Vermogensrecht

Resultaat 253–264 van de 591 resultaten wordt getoond

Europees privaatrecht: over de bevoegdheidsverdeling tussen Unie en Lid-Staat met betrekking tot het eigendomsrecht

S.E. Bartels

De afgelopen jaren is de aandacht voor Europees privaatrecht enorm toegenomen. Deze trend richt zich ook op het goederenrecht. Zwalve merkte onlangs bijvoorbeeld op dat harmonisatie van het zakenrecht hem een goed idee lijkt. In de literatuur wordt echter nogal eens betoogd dat de EG geen competentie heeft op dit rechtsgebied, omdat artikel 222 EG-Verdrag bepaalt dat het Verdrag het eigendomsrecht van de Lid-Staten onverlet Iaat. In dit opstel worden de gevolgen van artikel 222 voor het Europees privaatrecht besproken.

Verdieping | Studentartikel
april 1995
AA19950244

Europese verordeningen en Nederlands vermogensrecht

R. de Graaff, D.J. Verheij

Post thumbnail

Steeds meer verordeningen bevatten vermogensrechtelijke regels. In deze bijdrage brengen wij deze ontwikkeling in kaart en bespreken wij welke consequenties zij heeft voor de inzichtelijkheid, kenbaarheid en coherentie van het vermogensrecht. Ook geven wij aan hoe wetenschappers, wetgevingsjuristen en rechters met deze ontwikkeling kunnen omgaan.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2017
AA20170988

Exceptio plurium litis consortium

G.R. Rutgers

Hoge Raad 2 december 2005, nr. C04/263HR, ECLI:NL:HR:2005:AU5661, RvdW 2005, 135 (Rijpma/Groot, Lelieteler) De vraag die hier speelt is of een rechtsverhouding processueel ondeelbaar is indien, wanneer twee partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn gesteld door de rechtbank en er slechts een in beroep gaat, dit zou kunnen leiden tot een uitspraak waarbij degene die in beroep ging gelijk krijgt en degene die niet in beroep ging eigenlijk het hele bedrag zou moeten vergoeden, nu slechts een gedeelte van het bedrag hoeft te vergoeden, omdat dat nu eenmaal de in kracht van gewijsde gedane uitspraak van de rechtbank is.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2006
AA20060292

Exclusieve en concurrerende belangenbehartigers: balanceren op glad ijs?

I. Tillema

Post thumbnail

Deze bijdrage gaat over concurrerende belangenbehartigers en de voorgestelde wettelijke regeling voor de benoeming van een exclusieve belangenbehartiger in een collectieve (schadevergoedings)actie. Twee mogelijke toekomstscenario’s vormen de aanleiding om het wetsvoorstel op dit punt kritisch te bezien.

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2018
AA20180476

Exoneratie van aansprakelijkheid voor hulppersonen en regres bij brandschade

Mastum Dakbedekkingen - Nationale Nederlanden

J.M. van Dunné

Hoge Raad 15 januari 1999, nr. 16760, C97/239, ECLI:NL:HR:1999:ZC2819, RvdW nr. 10 C (Mastum Dakbedekkingen/Nationale Nederlanden) Lange tijd hebben arresten van voor de oorlog en vlak na de oorlog het onderwerp van de exoneratie voor hulppersonen beheerst, maar inmiddels zijn er nuances ontstaan en daarvan is dit arrest een voorbeeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1999
AA19990555

Exoneraties in consumentenovereenkomsten

M.B.M. Loos

‘Wij zijn niet aansprakelijk voor zoekgeraakte eigendommen.’ ‘Deelname is op eigen risico.’ Met een dergelijke exoneratieclausule proberen bedrijven onder hun wettelijke aansprakelijkheid uit te komen. Zijn dergelijke bedingen eigenlijk toegestaan of hoeft een consument zich niets van deze bepalingen aan te trekken? Mede aan de hand van Europese rechtspraak zal betoogd worden dat meestal het laatste het geval is. Vergl. ook: Océano-arrest (HvJ EG 27-6-2000, C-240/98 t/m C-244/98, NJ 2000, 730) en het arrest Mostaze Claro (HvJ EG 26-10-2006, C-168/05, NJ 2007, 201).

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2007
AA20070741

Factoring

J. Beuving

De invoering van de Boeken 3, 5 en 6 van het Burgerlijk Wetboek — in het bijzonder artikel 3:84 lid 3 BW — op 1 januari 1992 heeft tot grote onduidelijkheid en onzekerheid op het gebied van factoring geleid. Veiligheidshalve — en schoorvoetend — hebben de Nederlandse factoringmaatschappijen in januari 1992 hun standaardcontracten ingrijpend gewijzigd. Zij hanteren niet langer cessie van vorderingen als uitgangspunt, maar zijn in plaats daarvan gaan werken met verpanding van vorderingen. Als rode draad door dit proefschrift loopt de vraag of het gebruik van de verpandingsfiguur bij factoring wel wenselijk en/of noodzakelijk is.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
juli 1996
AA19960518

Factormaatschappij Alpha. Beantwoording rechtsvraag (327) Goederenrecht

J.M. Milo

In dit artikel wordt de casusvraag inzake het goederenrecht van Ars Aequi april 2006 beantwoord.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 2006
AA20060768

Factormaatschappij Alpha. Rechtsvraag (327) Goederenrecht

J.M. Milo

Aan de hand van een goedenrechtelijke casus worden enkele vragen opgesteld en vervolgens uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
april 2006
AA20060320

Factuurfraude en betaling te goeder trouw

W.H. van Boom

Hoge Raad 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:783 (Devante Minerals Trading Ltd. & Polar Global Equity AG / Hascor BV)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2022
AA20220667

Festival van verbintenissen: schuldoverneming in het EEX en het EVO

M.V. Polak

Hoge Raad 24 oktober 2003, nr. C02/090HR, ECLI:NL:HR:2003:AF9713, RvdW 2003, 164, JOL 2003, 534 (Lambrecht/Paardekooper & Hoffman Belastingadviseur) Bij schuldoverneming geldt het aan artikel 12 EVO inzake cessie ontleende beginsel dat door de schuldoverneming geen wijziging intreedt in het op de overgenomen schuld toepasselijke recht. De schuldeiser kan de partij die een geldschuld heeft overgenomen, in het kader van artikel 5 aanhef en onder 1 EEX, tot betaling aanspreken voor de rechter van de plaats waar de geldschuld, volgens het daarop toepasselijke recht, moet worden voldaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2004
AA20040052

FF Chippen

S.B.

In deze column wordt ingegaan op de mogelijkheid van kunnen betalen van parkeerbelasting. Volgens het hof is er bij de enige mogelijkheid van chippen schending van art. 6:112 BW;

Opinie | Column
december 2003
AA20030913

Resultaat 253–264 van de 591 resultaten wordt getoond