Staats- en bestuursrecht

Resultaat 1441–1452 van de 1912 resultaten wordt getoond

Nederland narcostaat 2.0

Over de paradox van een land dat op het eerste oog niet de uitstraling heeft van een narcostaat en het tegelijkertijd wel is

S. Brinkhoff

Post thumbnail

    In deze bijdrage wordt, met gebruikmaking van een nieuwe definitie van het begrip narcostaat, geconcludeerd dat Nederland als Narcostaat 2.0 kan worden aangemerkt. Een land waar op het eerste oog de grootschalige productie en distributie van narcotica weinig zichtbaar en voelbaar is, maar waar paradoxaal genoeg bij nadere bestudering toch blijkt dat aan alle componenten van de definitie van een narcostaat wordt voldaan. Vervolgens wordt ingegaan op het nut en de noodzaak om Nederland zo te framen.

    In het nieuws

    Spraakmakers

    Sven Brinkhoff, de auteur van het artikel 'Nederland Narcostaat 2.0’ is op 8 juni te gast bij Spraakmakers om te praten over dit onderwerp. In deze radiotalkshow op NPO Radio 1 ontvangt Ghislaine Plag bevlogen gasten die je nét even anders naar het nieuws laten kijken. (NPO Radio 1, 9:30-11:30) De uitzending met Sven Brinkhoff is terug te luisteren op NPO Radio 1.

    Opinie | Opiniërend artikel
    juni 2022
    AA20220466

    Nederlandse besluitvorming rond deelname aan VN vredesoperaties; manoeuvreren tussen de internationale rechtsorde en het Nederlandse staatsrecht

    J.M.P.H. Noortmann

    Opnieuw levert Nederland een militaire bijdrage aan een VN vredesoperatie namelijk de United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea (UNMEE). De Nederlandse regering neemt daartoe het besluit,het parlement wordt ‘slechts’ geïnformeerd. De Sebrenica-affaire en het ‘rapport van de tijdelijke commissie besluitvorming uitzendingen ’(het rapport Bakker) hebben aangetoond dat de (internationale)besluitvorming rond vredesoperaties ondoorzichtig is en de veiligheidsrisico’s toenemen. Met grondwetswijziging van de ‘bepalingen inzake de verdediging’ laat de grondwetgever na de staatsrechtelijke en politieke verantwoordelijkheid bij het parlement te leggen. Dutchbat komt van de regen in de drup.

    Verdieping | Verdiepend artikel
    juli 2001
    AA20010544

    NEN-normen zijn geen algemeen verbindende voorschriften

    R.J.B. Schutgens

    Hoge Raad 22 juni 2012, nr. 11/01017, ECLI:NL:HR:2012:BW0393 (Knooble BV/Staat)

    Annotaties en wetgeving | Annotatie
    oktober 2013
    AA20130762

    Niet alleen wettelijke bepaling doch ook beleidsregels kunnen in cassatie worden getoetst

    J.W. Zwemmer

    Hoge Raad 28 maart 1990, nr. 25.668, ECLI:NL:HR:1990:ZC4258, RvdW 1990, 77 In deze uitspraak formuleert de belastingkamer van de Hoge Raad de volgende regel omtrent de toetsing van beleidsregels in cassatie: Ofschoon beleidsregels geen algemeen verbindende voorschriften zijn, is het, gezien de steeds gewichtiger rol die deze regels spelen in de verhouding tussen overheid en burger, wenselijk dat de interpretatie van deze regels ook in cassatie kan worden getoetst. In afwijking van vroegere jurisprudentie moeten deze regels dan ook als recht in de van art. 99 RO (oud; thans art. 79 Wet RO) worden beschouwd.

    Annotaties en wetgeving | Annotatie
    juli 1990
    AA19900464

    Niet tijdig beslissende bestuursorganen: welke mogelijkheden hebben de rechter en het parlement?

    B.P. Martens

    Post thumbnail Bestuursorganen overschrijden beslistermijnen nogal eens. Sinds 2009 heeft de bestuursrechter de mogelijkheid om een dwangsom te verbinden aan een uitspraak waarin is geoordeeld dat een bestuursorgaan een besluit moet nemen binnen een door de rechter bepaalde termijn. Deze dwangsommen lijken in de praktijk echter lang niet altijd te werken. In deze bijdrage wordt onderzocht of er wellicht alternatieve mogelijkheden zijn die ervoor zorgen dat bestuursorganen wel tijdig besluiten nemen. In het bijzonder zal worden ingegaan op enkele bestuursorganen waar meer structurele problemen lijken te spelen.

    Opinie | Opiniërend artikel
    november 2023
    AA20230850

    Nietige Nederlanders. En de niet-nietige Nederlandse Ayaan Hirsi Ali-Magan

    L.J.A. Damen

    Hoge Raad 30 juni 2006, nr. R05/127HR, ECLI:NL:HR:2006:AV0054, LJN: AT7542, AB 2006, 335 m.nt. R. Ortlep, JB 2006, 242, JV 2006, 314 m.nt. H.U. Jessurun d’Oliveira naturalisatie-KB met onjuiste personalia nietig of alleen intrekbaar?; rechtszekerheid; overgangsrecht bij nieuwe wetgeving; Hoge Raad om ten opzichte van uitspraak Naif?; gelijkheidsbeginsel; tweede Kamer als pseudo-bestuursorgaan of pseudo-rechter?

    Annotaties en wetgeving | Annotatie
    januari 2007
    AA20070066

    Nieuwe ‘Orde in de regelgeving’

    J.Th.J. van den Berg

    Post thumbnail Tegenover een parlement dat gebrekkige aandacht toont voor de constitutionaliteit van de wetgeving, staat een rechterlijke macht die zich lang niet altijd meer door de wet alleen laat leiden. Vooral in de politiek is de irritatie over het handelen van de rechter toegenomen, waarop rechters opmerkelijk defensief reageren. Tijd om te waken voor overdrijving, maar ook voor nieuwe concentratie op waarde en inhoud van de wet.

    Verdieping | Verdiepend artikel
    oktober 2020
    AA20200864

    Nieuwe euthanasiewetgeving getoetst aan het EVRM

    C. Samkalden, H. Snijders

    De nieuwe wettelijke regeling van euthanasie heeft geleid tot heftige reacties uit binnen- en buitenland. Een van de kritiekpunten is dat euthanasie in strijd zou zijn met het recht op leven, zoals onder andere vastgelegd in artikel 2 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fun- damentele vrijheden(hierna:EVRM). Interpretatie van artikel 2 EVRM kan echter niet leiden tot de conclusie dat euthanasie in strijd is met het daar omschreven recht op leven.

    Verdieping | Verdiepend artikel
    juli 2001
    AA20010558

    Nieuwe ronde, nieuwe kansen

    R. Mans

    In de laatste maanden van 1993 kwam de Eerste Kamer regelmatig in het nieuws. Een aantal aanvaringen met de regering vormde daan de aanleiding toe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de sluimerende discussie rond de positie van de Eerste Kamer nieuw leven ingeblazen werd. Met het oplaaien van de discussie, werd ook de studie naar oplossingen romdom de Eerste Kamer-problematiek weer interessant.

    Verdieping | Studentartikel
    juni 1994
    AA19940418

    Nieuwe wetsvoorstellen

    Wetsvoorstellen ingediend in de periode van 9 oktober tot 4 november 1996

    Op 1 januari 1997 zijn een groot aantal adviesorganen van de regering afgeschaft. Daarnaast zijn er enkele bredere organen opgericht alsmede een aantal specialistische adviesorganen. Deze reorganisatie en de daarvoor tot stand gebrachte wetgeving is in vele opzichten interes¬sant. Zowel de oorsprong, inhoud en wetgevingsmethode alsmede de omvang van het wetgevingsprogramma en het totstandkomingsproces zijn anders dan anders. Om die reden zal in dit artikel op die verschillende aspecten worden ingegaan.

    Annotaties en wetgeving | Wetgeving
    januari 1997
    AA19970033

    Nieuws en geheime informatie(bronnen): De Telegraaf tegen de AIVD

    E.J. Dommering

    Post thumbnail

    Op 18 juni 2009 deed het OM een inval bij een journaliste van De Telegraaf waarbij allerlei vertrouwelijke informatie in beslag werd genomen. De journaliste had op basis van geheime bronnen bij de AIVD een artikel gepubliceerd over het weinig degelijke werk van de AIVD. Tegelijk met de inval werd een medewerkster van de AIVD die naar de Telegraaf zou hebben ‘gelekt’ in preventieve hechtenis genomen. In de procedures die volgden, legde het OM stukken over waaruit bleek dat de journalisten van De Telegraaf maanden waren afgeluisterd. De Telegraaf voerde een kort geding om het afluisteren te stoppen en kreeg daarin grotendeels gelijk. In de beklagprocedure vroeg zij teruggave van de in beslaggenomen stukken, maar dat verzoek werd afgewezen. Deze zaak stelt een aantal aspecten van het gebruik van vertrouwelijke (geheime) informatie door de pers en het publiceren van die informatie aan de orde.

    Verdieping | Studentartikel
    december 2009
    AA20090818

    Nogmaals: Is een wetsvoorstel onschendbaar?

    C.A.J.M. Kortmann

    Hoge Raad 19 november 1999, nr. C98/096HR, ECLI:NL:HR:1999:AA3374, RvdW 1999, 179 De noot bij dit arrest behandelt de vraag hoe de hoge raad ertoe komt dat de rechter niet het oordeel toekomt dat 'onrechtmatig is gehandeld doordat bij de voorbereiding en de behandeling van die wet (wet algemene regels herindeling) terzake gegeven procedurevoorschriften zijn geschonden.

    Annotaties en wetgeving | Annotatie
    februari 2000
    AA20000107

    Resultaat 1441–1452 van de 1912 resultaten wordt getoond