeslagenaffaire

A.T. Marseille

Rb. Overijssel 25 april 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:1459, JB 2023/141, NLF 2023/1170, m.nt. E.J.M. Roosendaal Rb. Rotterdam 26 april 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:3475, NLF 2023/1169, m.nt. E.J.M. Roosendaal

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2023
AA20230663

De Kaderwet specifiek welzijn

J. Nicaise

De Kaderwet specifiek welzijn (Stb. 1982, 539) is na een lange voorbereiding - het ontwerp werd ingediend op 18 mei 1977 - op 8 september 1982 tot stand gekomen. In dit artikel zal getracht worden een algemene indruk te geven van hetgeen met deze wet wordt beoogd en van de ter realisering daarvan gekozen middelen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1983
AA19830559

De kantonrechtersformule: AxBxC – rechtseenheid of (nieuwe) rechtsonzekerheid?

J. Riphagen

Rechtbank Utrecht 8 december 1997, JAR 1998/28 en Kantonrechter Amersfoort 5 november 1997, JAR 1998/57 Kantonrechter Utrecht: De verwerende partij heeft gesteld dat er geen economische noodzaak bestond voor de reorganisatie en het daarmee samenhangende ontbindingsverzoek. De vraag echter of er een economische noodzaak tot sluiting van de vestiging aanwezig was dan wel of er voor een ander alternatief gekozen moest worden, behoort in beginsel tot beleidsvrijheid van de ondernemer. Tevens heeft verweerder verzocht om - in geval van ontbinding - bij de toe te kennen vergoeding de C-factor hoger te stellen dan 1. Daartoe bestaat echter geen aanleiding onder andere omdat ook bij een niet-verliesgevende situatie de ontbinding toch als een `kleurloze´ of `neutrale´ ontbinding valt aan te merken, waarbij doorgaans de factor C=1 op haar plaats is.Kantonrechter Amersfoort: Niet of onvoldoende is gebleken dat de werknemer in kwestie die al 29 jaar bij de werkgever in dienst was, niet in zou zijn aan de nieuwe machines, die in verband met een rationalisatie van het productieproces nodig waren, te werken; niet is onterecht of hij al dan niet met succes gebruik zou maken van een handleiding in zijn eigen taal noch is gebleken dat hij onwillig was of niet bereid zou zijn tot bijscholing. Het ontbindingsverzoek wordt derhalve afgewezen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1998
AA19980986