Staats- en bestuursrecht

Heeft een minister een hart?

L.J.A. Damen

Een minister kan een persoon zijn, maar ook een ambt, daarom is een opvolger ook tot op hoogte gebonden aan het beleid van zijn of haar voorganger. Dit is ook het geval geweest bij Rita Verdonk, zij wilde nieuw vreemdelingenbeleid, maar had wel alle juridische consequenties te aanvaarden vanwege de toezeggingen van haar voorganger.

Opinie | Amuse
november 2006
AA20060779

Heeft het burgerlijk recht een constitutioneel hof nodig

R. de Graaff, O. Oost

Inmiddels pleiten ook civilisten voor constitutionele toetsing en voor de oprichting van een constitutioneel hof. Kennelijk staat de civiele rechter niet altijd te springen om grondrechten goed te beschermen. Bij die aanname kunnen echter kanttekeningen worden geplaatst. Het burgerlijk recht is een ‘living instrument’ dat ook zonder constitutionele toetsing en zonder constitutioneel hof kan worden ingezet om grondrechten te beschermen.

Opinie | Redactioneel
januari 2016
AA20160003

Heerst er in het onderwijs een claimcultuur?

J.P. Dikker

Post thumbnail Telkens wanneer de media aandacht besteden aan een rechtszaak die ouders tegen de school van hun kind hebben aangespannen voor schijnbaar klein leed, wordt vaak klakkeloos de conclusie getrokken dat in het onderwijs een claimcultuur heerst. In dit artikel wordt aan de hand van een beschrijving van de rechtsbescherming van onderwijsdeelnemers en een inventarisatie van de meest voorkomende vorderingen die tegen onderwijsinstellingen worden ingesteld, onderzocht of in het onderwijs van een claimcultuur kan worden gesproken.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2019
AA20190765

Herijking van het vertrouwensbeginsel? Over paardenbakken en dakterrassen

K.J. de Graaf, A.T. Marseille

Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 29 mei 2019, ECLI:​NL:​RVS:​2019:​1694, nr. 201802496/1/A1, AB 2019/302 m.nt. L.J.A. Damen, JB 2019/124 m.nt. C.L.G.F.H. Albers

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2019
AA20190999

Hernieuwde aandacht voor mensenplichten

A.I. Elvan, L.L. MacLean

In het huidige mensenrechtendebat is het zwaartepunt komen te liggen op het uit kunnen oefenen van individuele mensenrechten, terwijl daarmee correlerende mensenplichten worden vergeten. Mensenplichten zijn echter essentieel voor de verwezenlijking van mensenrechten. Het uitgangspunt dat wij ons onbegrensd op allerlei rechten kunnen beroepen zonder ons bij voorbaat te oriënteren op individuele plichten is dan ook onhoudbaar.

Opinie | Redactioneel
februari 2022
AA20220083

Herplanten is geen aanplanten

Het grensgebied tussen een ruime uitleg van een bestuursbevoegdheid en het verbod van détournement de pouvoir

A.G.A. Nijmeijer

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3175, zaaknr. 201507681/1/A1 (mrs. R. van der Spoel, J. Kramer en G.M.H. Hoogvliet)
 
Wabo art. 2.2 lid 2 onder g; Awb art. 5:4, art. 5:6 en art. 5:32; Gemeentewet art. 125

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2017
AA20170215

Herrie als evangelie

P.J. Boon

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 5 januari 1996, nr. R03903668, ECLI:NL:RVS:1996:AN5002, AB 1996, 179 m.nt. J.A. Hofman en De Gemeentestem nr. 7026 onder 2 m.nt. Brederveld Uitspraak van de ABRvS waarin de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en vereniging in het geding zijn vanwege vermeende geluidsoverlast. Deze uitspraak gaat in op de problematiek rondom grondrechten beperking. In de uitvoerige noot wordt er ingegaan op vergelijkbare uitspraken.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1996
AA19960580

Herschikken kan niet zonder verschuiven

Nawoord bij voorgaande reactie

A. Kristic

Voor het bijzonder nummer 2009 van Ars Aequi over oorlog en recht schreef Anamarija Kristic het artikel ‘Oorlog en democratie. Over de fundamentele verschuiving van de aard van parlementaire betrokkenheid bij de inzet van de Nederlandse krijgsmacht’. Wij ontvingen hierop een reactie van kapitein mr. Vink, die u in dit nummer kunt lezen, gevolgd door een nawoord van mr. Kristic.

Opinie | Reactie/nawoord
april 2010
AA20100260

Hervorming van het Straatburgse toezichtmechanisme

Protocol nr. 11 bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens

C.N.J. de Vey Mestdagh

In dit artikel wordt naar aanleiding van de overspoeling van de organen die zich bezighouden met toezicht op het EVRM de wijziging van deze organen besproken. Er zal één orgaan komen, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In het artikel wordt de samenstelling, één rechter per lidstaat, alsook de procedure voor dit nieuwe hof besproken worden.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1994
AA19940440

Herziening van de Kieswet

C. Borman

Weinigen van de ongeveer zeven miljoen kiesgerechtigden die op 21 maart 1990 zijn gaan stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen, zullen beseft hebben dat dit de eerste verkiezingen waren onder een geheel herziene Kieswet. Na een lange voorbereidingsperiode (ruim 10 jaar) en een voor een zo omvangrijk wetsvoorstel betrekkelijk korte parlementaire behandeling (2 jaar) trad met ingang van 1 november 1989 de nieuwe Kieswet in werking. Inmiddels heeft de nieuwe wet de vuurproef van haar eerste toepassing bij verkiezingen doorstaan. Hoewel het dus niet een geheel 'vers' wetgevingsproduct betreft, is het toch op zijn plaats om in deze rubriek nog aandacht aan de totstandkoming van deze wet te schenken.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1990
AA19900452

Herziening van de wetgeving inzake gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid

M. Reinsma

De wetgeving op het terrein van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid was in een viertal wetten te vinden: de Wet gelijk loon voor vrouwen en mannen, de Wet van 25 mei 1979, houdende tijdelijke voorziening met betrekking tot de gelijke behandeling van mannen en vrouwen en van gehuwden en ongehuwden in geval van beëindiging van de dienstbetrekking, de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de burgerlijke openbare dienst.De Tijdelijke voorziening' had intussen veel van zijn belang verloren. Het was een spoedwetje dat een voorschot op het ingediende ontwerp voor de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen nam. Dat was vooral nodig omdat dat ontwerp was ingediend na het tijdstip waarop de wetgeving ter uitvoering van de hieronder genoemde tweede EG-richtlijn gereed had moeten zijn en er in het onderwijs ontslagen dreigden waartegen de uitvoeringswet bescherming zou hebben geboden. Bij de wet van 27 april 1989, Stb. 168, die op 1 juli 1989 in werking is getreden, is deze wetgeving op tal van punten verbeterd. Voorts is deze, met één uitzondering die hieronder besproken wordt, samengevoegd in één nieuwe Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen. In deze bijdrage komen de belangrijkste wijzigingen aan bod, evenals de verhouding met andere ontwerpen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1989
AA19890992

Herziening Vreemdelingenwet

E.A. van Vondelen

In dit artikel wordt de herziene Vreemdelingenwet besproken. Aan bod komen de vereisten voor toegang, toelating, bezwaar en administratief beroep, beroep op de administratieve rechter, hogere voorzieningen, vrijheidsbeperkende en vrijheidsontnemende maatregelen en uitzetting.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1994
AA19940224