Resultaat 181–192 van de 1928 resultaten wordt getoond
Th.G. Drupsteen
Contrair KB 13 juli 1992, Stb. 405 Provinciale aanwijzing ex artikel 37, vierde lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening. Bovengemeentelijke belangen. Voldoende grondslag. Voldoende duidelijkheid. Relatie met Afvalstoffenwet Noot bij een KB waarin een planologische aanwijzing wordt gegeven die niet in lijn is met aanwijzingen van lagere overheden.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 1993AA19930194
P.J.J. van Buuren
Koninklijk besluit (KB) 17 december 1987, nr. 1, Staatsblad 1987, 643 Bij koninklijk besluit van 17 december 1987 besliste de Kroon omtrent een groot aantal beroepen van diverse overheidsorganen, milieu-organisaties en particulieren tegen de gedeeltelijke goedkeuring door gedeputeerde staten van Groningen van het bestemmingsplan voor de uitbreiding van de Eemshaven. In deze bijdrage wordt dieper op dit KB in gegaan en komt de verhouding tussen een bestemmingsplan en milieuvoorschriften. Ook wordt er in gegaan op de verschillende toetsingsmogelijkheden die hierbij aan de orde kwamen.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingdecember 1988AA19880865
A.B. Terlouw
Anders dan de rechtbank op 22 september 2021 in de zaak van Amnesty International e.a. tegen de Koninklijke Marechaussee, is Ashley Terlouw van oordeel dat mensen niet mede op grond van hun huidskleur mogen worden geselecteerd voor controles op onrechtmatige binnenkomst. Die controles vinden plaats nadat personen zijn binnengekomen op de luchthaven met vluchten uit een andere EU-staat. Zij legt in onderstaand artikel uit dat de redenering dat huidskleur een aanwijzing is voor onrechtmatig verblijf onjuist is en dat sprake is van discriminatie zonder dat daar een rechtvaardiging voor bestaat. Als het gaat om rassendiscriminatie moet de rechtvaardigingstoets zo strikt mogelijk worden geïnterpreteerd.
Opinie | Opiniërend artikelmei 2022AA20220380
M.M. Julicher
Op 15 april 2020 promoveerde Manon Julicher aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift Nederlandse grondrechten: klaar voor de toekomst? In dit artikel vertelt ze over haar onderzoek, waarbij de coronamaatregelen als voorbeeld dienen.
Literatuur | Proefschriftbijdragenovember 2020AA20201087
J.P. Loof
Er is afgelopen anderhalf jaar veel politieke en juridische discussie geweest over staatsrechtelijke en grondwettelijke aspecten van de maatregelen ter bestrijding van de coronacrisis. Daarbij kwam onder meer de vraag aan de orde of het staatsnoodrecht gebruikt zou kunnen worden om deze crisis het hoofd te bieden. Deze bijdrage bekijkt de coronamaatregelen en het staatsnoodrecht vanuit een mensenrechtelijk en verdragsrechtelijk perspectief. Want ook in de mensenrechtenverdragen zitten speciale bepalingen die gericht zijn op situaties van staatsnood. En een relevante vraag is of de coronamaatregelen niet zodanig omvangrijke ingrepen in de vrijheid van burgers opleveren dat een beroep op die speciale noodtoestandsbepalingen uit de mensenrechtenverdragen noodzakelijk is. Daarnaast speelt bij beperkingen van de vrijheidsrechten van burgers het proportionaliteitsvereiste altijd een essentiële rol. Maar hoe moet en kan de toets aan dit vereiste plaatsvinden in onzekere (crisis)omstandigheden?
Bijzonder nummer | Crisis!juli 2021AA20210672
J.L.W. Broeksteeg, C.J.H. Jansen
Onderzoek naar aspecten van corruptie en fraude op het gebied van het Europees recht, bestuursrecht, burgerlijk recht (in het bijzonder het contractenrecht), strafrecht, staatsrecht, financieel recht en ondernemingsrecht.
9789493333161 - 09-04-2024
A.R. Neerhof
In hoeverre bieden rechterlijke uitspraken in het bestuursrecht duidelijke regels? Formuleren bestuursrechters hun uitspraken zodanig dat deze bestuursorganen, burgers en hun juridische adviseurs inzicht bieden in de wijze waarop toekomstige soortgelijke geschillen worden beslist? Welke factoren bepalen de mate waarin rechters op het terrein van het bestuursrecht beslissingen nemen die houvast bieden in soortgelijke gevallen? Uit het dissertatie-onderzoek blijkt dat sommige rechters hun functie van beslechter van concrete geschillen laten prevaleren boven hun algemene rechtsvormende taak. De rechter blijkt ook niet altijd even geschikt te zijn als wetgever-plaatsvervanger als de wet zelf onduidelijk is. Door middel van bestuursrechtspraak in twee instanties in het gehele bestuursrecht kan de wetgever de ontwikkeling van duidelijke jurisprudentieregels stimuleren. Als wordt gezorgd voor voldoende coördinatie binnen rechtscolleges en als adequater gebruik wordt gemaakt van informatiesystemen, kan jurisprudentie tot ontwikkeling komen die meer houvast biedt.
Literatuur | Proefschriftbijdrageapril 1995AA19950312
D.P. Steentjes
Extern salderen is sinds de PAS-uitspraak voor boeren een van de weinige mogelijkheden om een Wet natuurbescherming-vergunning te verkrijgen. In dit artikel gaat de auteur in op het systeem van extern salderen en de civielrechtelijke kwalificatie van de stikstofdepositieruimte. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met fosfaatrechten. Bekeken wordt of er redenen zijn stikstofdepositieruimte civielrechtelijk op dezelfde manier vorm te geven.
Verdieping | Studentartikelmei 2023AA20230321
A.G.A. Nijmeijer
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 november 2011, nr. 201011839/1/R3, LJN: BU6355, ECLI:NL:RVS:2011:BU6355 Bouw van woningen die onderhevig zijn aan geluidhinder afkomstig van wegverkeer. Maximaal toelaatbare geluidbelasting op woningen. Regels over geluidbelasting zijn kennelijk niet geschreven ter bescherming van de belangen van omwonenden. Relativiteit in het bestuursrecht. Artikel 83 Wet geluidhinder (Wgh) en artikel 1.9 Crisis- en herstelwet (Chw).
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 2012AA20120222
C. Schutte
Tweede bijdrage in deze uitgave van Ars Aequi over de rechtsvormende taak van de rechter door Schutte. Aan de orde komen wederom de uitlating van prof. mr. C.A.J.M. Kortmann over rechtsvorming en het rapport over versterking van de cassatierechtspraak uit 2008. De auteur gaat in op de volgende vraag: 'Wat is rechtsvorming door de rechter?'. Verder behandelt hij de taak van de rechter in het staatsbestel alsmede rechtsbescherming.
Verdieping | Studentartikeloktober 2009AA20090676
C. Kersten
Deze bijdrage staat in het teken van de ‘derde gender’-optie. Wat is de (juridische) stand van zaken met betrekking tot de mogelijkheid om (ook) in ons land te kunnen kiezen voor een derde optie van geslachtsregistratie? Naast de huidige situatie, recente jurisprudentie en ontwikkelingen in ons land, worden ook internationale ontwikkelingen (met name in onze buurlanden Duitsland en België) belicht.
Verdieping | Verdiepend artikeljanuari 2021AA20210018
T. Hartlief
In het actuele, soms giftige klimaat worden journalisten en activisten niet alleen geconfronteerd met geweld, bedreigingen of stalking maar ook met juridisch geweld: Strategic Lawsuits Against Public Participation (SLAPPs). De Europese Commissie kiest voor anti-SLAPP-wetgeving die inzet op vroegtijdige niet-ontvankelijkverklaring en een pittige kostenveroordeling voor eiser. Gaat dit goedbedoelde voorstel SLAPPs effectief aanpakken of is sprake van symboolwetgeving? In deze bijdrage zet de combinatie van beperkte meerwaarde voor de doelwitten van kwaadwillende klagers én mogelijke nadelige consequenties voor serieuze eisers de toon.
Opinie | Opiniërend artikeljanuari 2023AA20230018