Consumentenrecht

Verleden, heden en toekomst van het Europees contractenrecht

H.N. Schelhaas

Post thumbnail In deze bijdrage wordt de harmonisatiebeweging van het Europees contractenrecht van de afgelopen decennia geanalyseerd, waarbij aandacht wordt besteed aan het Unierecht en niet-bindende regelgeving als de Principles of European Contract Law. In ieder geval zijn drie stadia te herkennen: waar in het begin nog werd gepleit voor een alomvattend Europees Burgerlijk Wetboek, werd later een stap terug gezet en werd gepoogd alleen grote delen van het contractenrecht te harmoniseren. Het huidige stadium is weer verder afgeschaald: vanuit een centrale thematiek – nu de interne digitale markt – wordt uniforme regelgeving ontworpen. Op basis van deze tendensen wordt nader ingegaan op de toekomst van de harmonisatieontwikkeling.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2021
AA20210573

Wet op het consumentenkrediet

J.G.J. Rinkes

Consumptief krediet wordt verstrekt door (semi-)gemeentelijke kredietbanken, sociale instellingen (bijvoorbeeld personeelsfondsen), spaarbanken, algemene en coöperatief georganiseerde banken en financieringsmaatschappijen. De nu (1988) geldende regels met betrekking tot de kredietverlening aan particulieren zijn onoverzichtelijk en inconsistent. Op 19 november 1986 is een voorstel van Wet houdende regels met betrekking tot het consumentenkrediet aangeboden aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding van het verschijnen van de Memorie van Antwoord en Nota van Wijziging bij de WCK op 29 april 1988 wordt in deze bijdrage een overzicht gegeven van aard en ratio van de voorgestelde wet. Voorts worden de recente wijzigingen en aanpassingen van de WCK besproken.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen
september 1988
AA19880530

Zakelijke zekerheden in de Wet op het consumentenkrediet

I. Nissen

Onlangs zijn de memorie van antwoord en de nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet op het consumentenkrediet (WCK) verschenen. De WCK beoogt een uniforme regeling te geven voor het consumentenkrediet, waaronder wordt verstaan de beroeps- of bedrijfsmatige kredietverlening aan de consument, de niet-professionele kredietnemer. In dit artikel zal de vraag omtrent de mate van toelaatbaarheid van het bedingen van zekerheden in de WCK centraal staan. Hierbij is niet alleen de zuiver juridische betekenis van de artikelen met betrekking tot zekerheden van belang. Men kan zich tevens afvragen of de wetgever de juiste weg heeft gekozen om tot verwezenlijking van de doelstelling van de WCK (namelijk optimale bescherming van de consument) te komen. Alvorens hiertoe over te gaan zal in paragraaf 2 de maatschappelijke betekenis van consumentenkrediet aan de orde komen, waarna in de paragrafen 3 en 4 de beweegredenen van de wetgever om tot een beperking van de mogelijkheid tot zekerheidstelling te komen besproken zullen worden.

Overig | Rode draad | Financiële markten en instellingen | Verdieping | Studentartikel
november 1988
AA19880738