Sociaal-economisch recht

Resultaat 361–372 van de 1571 resultaten wordt getoond

Het Ministerie van de Economische Zaken: gasbeleid en EEG-mededingingsrecht

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschap (HvJ EG) 12 december 1991, zaak T 39/90, ECLI:EU:T:1991:71 (NV Samenwerkende Elektriciteits-Produktiebedrijven (SEP) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen) In dit arrest is aan de orde in hoeverre de gegevens uit een contract en gedragsregels tussen de Nederlandse Gasunie en een andere gasleverancier verstrekt moeten worden en hoe een directoraat van de EC met deze gegevens moet omgaan. In de noot wordt daar verder op ingegaan. Ook wordt in de noot aandacht besteed aan de werkzaamheden door het Gerecht van Eerste Aanleg.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1992
AA19920276

Het Mitbestimmungsrecht op de schop?

M.J. van Ginneken, T.A. Keijzer

Post thumbnail

Het Duitse medezeggenschapsrecht bepaalt van oudsher dat bij grote vennootschappen de helft van de zetels in de raad van commissarissen voor werknemersvertegenwoordigers is gereserveerd. Deze vertegenwoordigers worden echter enkel gekozen door de werknemers actief in Duitsland. Bij het Hof van Justitie ligt de vraag voor of deze regeling strijdig is met het Europeesrechtelijke verbod van discriminatie naar nationaliteit en/of het vrije verkeer van werknemers. Zijn aanpassingen noodzakelijk – en in welke richting?

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2017
AA20170026

Het Nederlands ontslagrecht en artikel 6 EVRM.

Geteld, geteld, gewogen en te licht bevonden

L.G. Verburg

‘Op 7 oktober 2010 hield ik mijn oratie over de droevige situatie waarin ons ontslagrecht zich bevindt. U weet, wij kennen bij ontslagen op initiatief van de werkgever twee ontslagroutes. Dit duale ontslagstelsel leidt tot onvoorspelbaarheid, tot een ongelijke behandeling van materieel gelijke gevallen en bevoordeelt hoger (betaald) personeel. Het maakt ons ontslagrecht tot een doolhof. Het systeem bewerkstelligt een tweedeling op de arbeidsmarkt. Deze bijdrage concentreert zich op de vraag of ons ontslagstelsel voldoet aan de eisen van artikel 6 EVRM.’

Opinie | Opiniërend artikel
april 2011
AA20110284

Het Nederlandse verbod op no cure no pay en quota pars litis: een mededingingsrechtelijk perspectief

F. ten Have, J. Mulder

Vrije mededinging in markten waar vrije beroepen actief zijn, is geen vanzelfsprekendheid. Vrije beroepen worden vaak gedeeltelijk gereguleerd door het publiekrecht. Deze inmenging door de overheid kan de concurrentie belemmeren maar wordt, in het geval van de advocatuur, echter als noodzakelijk beschouwd om het kwaliteitsniveau en de onafhankelijkheid van de beroepsgroep te kunnen waarborgen. Dit wordt nodig geacht omdat in de markten voor vrije beroepen vaak sprake is van marktimperfecties. Het recente voornemen van minister van Justitie Hirsch Ballin om het verbod op no cure no pay en quota pars litis voor de advocatuur wettelijk vast te leggen, is een voorbeeld van een overheidsmaatregel die mededingingsbeperkende effecten heeft. Tegelijkertijd beoogt de regelgeving inzake no cure no pay en quota pars litis echter de belangen van de justitiabele waar het betreft de partijdigheid, de integriteit en de onafhankelijkheid van de advocaat te beschermen, alsmede het excessief declareren te voorkomen. Bij toetsing van regulerende maatregelen aan het mededingingsrecht is van belang dat een bepaalde beperking van de concurrentie in de beroepsgroep noodzakelijk is voor de bescherming van de integriteit van het vrije beroep of van het algemeen belang.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2007
AA20070438

Het nieuwe ontslagrecht: verminderde mogelijkheden voor het ‘alternatieve transfersysteem’

T. van Straveren

Op 12 mei 1998 heeft de Eerste Kamer de zogenaamde flexwet aangenomen. Deze wet die vooral beoogt de rechtspositie van de zogenaamde flexibele werkers (uitzend- en oproepkrachten, freelancers e.d.) te verbeteren, heeft ongewild een zware slag toegebracht aan de mogelijkheid om in de (voetbal)sport contracten af te kopen. Dit afkoopsysteem heeft zich sinds de afschaffing van het transfersysteem ontwikkeld als arbeidsrechtelijk alternatief. In dit artikel wordt aangegeven hoe de flexwet dit afkoopsysteem moeilijk maakt en welke andere mogelijkheden er nu nog bestaan om de daaruit voortvloeiende problemen voor de (voetbal)sport op te lossen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1998
AA19980660

Het nieuwe verzekeringsrecht, deel I

N. Frenk, F.R. Salomons

Op 1 januari 2006 is de nieuwe wettelijke regeling van de verzekeringsovereenkomst (titel 17 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek) in werking getreden. Deze vervangt de oude uit 1838 stammende wettelijke regeling in het Wetboek van Koophandel. De nieuwe regeling kent een lange voorgeschiedenis. De nieuwe wettelijke regeling van titel 7.17 BW bevat geen uitputtende regeling van de verzekeringsovereenkomst. In dit artikel worden enkele belangrijke zaken van het nieuwe verzekeringsrecht belicht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2006
AA20060380

Het nieuwe verzekeringsrecht, deel II

N. Frenk, F.R. Salomons

In dit artikel worden een aantal artikelen uit het nieuwe verzekeringsrecht uitgebreid behandeld.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 2006
AA20060439

Het Noordzeekanaal 1863-1883 (Digitaal boek)

De geschiedenis van een concessie

W.A. Sinninghe Damsté

Post thumbnail In Het Noordzeekanaal 1863-1883 schetst de auteur de geschiedenis van dit prestigieuze project. Hij gaat hierbij onder andere in op de redenen voor de aanleg, op de Wet van 24 januari 1863, het rechtskarakter van de concessie in de 19e eeuw, de kanaalconcessie in vergelijk tot soortgelijke concessies en kenmerkende aspecten voor de uitvoering ervan.

9789069164151 - 26-09-2001

Het onbekende bekende niet-unitaire unitaire Gemeenschapsmerk

'Impulse' versus 'Be impulsive'

D.J.G. Visser

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 3 september 2015, nr. C-125/14, ECLI:EU:C:2015:539 (Iron & Smith/Unilever)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2015
AA20150897

Het procesdossier van de rechter in bestuursrechtelijke zaken

J.H. van Breda, L.M. Koenraad

Post thumbnail Dit procesdossier beschrijft een bestuursrechtelijke procedure over het recht op een bijstandsuitkering, op basis van stukken uit een dossier van de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter op het terrein van het sociaalzekerheidsrecht.

9789069169484 - 26-05-2014

Het recht op de persona

J.C.S. Pinckaers

Mensen worden herkend aan hun uiterlijk, portret, naam, bijnaam, stem, handtekening en andere kenmerkende symbolen. Deze elementen worden gezamenlijk aangeduid met het begrip 'persona'. Ieder mens heeft een persona. De persona van vooral bekende personen kan een grote commerciële waarde hebben. Personen kunnen zich tegen het ongeautoriseerde gebruik van hun persona verzetten op grond van privacy belangen op basis van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Het is echter ook mogelijk dat personen zich willen verzetten tegen de openbaarmaking van hun persona op grond van commerciële belangen. Voor dit geval wordt een nieuw overdraagbaar en vererfbaar intellectueel eigendomsrecht bepleit: het recht op de persona.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 1997
AA19970178

Het retentierecht van de expediteur in Boek 8 BW

M. van Hasselt

De expediteur heeft in Boek 8 BW zijn plaats gekregen in de derde afdeling van titel 2. De expeditie-overeenkomst of zoals het opschrift van afdeling 3 luidt 'de overeenkomst tot het doen vervoeren van goederen', is de overeenkomst waarbij de expediteur zich jegens zijn opdrachtgever verbindt tot het sluiten van vervoerovereenkomsten met een vervoerder. In deze zin vervoert de expediteur dus zelf niet, hij is intermediair tussen enerzijds zijn opdrachtgever en anderzijds de vervoerder. De expediteur ontvangt hiervoor een vergoeding van zijn opdrachtgever. Artikel 8:69 BW regelt het retentierecht van de expediteur. Dit retentierecht heeft zich ontwikkeld van een bedongen retentierecht naar een wettelijk retentierecht. Aangezien de literatuur en de jurisprudentie betreffende dit onderwerp buitengewoon beperkt is, hoopt de auteur via zijn bijdrage enig inzicht in dit gedeelte van het (vervoers)recht te verschaffen.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930379

Resultaat 361–372 van de 1571 resultaten wordt getoond