Rechtsfilosofie

Liberalisme versus Fascisme & Over Radbruch en Kant

Open brief van C.W. Maris op de reactie van Th. Mertens & Reactie van Mertens op de brief van Maris

C.W. Maris, T.J.M. Mertens

Open brief van C.W. Maris op de reactie van Th. Mertens en vice versa. De eerste brief besteed aandacht aan de vraag of het nationaal-socialisme kan worden gezien als een rechtvaardigheidsideaal. Iedere rechtvaardigheidsopvatting berust uiteindelijk niet op mythes of onbewijsbare metafysica. Liberalisme is een hoger ideaal omdat economische wedijver produktiever is dan fysieke strijd, zodat in Radbruchs filosofie beide op gelijke hoogte zouden moeten staan. Mertens stelt dat ook ten aanzien van rechtspositivisme niet alleen de theoretische uitgangspunten in ogenschouw genomen moeten worden, maar ook in concreto bezien moet worden wat dergelijke opvattingen voor de inrichting van de rechtsorde betekenen en tegen welke historische achtergrond ze geschreven werden. Radbruch gaat uit van een waarderelativisme waardoor het nationaal-socialisme, met zijn absolute waarden, in zijn filosofie niet gelijk kan staan met het liberalisme. Met natuurkundig bewijsbare metafysica heeft dat niks van doen.

Opinie | Opiniërend artikel | Overig | Rode draad | Recht en ethiek
november 1998
AA19980876

Logica en recht: een onhoudbaar huwelijk

L.M.M. Royakkers

Post thumbnail In dit artikel wordt aan de hand van een casus die gebaseerd is op de RVV ingegaan op de regels van de logica. Aan de orde komen de syntactische inconsistentie en de semantische inconsistentie aan de orde. De auteur betoogt dat het recht geen grip heeft op inconsistenties. Daaraan voorafgaand gaat de auteur in op de logica, de aard daarvan en enkele centrale begrippen. In de laatste paragraaf gaat de auteur in de band en de werking tussen recht en logica.

Verdieping | Studentartikel
januari 2009
AA20090011

Mag het bestuur ook wat de rechter mag?

Over de verhouding tussen bestuur en rechter (naar aanleiding van de toeslagenaffaire)

W.L. Borst

Post thumbnail Bureaucratie is een beladen term. Was bureaucratie niet de oorzaak van de kinderopvangtoeslagenaffaire? En hebben ook de rechters zich niet te veel gedragen als kille bureaucraten? Wat onderscheidt eigenlijk rechtspraak van bureaucratie? Wat bureaucratie is, heeft Max Weber ons geleerd. Wat rechtspraak is, kunnen we leren van Paul Scholten. De confrontatie van hun visies levert verrassende inzichten op.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2022
AA20220384

Martha Nussbaum – ‘Lawyer for humanity’

R.B.J. Tinnevelt

Post thumbnail In deze aflevering van de Blauwe Pagina’s over ‘Rechtsheld(inn)en’ schrijft Ronald Tinnevelt over Martha Nussbaum, hoogleraar recht en ethiek aan The University of Chicago, die in haar werk en handelen op overtuigende wijze toont hoe de filosofie relevant kan zijn voor rechtswetenschap en rechtspraktijk.

Blauwe pagina's | Rechtsheld(inn)en
oktober 2022
AA20220732

My job is to apply the law you write

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

Tekstualisme bij rechters kan leiden tot verrassende resultaten, zoals Carel Smith & Harm Kloosterhuis laten zien in deze aflevering van hun column Vijf minuten rechtsfilosofie.

Perspectief | Column
januari 2021
AA20210086

Naar een geciviliseerd recht tegen sexueel geweld

Een verkenning in het grensgebied tussen strafrecht en civiel recht

H. Verrijn Stuart

In deze bijdrage aan de rode draad 'Op zoek naar gefeminiseerd recht' wordt op het snijvlak van het privaat- en strafrecht beschreven hoe het recht ten aanzien van seksueel geweld geciviliseerd kan worden. Met name wordt ingegaan op 'slachtofferisme', een manier waarop vrouwelijke slachtoffers zich profileren in de samenleving en waarbij zij justitie hebben gevonden in haar onverzadigbaarheid. De auteur beschrijft hoe de (rechts)positie van zedenslachtoffers is, zowel in het strafrecht als het civiel recht.

Overig | Rode draad | Op zoek naar gefeminiseerd recht
februari 1992
AA19920082

Nawoord bij voorgaande reactie

Wat wil de wetgever?

J.G. Brouwer, L.M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, A.E. Schilder

In het februarinummer 2020 van Ars Aequi schreven M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’. Harm Kloosterhuis en Carel Smith schreven daarop deze reactie. Met nawoord van Bruijn, Koornstra, Roorda, Schilder & Brouwer.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2020
AA20200568

Nawoord op bovenstaande reactie

G.C.G.J. van Roermund

Nawoord op een reactie op een eerder artikel van Van Roermund over rechtsfilosofie in de rechtenstudie.

Opinie | Reactie/nawoord
november 1995
AA19950862

Nawoord: Daarom rechtsgeleerde waarheid!

A. Soeteman

Op 19 juni 2009 nam prof.mr. Arend Soeteman afscheid van de Vrije Universiteit. Zijn afscheidsrede had als titel ‘Rechtsgeleerde waarheid’. Naar aanleiding van deze rede kruist J.Th. Degenkamp de wetenschappelijke degens met prof. Soeteman.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 2010
AA20100053

Nawoord: De doortraptheid van Eichmann en de dwaling van Arendt

N. Rozemond

In het februarinummer van Ars Aequi schreef Klaas Rozemond dat Hannah Arendts typering van Adolf Eichmann een ernstige vergissing is die aan een grondige herziening toe is. Thomas Mertens en Paul Mevis leggen in dit nummer uit waarom zij het hier niet mee eens zijn. Met nawoord van Klaas Rozemond.

Opinie | Reactie/nawoord
juni 2013
AA20130463

Nomomorfologie: over het juridische voorland van de bedrijfsethiek

B. Jansen

Bedrijfsethiek is onderworpen aan juridisering. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het stijgende aantal ethische codes in het bedrijfsleven. Deze juridisering van bedrijfsethiek betekent dat juridische denkwijzen de ethische denkwijzen verdringen of zelfs vervangen. Het resultaat is een bedrijfsethiek die meer en meer op recht is gaan lijken. In zijn proefschrift onderzoekt Bart Jansen deze ‘juridisch gedachte bedrijfsethiek’ en houdt hij een pleidooi om aan dit juridische denken in de bedrijfsethiek te ontkomen door een beroep te doen op de kritische bestudering van het recht.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2022
AA20220824

Nudging en de paradox van autonomie

P.C. Westerman

Post thumbnail

Op menig ministerie wordt bepleit sociaal-psychologische kennis in te zetten om de burger effectief in de richting van een bepaald gewenst beleidsdoel te sturen. De vraag is in hoeverre zo’n praktijk, die uitgaat van de beperkte rationaliteit van de mens, verenigbaar is met de autonomie van de burger. Is het niet verstandiger uit te gaan van de beperkte rationaliteit van overheden?

Bijzonder nummer | Autonomie
juli 2017
AA20170582