Resultaat 229–240 van de 1624 resultaten wordt getoond
L.J.A. Damen
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 11 januari 1995, ECLI:NL:RVS:1995:AP9549, R01.92.3021, Awbkatern 1995, 47. Deze uitspraak van de ABRvS heeft betrekking op de erkenning van een garagebedrijf tot het afgeven van APK-keuringen. I.c. was de bevoegdheid daartoe door de minister van V&W ingetrokken. In de noot wordt ingegaan op de juridische problematiek die hiermee samenhangt. Namelijk het soort van bestuursorgaan waar het om gaat; te weten een a-orgaan of b-orgaan.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1995AA19950794
M.C.B. Burkens
Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 17 augustus 1982, ECLI:NL:RVS:1982:AM6761, nr. A-3.2911 (1980). Ook wel bekend als Afsluiting binnenstad Amsterdam.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 1984AA19840039
A.W. Jongbloed
Hoge Raad 24 april 2020, nr. 19/00155, ECLI:NL:HR:2020:806 (mr. Meulenberg q.q./Alsi Beheer)
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2020AA20200802
Afdeling rechtspraak Raad van State (ARRvS) 4 november 1993, ECLI:NL:RVS:1993:AQ0404, ROI.92.2202, AB kort 1993, 1195. Deze zaak betreft een procedure die nog valt onder het pre-Awb-recht waarbij de intrekking van een subsidie in geding is. De Afdeling Rechtspraak van de Raad van State overweegt dat besluit tot intrekken van een subsidie complementair is aan een besluit tot subsidieverlening en dus onder het beschikkingsbegrip uit de Wet Arob valt waarmee de administratieve rechter bevoegd is. Verder wordt er ook nog ingegaan op de boete die hiermee samenhangt. In de noot wordt ook ingegaan op het Awb-recht.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 1994AA19940231
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 12 juli 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ3771, nr. 200404189/1, 200404189/2, LJN AQ3771, ABkort 2004, 561 In deze noot bij een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State wordt ingegaan op de statutaire of algemeen belanghebbende. Het belanghebbende-begrip is na tien jaar werking van de Awb nog steeds niet uitgekristalliseerd.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejanuari 2005AA20050032
T.M.A. Arts, R.J.B. Schutgens
Hoge Raad 1 juli 2014, nr. 12/01277, ECLI:NL:HR:2014:1562 (Inzet IMSI-catcher)
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2015AA20150485
J.P. de Jong
Annotaties en wetgeving | Wetgevingoktober 2016AA20160770
M.L. Haimé
In dit artikel wordt de destijds nieuwe Algemene wet gelijke behandeling (Awbg) besproken. Deze wet, die als een uitwerking van art. 1 Gw gezien kan worden is erg omvangrijk en kent een lange ontstaansgeschiedenis. In dit artikel wordt die geschiedenis besproken. Daarnaast komt ook de verhouding met de grondrechten aan de orde. Vanzelfsprekend wordt ook de inhoud van de wet behandeld. Tenslotte komt de verhouding met andere wetgeving alsmede de handhaving van de Awgb aan de orde.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingoktober 1994AA19940657
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 15 december 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AR7587, nr. 200305561/1, NA 2004, 364 De afdeling heeft in onderstaand arrest een nieuwe leer voor aansprakelijkheid voor besluitvorming geformuleerd.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2005AA20050276
H.J. van Kooten
De trust is een uit het Anglo-Amerikaanse recht afkomstige rechtsfiguur. Draagt de trust een internationaal karakter dan is de kans groot dat hij in contact komt met een rechtsstelsel dat de trustfiguur als zodanig niet kent. Het Haags Trustverdrag van 1985 bevat bepalingen met betrekking tot de erkenning van en het toepasselijke recht op trustverhoudingen. Bij de Tweede Kamer is een voorstel van Rijkswet aanhangig strekkende tot goedkeuring van het Verdrag. Dit voorstel wordt vergezeld door een voorstel voor een Wet conflictenrecht trusts. Deze wetsvoorstellen vormen samen met het Haags Trustverdrag het onderwerp van dit artikel.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1993AA19930637
C.P.M. Cleiren
Europees Hof voor de rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 26 maart 1996, Application no. 20524/92, ECLI:CE:ECHR:1996:0326JUD002052492 (Doorson v. The Netherlands) Het Hof overweegt dat artikel 6 EVRM niet expliciet vereist dat de belangen van getuigen in het algemeen en van slachtoffer/getuigen in het bijzonder in overweging worden genomen. De belangen van getuigen en slachtoffers bij leven, vrijheid en veiligheid worden — zo overweegt het Hof — in principe beschermd door andere bepalingen van het Verdrag, wat impliceert dat verdragspartijen hun strafprocedures zodanig moeten inrichten dat deze belangen niet ongerechtvaardigd in gevaar komen. Tegen deze achtergrond vereisen beginselen van fair trial wèl dat in daarvoor in aanmerking komende gevallen de belangen van de verdediging worden afgewogen tegen die van getuigen of slachtoffers die worden opgeroepen om te getuigen. Waar aan de ene kant de behoefte bestaat aan een verklaring van de getuige en aan de andere kant de noodzaak hem te beschermen tegen mogelijke vergeldingsacties van de kant van de verdachte kan dit een relevante reden zijn om de getuige anonimiteit te garanderen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 1996AA19960585
C.A.J.M. Kortmann
Hoge Raad (strafkamer) 21 maart 2000, nr. 111825, ECLI:NL:HR:2000:AA5201
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2000AA20000658