Resultaat 37–48 van de 1536 resultaten wordt getoond

Arbeidsrechtelijke aspecten van AIDS

In de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Nederland

W. van den Elsen

Met het stijgende aantal seropositieven en mensen met AIDS groeit ook de AlDS-problematiek op de arbeidsplaats. In dit artikel wordt de (rechts-) ontwikkeling op dit terrein besproken, zowel voor ons land, als die voor enkele vergelijkbare landen. Dit aan de hand van twee hoofdthema's: Hiv-screening en werving en selectie en AiDS-specifiek ontslag.

Verdieping | Studentartikel
maart 1991
AA19910204

Arbeidsrechtprocesdossier (Digitaal boek)

S.A. Tan, A.P.J.M. Verbeek

Post thumbnail Aan de hand van een dossier van een waargebeurde zaak wordt, wordt stap voor stap, uiteengezet hoe een procedure zich in de praktijk ook daadwerkelijk afspeelt. De originele processtukken van een ontslagzaak en de begeleidende tekst nemen de lezer mee langs de hoofdlijnen van het geldende arbeidsrecht.

9789069165684 - 27-05-2001

Arbitrage in het vervoer

W.H. Claassen, Ph.H.J.G. van Huizen

Het is geenszins ongebruikelijk dat in vervoersovereenkomsten, in het bijzonder van het zeevervoer, arbitrage is overeengekomen. Vervoer, als onderdeel van het handelsverkeer, wordt gekenmerkt door meer partijen verhoudingen. Meestentijds zal niet de contractpartij van de vervoerder maar een derde gelegitimeerd zijn tot uitlevering van de vervoerde zaken. En dan rijst de vraag of deze derde gerechtigde een tussen de vervoerder en zijn contractspartij (de afzender) overeengekomen arbitrageclausule kan worden tegengeworpen. Deze vraag doet zich in het bijzonder voor bij zeevervoer onder cognossement. Bij de beantwoording van deze vraag dient rekening te worden gehouden met zowel waardepapierrechtelijke als procesrechtelijke beginselen.

Bijzonder nummer | Buiten de rechter om
juli 2002
AA20020544

Ars Equorum

Paardesprongen naar Boek 6 BW

O. van Klinken

Wanneer een contractspartij schade heeft geleden en die niet op zijn contractuele wederpartij probeert te verhalen, maar een derde met een actie uit onrechtmatige daad aanspreekt, wordt gesproken van een 'paardesprong'. Kan de derde zich vervolgens tegen zo'n paardesprong verweren met de bepalingen in een overeenkomst die hij niet zelf heeft gesloten, dan is sprake van derdenwerking van overeenkomsten. Het blokkeren van paardesprongen door het tegen of voor derden laten werken van overeenkomsten, is het onderwerp van deze bijdrage. Onderzocht wordt in hoeverre het principe dat aan de ingewikkelde regeling van dit onderwerp in Boek 8 BW ten grondslag ligt, naar analogie toepassing kan vinden op andere dan vervoersrechtelijke casus.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930393

Artiestenverloningen-Prae Artiestenverloning: de (on)rechtmatigheid van de louter beschrijvende, verwarringwekkende domeinnaam

D.J.G. Visser

Hoge Raad 11 december 2015, nr. 14/04460, ECLI:NL:HR:2015:3554 (Artiestenverloningen/Prae Artiestenverloning)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2017
AA20170047

Artificiële intelligentie en octrooi – een oplossing voor een niet bestaand probleem?

Audiovisuele mediadiensten en het internet

N.A.N.M. van Eijk

Lang was het adagium dat op het internet alles anders is. Bestaande regels waren niet van toepassing, onderliggende rechtsbeginselen dienden te worden herzien. Eigenlijk waren er helemaal geen regels nodig want het internet, dat regelde zichzelf. Inmiddels blijkt de praktijk hardnekkiger. Rechtsbeginselen uit de ‘oude’ wereld staan veelal nog als een huis (vrijheid van meningsuiting, privacy, rechtmatigheid/ onrechtmatigheid) maar moeten wat de toepasbaarheid betreft wel vertaald worden naar de nieuwe technologische omgeving. In deze bijdrage wordt aan de hand van de recente Europese richtlijn voor audiovisuele mediadiensten geïllustreerd hoe een dergelijke vertaalslag plaats heeft gevonden en wat daarbij mis kan gaan. Oude regels worden soms wat al te gemakkelijk doorgetrokken naar het internet.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080549

Auteursrecht op (de geur van een) parfum

P.B. Hugenholtz

Hoge Raad 16 juni 2006, nr. C04/327HR, ECLI:NL:HR:2006:AU8940, JOL 2006, 375, RvdW 2006, 609, LJN: AU8940 (KEKOFA B.V./Lancôme Parfums) Nabootsing van een parfum; vraag of een geur(combinatie) auteursrechtelijke bescherming kan genieten; de omschrijving van 'werk' in artikel 10 van de Auteurswet luidt algemeen en belet niet daaronder een geur(combinatie) te begrijpen; beslissend is of het gaat om een voortbrengsel dat vatbaar is voor menselijke waarneming en of het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft; dat het menselijk reukzintuig aan het vermogen tot het onderscheiden van geuren grenzen stelt, doet hieraan niet af, evenmin als de omstandigheid dat niet alle bepalingen en beperkingen in de Auteurswet op 'geurwerken' kunnen worden toegepast; de geur van een parfum mag niet worden vereenzelvigd met de reukstof(fen) die de geur teweegbrengen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2006
AA20060821

Auteursrecht voor autonome creatieve systemen?

R.W. de Bruin

Post thumbnail Kan een autonoom systeem zoals een robot of een algoritme auteursrecht hebben naar Europese maatstaven? En als dat niet zo is, zou dat dan niet toch moeten? Deze vragen staan hieronder centraal. Het antwoord op de eerste vraag kan kort zijn, dat op de tweede minder: zie deze amuse wat dat betreft als teaser…

Opinie | Amuse
november 2020
AA20200992

Autonomie en paternalisme in het ondernemingsrecht van Nederland en Delaware

T.A. Keijzer

Post thumbnail

In deze bijdrage wordt met breed penseel besproken in hoeverre sprake is van een vennootschapsrechtelijk zelfbeschikkingsrecht in Nederland en Delaware. Kunnen actoren hun eigen positie bepalen, of zijn belangrijke keuzes opgelegd door de wetgever? Daartoe worden de wetssystematiek en de verhouding tussen het bestuur en de algemene vergadering geanalyseerd.

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170610

Autonomie in het socialezekerheidsrecht

F.J.L. Pennings

Post thumbnail

Autonomie in het socialezekerheidsrecht is beperkt, aangezien aan alle uitkeringsregelingen voorwaarden zijn verbonden. De voorwaarden verschillen aanzienlijk van karakter: waar ze in de volksverzekeringen vooral gevolgen verbinden aan samenleven met anderen, zijn ze in de werknemersverzekeringen sterk gericht op terugkeer naar betaalde arbeid. Bij de uitvoeringsorganen zien we dat er een ontwikkeling is van een hoge mate van zelfbestuur naar gebondenheid aan een strikt kader.

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170618

Avery – VRG

J.M. van Dunné

Hoge Raad 4 januari 1991, nr. 14392, ECLI:NL:HR:1991:ZC0103, NJ 1991, 254 (Avery/VRG) Arrest van de Hoge Raad waarbij bij de overdracht van een onderneming door de verkoop van aandelen een conflict ontstaat over de uitleg van een overeenkomst waarbij de pensioenrechten van de werknemers bij de overgenomen onderneming worden overgedragen. Het conflict gaat met name over de onderzoeksplicht versus de inlichtingenplicht. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de juiste maatstaf heeft aangelegd waarin geconcludeerd werd dat er i.c. een onderzoeksplicht was die sterker woog dan een inlichtingenplicht. In de noot wordt dieper op de problematiek rondom de uitleg van overeenkomsten ingegaan en de criteria die ertoe kunnen leiden dat er de ene keer een inlichtingen- en de andere keer een onderzoeksplicht wordt aangenomen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1992
AA19920354

Resultaat 37–48 van de 1536 resultaten wordt getoond