Metajuridica

Resultaat 1–12 van de 1133 resultaten wordt getoond

‘Besloten’ vennootschappen: quasi-nv of quasi-vof?

Enkele rechtsvergelijkende notities

M.J.G.C. Raaijmakers

De Nederlandse bv is niet meer dan een 'quasi-nv'. Haar wettelijke statuut is te weinig toegesneden op 'besloten' verhoudingen, waarin de aandeelhouders-partners samenwerken krachtens daartoe strekkende regeling. Anders dan bij een beurs-nv, zijn de hoedanigheid van bestuurder en aandeelhouder hier veelal in dezelfde personen verenigd. Bij rechtsvergelijking blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om rechtspersoon en contract in een 'besloten' rechtspersoon met elkaar te verenigen. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de Amerikaanse close corporation en de Duitse GmbH. Deze tussenvorm, die men als 'quasi-vof' kan aanmerken, blijkt in de praktijk tegemoet te komen aan een duidelijke behoefte.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940340

‘De Sahara ligt er. Of je nu van zand houdt of niet’. Jop Spruit over het Romeinse recht

Jop Spruit over het Romeinse recht

F. Ahlers, L. van den Berge

Post thumbnail Emeritus hoogleraar rechtsgeschiedenis Jop Spruit voltooide onlangs na bijna een kwart eeuw een enorm project: de Nederlandse vertaling van het Corpus iuris civilis in een prachtige twaalfdelige reeks, waarin naast het Nederlands ook de oorspronkelijke Latijnse en Griekse teksten zijn opgenomen. Het Corpus iuris civilis is de codificatie van het Romeinse recht die werd opgesteld in opdracht van de Oost-Romeinse keizer Justinianus (527-565). Deze bevat een verzameling juridische teksten die van allesbepalende invloed is geweest op de ontwikkeling van het recht in Europa en op de nationale Europese rechtsstelsels. Ars Aequi vroeg Spruit naar zijn visie op het Romeinse recht, zijn drijfveren voor deze vertaling en zijn mening over de hedendaagse plaats van het Romeinse recht in het juridisch onderwijs.

Opinie | Interview
april 2012
AA20120261

‘Die Zeit in Gedanken erfaßt’

Hegel en Thorbecke over het recht, de staat en de geschiedenis

L. van den Berge

Als geen andere staatsman geldt Johan Rudolf Thorbecke (1798-1872) als een ‘filosoof in de politiek’. Over de wijsgerige achtergronden van zijn politieke optreden is dan ook veel gepubliceerd. De verhouding tussen het denken van Thorbecke met dat van Hegel is daarbij sterk onderbelicht. Dat komt waarschijnlijk onder andere doordat Thorbecke zich in enkele dagboekaantekeningen sterk tegen Hegel en zijn volgelingen verzette. Veel biografisch georiënteerde onderzoekers lieten de verhouding tussen de ideeën van Hegel en die van Thorbecke daarom ongeëxploreerd. Maar of Thorbecke zich nu tegen Hegel afzette of niet: dat hun beider visies op het recht, de staat en de geschiedenis behalve enkele verschillen vooral ook opmerkelijke gelijkenissen vertonen is evident. Een nadere bestudering hiervan vergroot ons inzicht in de wijze waarop Thorbecke een conservatief-liberaal rechtsfilosofisch kader schiep waarbinnen het recht en de staat zonder revolutionair geweld konden worden vernieuwd.

Bijzonder nummer | Duits recht
juli 2014
AA20140525

‘Een woelende geest’: Cornelis van Bijnkershoek

A.J.B. Sirks

Post thumbnail Cornelis van Bijnkershoek publiceerde een boek dat hem Europese faam bezorgde, drie jaar later was hij lid van de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland en 23 jaar later werd hij president hiervan.

Rode draad | Beroemde en Beruchte rechters
april 2010
AA20100278

‘Eichmann is geen Mephisto!’

T.J.M. Mertens

Post thumbnail In haar verslag van de rechtszaak tegen de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann stelt Hannah Arendt dat het kwaad in onze moderne wereld vaak voortkomt uit de weigering zelf na te denken. In Eichmann zag Arendt bijvoorbeeld geen monsterlijk roofdier, maar een ‘miezerig mannetje’, dat de morele verantwoordelijk voor zijn misdaden probeerde af te schuiven op anderen. Over deze controversiële opvatting van Arendt is al heel veel gezegd en geschreven. Nu is over Arendt ook een speelfilm verschenen, waarin haar verslag van het Eichmann-proces centraal staat.

Opinie | Amuse
juni 2013
AA20130428

‘Inter armes silent leges?’

Over de moeizame verhouding van het recht tot oorlog

T.J.M. Mertens, L. Peperkamp

Ìn deze rechtsfilosofische bijdrage aan het bijzonder nummer 2009 'Oorlog en Recht' wordt ingegaan op wat oorlog eigenlijk is en wat de bijdrage van het recht bij oorlogsvoering en vrede kan zijn. Daarbij wordt eerst ingegaan op de verschillen tussen de rechtvaardige en onrechtvaardige oorlog. Hierbij komt eerst het pacifisme (afwijzen van iedere vorm van geweld op morele gronden), realisme (geweld zit nou eenmaal in de mens). Bij beide vormen van het benaderen van oorlog speelt moraal geen rol. De auteurs betogen dat er wel degelijk sprake is van morele maatstaven bij het beoordelen van een oorlog, namelijk of deze gerechtvaardigd of niet gerechtvaardigd is. Daarbij moet voldaan zijn aan de criteria om een oorlog te beginnen (ius ad bellum) en de criteria op welke wijze deze dient te worden gevoerd (ius in bello). Vervolgens wordt er ingegaan op de uitwerking van deze criteria in de Gaza-oorlog in Israël. Daarna komt het debat hierover in Nederland aan de orde waarbij de begrippen zelfverdediging, proportionaliteit en non-combattantenimmuniteit aan de orde komen.

Bijzonder nummer | Oorlog & recht
juli 2009
AA20090458

‘Knap lastig, lastig knap’ – prof.mr. Jannes Eggens (1891-1964)

T.E. Booms

Post thumbnail ‘Meijers en Scholten worden door velen als de grootste civilisten van de twintigste eeuw beschouwd. Vraagt men naar de drie grootsten, dan wordt de naam van Eggens vaak aan dit tweetal toegevoegd’, schreef Ewoud Hondius in 1987. Maar wie was die Eggens dan? Tom Booms geeft een overzicht van de persoon en zijn werk.

Perspectief | Perspectiefartikel
mei 2014
AA20140393

‘Making the law work for everyone’

J.M. Barendrecht

In dit artikel gaat Barendrecht in op rapporten van de VN waarin geconstateerd wordt dat er voor een overgroot deel van de wereldbevolking niet afdoende rechtsbescherming bestaat. Barendrecht noemt een aantal mogelijke oplossingen zoals een bottom up benadering en de openheid van een rechtssysteem voor plaatselijke gewoontes.

Opinie | Column
september 2008
AA20080619

‘The problem of social cost’

O. Couwenberg

Post thumbnail In deze amuse deelt Oscar Couwenberg de magie van Ronald H. Coase, grondlegger van de rechtseconomie en een inspirerende wetenschapper voor velen. Deze bijdrage draait in het bijzonder om het artikel ‘The problem of social cost’, dat Coase in 1960 publiceerde.

Opinie | Amuse
februari 2014
AA20140090

‘We kweken een Mexicaans leger met alleen maar generaals en officieren en bijna geen manschappen’

Interview met prof. dr. A.A.M. Kinneging

D.J.W. Jongsma, J.M.J. van Rijn van Alkemade

Het bieden van academische vorming is traditioneel onderdeel van iedere universitaire onderwijsmissie. Het streven daarbij is om van studenten breed gevormde, weldenkende mensen te maken, voorbereid op hun toekomstige positie in de maatschappij. Aan de universiteit behoort, mede met het oog hierop, een intellectueel klimaat te heersen dat ruimte biedt voor verdieping, reflectie en contemplatie. Maar in hoeverre beantwoorden de hedendaagse rechtenstudie en de hedendaagse universiteit nog wel aan dit ideaalbeeld? Komt academische vorming voldoende aan bod? 'Massificatie'en 'verschoolsing' van de rechtenstudie, geldgebrek en bureaucratisering van de universiteit zijn immers al jarenlang veelgehoorde klachten. Wat zijn de uiteindelijke gevolgen hiervan voor de maatschappij? We vragen het aan Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden.

Verdieping | Interview
oktober 2007
AA20070770

‘You’re first a criminal, and then a Brit!’ Enkele rechtsvergelijkende opmerkingen over ‘ne bis in idem’ in het straf(proces)recht van het Verenigd Koninkrijk

J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

De Britse Law Commission heeft recentelijk een rapport uitgebracht over double jeopardy and prosecution appeals, dat is overgenomen door de Lord High Chancellor en door hem aangeboden aan het Parlement van het Verenigd Koninkrijk. Wat het meest in het oog springt, is dat de Law Commission het voorstel doet om onder omstandigheden een strafzaak te heropenen na een vrijspraak (acquittal). Omdat wijd verspreid in de westelijke wereld een vrijspraak ‘gevoeld ’of ‘ervaren ’wordt als een verkregen recht, mede in relatie tot het veelal als beginsel aangeduide ne bis in idem oogt het voorstel opmerkelijk — ook in het Verenigd Koninkrijk zelf. In dit artikel worden enige relativerende rechtsvergelijkende opmerkingen gemaakt.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2001
AA20010428

‘Alles afwegende….’ (Digitaal boek)

Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam

E.T. Feteris, H.T.M. Kloosterhuis, H.J. Plug, J.A. Pontier

Post thumbnail De bijdragen bieden een goed inzicht in de stand van zaken in het onderzoek naar juridische argumentatie in Nederland.

9789069166629 - 13-12-2007

Resultaat 1–12 van de 1133 resultaten wordt getoond