Sociaal-economisch recht

Resultaat 349–360 van de 1571 resultaten wordt getoond

Het Europees effectiviteitsbeginsel effectief omzeild?

D. Busch

Hoge Raad 30 september 2016, nr. 14/05660, ECLI:NL:HR:2016:2213 (FortisEffect e.a./Staat der Nederlanden)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2016
AA20160867

Het Europese eenheidsoctrooi en het Eenheidsoctrooigerecht – een stap vooruit?

Th.C.J.A. van Engelen

Wanneer het Europese eenheidsoctrooi en het Europese octrooigerecht een feit worden, is dat zonder meer een revolutionaire stap die grote veranderingen met zich brengt. Maar is dat een stap voorwaarts of niet?

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2016
AA20160100

Het Europese kartelrecht

P.J. Slot

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
juni 2010
AA20100424

Het Handvest als kompas voor AI op de werkvloer

E. ten Hoor, M.J.P. de Zwart

Op 1 december 2024 is het vijftien jaar geleden dat het Handvest in werking trad. In dit redactioneel werpen we een blik op de toekomstige bescherming van artikel 27 Handvest bij AI-systemen op de werkvloer. De AI-verordening bevat namelijk geen specifieke mededelingsplicht voor werkgevers die een AI-systeem met hoog risico gebruiken voor functioneringsgesprekken aan hun werknemers. De Richtlijn Platformwerk bevat dit wel, waardoor een discrepantie ontstaat tussen verschillende soorten werknemers. Bij toekomstige wetgeving is de toevoeging van een adequate mededingingsplicht wenselijk.

Opinie | Redactioneel
november 2024
AA20240899

Het Hof van Justitie als sociaaleconomisch politicus

F.G. Laagland

Post thumbnail

De invloed van Europa op het Nederlandse arbeidsrecht lijkt beperkt. Ik schrijf met opzet ‘lijkt’. Ondanks de beperkte regelgevende bevoegdheden op Europees niveau ontsnapt haast geen enkel sociaaleconomisch onderwerp aan het Hof van Justitie van de Europese Unie. Hoe zit dat en welke invloed heeft het Hof op de Nederlandse sociale politiek?

Opinie | Amuse
december 2016
AA20160912

Het ijzeren geheugen van internet

A.W. Hins

Wil je weten wat er terecht gekomen is van een ex-klasgenoot? Een voor de hand liggende methode om daar achter te komen is het inschakelen van een zoekmachine op het internet. Binnen enkele seconden ontdek je dat hij vorig jaar als tweede is geëindigd bij een zeilwedstrijd op de Loosdrechtse Plassen. Of je vindt tal van brieven die hij heeft ondertekend als secretaris van een actiegroep tegen de bioindustrie. Voor het recht om ongehinderd inlichtingen en denkbeelden te ontvangen (art. 10 EVRM) is deze gemakkelijke toegang tot informatie natuurlijk gunstig. Er is echter ook een keerzijde.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080558

Het internetvergeetrecht

G.-J. Zwenne

Post thumbnail Vijf jaar vocht Mario Costeja González tegen Google. De inwoner van Coruña verlangde van de zoekmachine dat, in het geval er op zijn naam wordt gezocht, twee korte berichten uit de zoekresultaten zouden worden verwijderd. De berichten waren in 1998 gepubliceerd in het Spaans dagblad La Vanguardia en betroffen de openbare verkoop van onroerend goed van Costeja in verband met een beslag ter betaling van sociale zekerheidsschulden.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2015
AA20150009

Het is een bitje onduidelijk

K.H.P. Bovend'Eerdt, J.A. Hofman

Volgens artikel 10 Vafi mag een advocaat in beginsel slechts girale betalingen aanvaarden. Is een in bitcoins verrichte transactie met de tekst en ratio van de Vafi te verenigen? Een betaling verricht via het Bitcoinplatform (wat onderscheiden moet worden van een betaling in bitcoins) valt te kwalificeren als een girale betaling. Belangrijker is de ratio van de Vafi: voorkomen dat betaald wordt met geld verkregen uit criminele handelingen. Het heersende idee is dat bij bitcoins de herkomst van het geld niet bekend is. Deze betalingen kunnen echter herleid worden en zijn dus niet zonder meer in strijd met de Vafi.

Opinie | Redactioneel
juni 2014
AA20140411

Het kleurmerk Libertel oranje: springt het licht op rood of op groen?

B. Lindeboom

De aanvraag van Libertel voor het depot van het kleurmerk oranje is door het Benelux Merken-bureau(hierna: BMB) afgewezen, alsmede het daartegen ingestelde beroep bij het Hof Den Haag. De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (hierna: HvJ). Kernvraag was of een enkele specifieke kleur, zonder vorm of omtrek, onderscheidend vermogen kan hebben voor bepaalde waren of diensten in de zin van artikel 3 lid1, aanhef en onder b, van de Merkenrichtlijn. De A-G bij het HvJ beantwoordde deze vraag ontkennenden deed met zijn conclusie een hoop stof opwaaien in de tot dan toe kleurrijke wereld van het merkenrecht. Het HvJ stofte hier en daar wat, maar hebben we nu een merkenwereld waarin geleefd mag worden? Een beschouwing over het afgewezen kleurmerk oranje, de conclusie van de A-G en het arrest van het HvJ.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2003
AA20030739

Het lichamelijkste deel van het recht

De naakte discodanser of de verliefdheid van informatiejuristen

A.A. Quaedvlieg

In deze amuse wordt door Quaedvlieg op een amusante wijze ingegaan op het portretrecht aan de hand van een bekende uitspraak van de Hoge Raad. Zie ook: HR 2 mei 1997, NJ 1997, 661 (Discodanser).

Opinie | Amuse
september 2003
AA20030606

Het mededingingsrechtelijk ondernemingsbegrip in het hoger onderwijs

Ph.M. Wiggers

Zijn de huidige hoer onderwijsinstellingen aan te merken als ondernemingen in de zin van het mededingingsrecht? Blijft de positie van de hoger onderwijsinstellingen in dat opzicht in de toekomst onveranderd? Wat zijn de gevolgen van de voorgenomen nieuwe wijze van financiering van het hoger onderwijs? Op deze en andere vragen geeft dit artikel een antwoord.

Verdieping | Studentartikel
september 2005
AA20050666

Het menu van rechtsvormen in het (buitenlandse) ondernemingsrecht

I.S. Wuisman

Post thumbnail

Ondernemerschap staat hoog op de agenda van Nederland. Succesverhalen binnen de ondernemerswereld worden volop belicht. Daarnaast is er ook aandacht voor de voornaamste factoren die van belang zijn voor succesvol ondernemerschap. Faciliterende wet- en regelgeving behoort daartoe. Op welke wijze kan het juridische kader worden verbeterd zodat het meer ondersteunend is? Een discussie over het ondernemingsrecht en de rechtsvormen die het biedt, mag niet ontbreken. In het buitenland is het menu aan rechtsvormen inmiddels behoorlijk uitgebreid. Dient Nederland deze ontwikkeling te volgen?

Opinie | Amuse
november 2016
AA20160806

Resultaat 349–360 van de 1571 resultaten wordt getoond