Staatsrecht / constitutioneel recht

Resultaat 37–48 van de 407 resultaten wordt getoond

De economische fundering van de democratische rechtsstaat

M. van der Sluis

Post thumbnail

Voor (staatsrecht)juristen is de vraag interessant welke economische vrijheden op constitutioneel niveau als grondrecht beschermd dienen te worden. Welke regels die betrekking hebben op economische vraagstukken zijn van zulk fundamenteel belang voor de rechtsstaat dat ze opgenomen moeten worden in de nationale constitutie of Europese verdragen? Marijn van der Sluis besteedt aandacht aan deze tot op heden in het juridisch discours onderbelichte vragen.

Blauwe pagina's | Onderbelicht
september 2012
AA20120598

De eis tot correctie van ondoelmatig recht

J.G. Backhaus

Dit artikel gaat over het belang van de economische analysemethodes voor de rechtspraktijk en blijft alleen kort staan bij andere analysevormen, die in de nieuwe discipline van de economische analyse van het recht ook een grote rol spelen, maar voor de praktische oplossing van juridische problemen van minder groot belang zijn. Daarbij worden drie methoden besproken: de voorspellende, functionele en de normatieve analyse. Daarnaast wordt het economische systeem besproken waarbij er volgens de auteur zes voorwaarden gelden, zoals contractsvrijheid en de waarborg van privé-eigendom. Deze fundamentele rechten worden besproken vanuit een economisch perspectief. Daarnaast komen procedurele garanties aan de orde en wordt er afgesloten met een praktische conclusie.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900660

De Europese Unie en nationale soevereiniteit

Wel degelijk verenigbare grootheden

A.J. van den Brink, L.A.J. Senden

Post thumbnail In het huidige maatschappelijke debat zien sommigen in de Europese Unie (EU) een bedreiging voor de democratie. Daarbij wordt vaak gesteld, dat een Europees volk (demos) met een gezamenlijke identiteit ontbreekt, waardoor de EU zou kampen met een fundamenteel en onoverbrugbaar democratisch tekort. De macht van de EU zou daarom zo veel mogelijk moeten worden ingedamd, omdat deze op ontoelaatbare wijze afbreuk zou doen aan onze nationale soevereiniteit. In deze bijdrage wordt deze visie nader geanalyseerd en onderzocht op haar houdbaarheid

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2013
AA20130355

De gedragscode van de Eerste Kamer. Wat te doen met lobbypraktijken?

P.P.T. Bovend'Eert

Post thumbnail De meeste Eerste Kamerleden hebben naast hun parlementaire functie een of meer andere functies bij de overheid, in het bedrijfsleven of bij maatschappelijke organisaties. Deze combinatie van functies kan risicovol zijn met het oog op (de schijn van) belangenverstrengeling. De nieuwe Gedragscode integriteit Eerste Kamer bevat een aantal voorschriften die het tegengaan van belangenverstrengeling betreffen. Eerste Kamerleden die in hun andere functies lobbyactiviteiten ontplooien, handelen in strijd met de gedragscode. Lobbyactiviteiten zijn niet verenigbaar met het Eerste Kamerlidmaatschap.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2020
AA20200475

De geschonden majesteit

A.J. Nieuwenhuis

Post thumbnail

Sinds 1830 is in Nederland de majesteitsschennis strafbaar; met enige regelmaat vinden er ook vervolgingen plaats. Hieronder wordt de vraag gesteld of een dergelijk delict in een moderne democratie wel bestaansrecht heeft. De vraag wordt beantwoord door aandacht te besteden aan de rechtsgoederen die een verbod van belediging kan beschermen, aan de verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en democratie, aan de onschendbaarheid van de koning, en aan de ontwikkeling van het positieve recht.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2016
AA20160021

De Grondwet en het eerlijke proces

J.M. Barendrecht

In deze column gaat Barendrecht in op het voornemen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken om een Staatscommissie een ontwerp te laten maken dat de Grondwet toegankelijker moet maken voor burgers. Barendrecht doet zelf een voorzet door een 'fair trial-artikel' in niet-juridisch jargon te redigeren.

Opinie | Column
juni 2009
AA20090388

De Grondwet en het Statuut: een verkenning

H.G. Hoogers

In deze bijdrage wordt de relatie tussen de Grondwet en het Statuut aan een analyse onderworpen. Die relatie wordt aan de hand van een paar vragen behandeld: de gelding van grondwettelijke normen in andere delen van het Koninkrijk, de verschillende manieren om de Grondwet te wijzigen en de vraag in hoeverre de grondwettelijke grondrechten ook gelden ten aanzien van de organen van het Koninkrijk.

Rode draad | Grenzeloze Grondwetten
september 2022
AA20220704

De Grondwet wacht op licht, maar wij gaan in donkerheid

J.W. Sap

Post thumbnail

Politiek wordt vaak gezien als de kunst van het mogelijke, maar het is tijd dat politici zich persoonlijk geroepen voelen om zich te richten op het ‘onmogelijke’. In brede kring wordt het inmiddels als onverantwoordelijk beschouwd wanneer politici weigeren stappen te zetten op het gebied van staatsrechtelijke vernieuwing. Ten diepste is aan de orde hoe wij in Nederland met elkaar willen samenleven. Inzake de democratische rechtsstaat kan een staat niet neutraal zijn.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2014
AA20140354

De grondwet, de doodstraf en de volksovertuiging

L. van Troost

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2010
AA20100732

De intrekking van de Wet raadgevend referendum

T.C. Borman, H.M.B. Breunese

Op 1 juli 2015 trad de Wet raadgevend referendum (Wrr) in werking. Net iets meer dan drie jaar later, op 12 juli 2018, viel het doek alweer voor deze wet. Op die datum trad de wet tot intrekking van de Wrr in werking. De intrekking van de Wrr is de zoveelste episode in de Nederlandse referendumdiscussie. In dit artikel laten Tim Borman en Henk-Martijn Breunese eerst de eerdere episodes in deze discussie de revue passeren. Daarna beschrijven zij het procedurele verloop van het intrekkingswetsvoorstel en de inhoud van de intrekkingswet. Tot slot komen ook het uitsluiten van de referendabiliteit van de intrekkingswet en het overgangsrecht aan bod.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2019
AA20190308

De invloed van Duits recht op de grondrechten en het denken over grondrechten in Nederland na 1945

R. de Lange

Op het gebied van de grondrechten heeft Duits recht de afgelopen tientallen jaren betekenis gekregen als inspiratiebron, zowel in de doctrine als in de rechtspraak. Hoe groot de invloed van Duits recht is, is moeilijk te meten. In dit artikel worden enkele voorbeelden besproken die suggereren dat Nederlandse juristen er verstandig aan doen kennis te nemen van het werk van hun Duitse collega’s. De voorbeelden betreffen het algemeen persoonlijkheidsrecht, het onderscheid tussen reikwijdte en beperkingsmogelijkheden van grondrechten, en het evenredigheidsbeginsel.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140576

De invoering van een algemene bepaling of preambule bij de Nederlandse Grondwet in rechtsvergelijkend perspectief

J. Goossens, M.P. Kuijvenhoven

Op 5 april 2022 heeft de Tweede Kamer in tweede lezing het voorstel aangenomen tot toevoeging van een ongenummerde, algemene bepaling bij de Nederlandse Grondwet, namelijk ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.’ Deze bijdrage bevat een tekstuele rechtsvergelijking van de drie kernbeginselen in deze inleidende bepaling (democratie, rechtsstaat en grondrechten) met de preambules en het corpus van de 192 andere, geldende nationale grondwetten.

Rode draad | Grenzeloze Grondwetten
mei 2022
AA20220412

Resultaat 37–48 van de 407 resultaten wordt getoond