Resultaat 25–36 van de 158 resultaten wordt getoond

De WABM en de WVO: koudwatervrees voor verdere integratie

Q. de Gooijer

Vergunningen zijn een belangrijk instrument om het milieurecht te handhaven. De handhaving wordt echter bemoeilijkt doordat er vele verschillende milieuvergunningen naast elkaar bestaan. Het afgeven van die vergunningen geschiedt door verschillende overheden, waartussen de samenwerking niet altijd optimaal is. De handhaving zou verbeterd kunnen worden door al deze vergunningen in een vergunning samen te voegen en de uitvoering bij één uitvoeringsorgaan te leggen. Ook het aanvragen van zo een vergunning zou dan sneller en eenvoudiger kunnen. Het integreren van bestaande vergunningsstelsels blijkt echter een moeilijke operatie, in het bijzonder wanneer het vergunningen uit twee verschillende beleidsterreinen betreft. In dit artikel wordt ingegaan op de integratie van een watervergunning en een milieuvergunning.

Overig | Rode draad | Milieurecht
september 1990
AA19900511

De wind in de zeilen voor windenergie of toch niet helemaal?

Het opwekken van duurzame energie is geen prioritair belang

A.G.A. Nijmeijer

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 19 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY6671, LJN: BY6671, nr. 201204057/1/R1 (Prodeon)
 
Weigering door Provinciale Staten van Overijssel om een inpassingsplan vast te stellen ten behoeve van de bouw van een windturbinepark. Zoekgebieden voor opwekking van duurzame energie. Betekenis provinciale Omgevingsvisie en Omgevingsverordening voor belangenafweging. Vaststellen inpassingsplan is discretionaire bevoegdheid.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2013
AA20130390

Deltawet grote rivieren

T.C. Borman

In dit artikel wordt de Deltawet Grote rivieren besproken die het mogelijk maakt om de dijken bij 's lands grootste rivieren op zwakke plekken te verstevigen. Ook wordt er ingegaan op de voortvarendheid waarmee de wet tot stand is gebracht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1995
AA19950594

Dijkverzwaring en milieu-effectrapportage

Th.G. Drupsteen

Rechtbank Arnhem 14 oktober 1994, nr. AWB/2827, ECLI:NL:RBARN:1994:AN4010, AB 1995, 29 (mr. Crol) (Tielerwaard: m.e.r.-plicht voor dijkverzwaring) Rechtstreekse werking richtlijn 85/337/EEG betreffende Milieu-Effectbeoordeling. In deze uitspraak en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de vele juridische problemen rondom dijkverzwaringsprocessen. Zo zijn er tal van vergunningsprocedures, is er vaak sprake van onteigening en zijn er milieuvraagstukken die een rol spelen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1995
AA19950712

Dwangsomregeling in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne

A.J. Bok

In dit artikel wordt ingegaan op hoofdstuk 6 in de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne. De dwangsom levert een bijzondere manier op om de wet te handhaven. In dit artikel wordt daar dieper op ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1991
AA19910322

Een hard hoofd in de bescherming van hardhout

H.J. van Kooten, H. Moons

Redactioneel artikel over de wijziging in de Woningwet waardoor het niet meer mogelijk is voor gemeenten om het gebruik van tropisch hardhout te ontmoedigen in gemeentelijke regelgeving. Ook is een regeling die het gebruik van tropisch hardhout reguleert niet opgenomen in het Bouwbesluit. De redacteuren vinden dit een slechte zaak.

Opinie | Redactioneel
juni 1992
AA19920314

Energieontwikkelingen op de Noordzee

Rechtsonzekerheid gooit roet in het water

E.R. van Nieuwkoop

Post thumbnail

Op welke manier kunnen juristen Nederlands grootste dreiging qua klimaatverandering, de zee, in haar voordeel laten werken in de transitie naar een klimaatneutraal energiesysteem? Een onderdompeling in het Nederlandse energierecht.

Opinie | Amuse
maart 2022
AA20220174

Ernstige milieudelicten in het Wetboek van Strafrecht

F.D. van Asbeck

In dit artikel behorend bij de rode draad 'milieurecht' wordt ingegaan op de wetgeving waarmee bewerkstelligd wordt dat er

Annotaties en wetgeving | Wetgeving | Overig | Rode draad | Milieurecht
maart 1990
AA19900170

Functionele vakken als dwarsdoorsneden van publiek- en privaatrecht

in het bijzonder betreffende onroerend goed

P. de Haan

In deze bijdrage voor het bijzonder nummer 'Osmose tussen publiek- en privaatrecht worden tien juridische sociaal-ruimtelijke vakken beschreven.

Bijzonder nummer
mei 1987
AA19870361

Herplanten is geen aanplanten

Het grensgebied tussen een ruime uitleg van een bestuursbevoegdheid en het verbod van détournement de pouvoir

A.G.A. Nijmeijer

Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 30 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3175, zaaknr. 201507681/1/A1 (mrs. R. van der Spoel, J. Kramer en G.M.H. Hoogvliet)
 
Wabo art. 2.2 lid 2 onder g; Awb art. 5:4, art. 5:6 en art. 5:32; Gemeentewet art. 125

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2017
AA20170215

Het belanghebbende begrip en het relativiteitsvereiste in het milieu- en ruimtelijk ordeningsrecht

V.M.Y. van 't Lam

Post thumbnail In het milieu- en ruimtelijk ordeningsrecht staat sindsongeveer vier jaar alleen beroep open voor belanghebbenden.Inmiddels is er een grote hoeveelheidjurisprudentie waarin de reikwijdte van het belanghebbende begrip in het milieu- en ruimtelijk ordeningsrechtaan de orde is. In 2008 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder:de Afdeling) uitspraken gedaan waaruit blijkt dat zogenaamdeprocedeerclubs geen toegang hebben tot de bestuursrechter. In dit artikel wordt ingegaan opde vraag of in het ruimtelijke ordeningsrecht en hetmilieurecht het beroepsrecht beperkt moet blijven tot belanghebbenden. Anders gezegd, moet de destijdsdoor de wetgever gemaakte keuze worden teruggedraaid? Voorts wordt bezien of enigerlei vorm van relativiteit zou moeten worden geëist.

Verdieping | Studentartikel
oktober 2009
AA20090640

Het klimaatakkoord van Parijs: bouwen aan wereldrecht of bewijs van falende internationale samenwerking?

M.M.T.A. Brus

Post thumbnail

Het klimaatakkoord van Parijs bevat weinig harde juridische verplichtingen. Staten bepalen zelf hoe sterk ze zich zullen inspannen om klimaatverandering te beperken en de gevolgen op te vangen. Toch moet het juridisch belang niet onderschat worden. Het is een stap in de nieuwe realiteit van het wereldrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160615

Resultaat 25–36 van de 158 resultaten wordt getoond