Over straf valt te onderhandelen, over de waarheid niet. Deel 1: Van dictatuur naar democratie


De Zuid-Afrikaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie, die onder de bezielende leiding van
Aartsbisschop Desmond Tutu het pijnlijke verleden van Zuid-Afrika heeft onderzocht, zal zeer
binnenkort het laatste deel van haar rapport presenteren aan het Zuid-Afrikaanse Parlement.1
Reden genoeg om de achtergrond en juridische grondslag van dit unieke experiment aan een nader
onderzoek te onderwerpen. Dit zal in twee artikelen gebeuren. Het eerste artikel geeft een uiteenzetting
van de rechtshistorische argumenten die een rol speelden bij de keuze voor een waarheidscommissie
in plaats van het grootschalig vervolgen van de mensenrechtenschenders uit het
apartheidsregime. Verder wordt het amnestieconcept, zoals gehanteerd door de Commissie nader
toegelicht. In het tweede artikel zal deze vorm van amnestieverlening op enkele van haar juridische
merites beoordeeld worden. Daarbij zal de vraag centraal staan of de amnestieverlening internationaalrechtelijk
door de beugel kan.