Burgerlijk recht

Onvervalste grappen

J.G. Boot

In dit redactionele artikel wordt heel kort ingegaan op de samenhang tussen strafrechtelijke vervolging, marktmanipulatie en de invloed van Europees Recht.

Opinie | Redactioneel
november 2005
AA20050893

Axioma B.V. in moeilijkheden

Rechtsvraag (325) Ondernemingsrecht

M.J. Kroeze

Aan de hand van een ondernemingsrechtelijke casus worden enkele vragen gesteld en uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 2005
AA20050886

De afwikkeling van massaschade: the American way

F.C. Schirmeister

Dit artikel geeft een omschrijving van de afwikkeling van massaschade naar Nederlands en naar Amerikaans recht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050824

Geknakte onderhandelingen

Beantwoording rechtsvraag (322) Internationaal privaatrecht

P. Vlas

Aan de hand van een internationaal privaatrechtelijke casus worden enkele vragen gesteld en vervolgens uitgewerkt.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 2005
AA20050883

Hyster Karry Krane

Annotatie

Ch.E.F.M. Gielen

Het standaardarrest van de Hoge Raad op het gebied van slaafse navolging van producten.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050857

Ongerechtvaardigde verrijking

E.J.H. Schrage

Vanaf de dagen van het Romeinse recht zijn het contract en de onrechtmatige daad niet de enige bronnen van verbintenissen. Er zijn er nog een paar meer. Daaronder speelt de ongerechtvaardigde verrijking een belangrijke rol. Iedereen is tegen ongerechtvaardigde verrijking: vanaf de Romeinse jurist Pomponius, via de middeleeuwse jurist Martinus Gosia, tot de Hollandse natuurrechtsleraar Hugo de Groot. Desondanks heeft de vormgeving van een goede regeling veel voeten in de aarde. We volgen de ontwikkeling van een belangwekkend leerstuk vanaf de 2e eeuw na Chr. tot in het Nieuw BW.

Overig | Rode draad | Digesten
oktober 2005
AA20050815

Van den Bergh/Van der Walle

A.I.M. van Mierlo

Hoge Raad 29 oktober 2004, nr. C03/166HR, ECLI:NL:HR:2004:AP4504, RvdW 2004, 123 (Van den Bergh/Van der Walle) Conservatoir (derde)beslag op niet benutte kredietruimte is niet mogelijk.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2005
AA20050846

De rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken

Interview met Prof.dr. G.P. Hoefnagels

J.A. van de Hel, I. de Wilde

Prof.dr. G.P Hoefnagels (1927) is emeritus hoogleraar Criminologie, Familie- en Jeugdrecht en scheidingsbemiddelaar. Hij studeerde rechten en psychologie. Hij was van 1950-1954 officier bij de Krijgsraad, van 1954 tot 1956 werkzaam bij de Voogdijraad, daarna research fellow bij de University of California en hoofd onderzoek strafrecht en criminologie(UvA). Van 1969 tot 1992 was hij hoogleraar Criminologie, Familie-en jeugdrecht aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam en van 1987 tot 1995 lid van de Eerste Kamer. Peter Hoefnagels staat onder meer bekend om zijn kritische kanttekeningen bij de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in echtscheidingszaken. Hij promoveerde op een handleiding voor rapportage van de Raad en beschreef een methode voor rapportage. Hij was voorzitter van een ministeriële commissie voor een nieuwe organisatie van de jeugdzorg. Nog steeds analyseert en bekritiseert hij raadsrapportages in zijn expertises voor rechtbanken en hoven. Peter Hoefnagels was in 1974 de ontdekker en eerste beoefenaar van scheidingsbemiddeling in Nederland. In zijn methodische scheidingsbemiddeling, beschreven in zijn Handboek Scheidingsbemiddeling, spelen kardinale fasen en uitgangspunten van het juridisch en het psychologisch proces van scheiden, zoals de scheidingsmelding, het ‘paraplugesprek’en de ‘paradoxale toewijzing’ een belangrijke rol. Hij publiceerde veel over bovengenoemde onderwerpen, waaronder het Handboek Scheidingsbemiddeling. Mediation als methode van rechten psychologie. Zijn ideeën vinden hun weerslag in de scheidingsbemiddelingspraktijk en spelen een belangrijke rol in de huidige discussie rond de aanpassing van het Nederlandse scheidingsrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050833

Het verschoningsrecht van getuigen in civiele zaken

F.J. Fernhout

Als het in een civiele procedure aankomt op bewijslevering, worden er meestal getuigen gehoord.Getuigen hebben verplichtingen: ze moeten verschijnen, de eed of belofte afleggen, antwoord geven op de gestelde vragen en ze moeten ook nog de waarheid spreken. Het verschoningsrecht is één van de uitzonderingen op deze verplichtingen. Of een getuige daarop al dan niet een beroep kan doen, is voor de procesdeelnemers van groot belang. Winst of verlies van een procedure kan ervan afhangen en de getuige zelf riskeert gijzeling en een strafrechtelijke vervolging, wanneer hij blijft zwijgen zonder daartoe gerechtigd te zijn. De wet regelt het onderwerp echter summier, terwijl literatuur en rechtspraak een diffuus beeld te zien geven. Dat vormde de aanleiding om alle aspecten van het verschoningsrecht in civiele zaken – zowel de processuele als de materiële – aan een grondige analyse te onderwerpen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2005
AA20050865

september 2005

Katern 96: Bouwrecht

E.M. Bruggeman

september 2005

Katern 96: Burgerlijk recht

- Instituut voor Privaatrecht Universiteit Leiden

september 2005

Katern 96: Consumentenrecht

E.H. Hondius