Het omgangsrecht van de spermadonor op grond van diens nauwe persoonlijke betrekking met het kind
Hoge Raad 30 november 2007, nr. R06/183HR, ECLI:NL:HR:2007:BB9094, LJN: BB9094
Geschil tussen moeder van door kunstmatige inseminatie verwekt minderjarig kind en spermadonor over de vraag of hij als biologische vader op de voet van artikel 1:377f BW is gerechtigd tot omgang met kind. De Hoge Raad oordeelt dat door bijkomende omstandigheden ook reeds voor de geboorte van het kind een nauwe persoonlijke betrekking kan ontstaan en acht het verzoek ontvankelijk. Het hof heeft de omstandigheden die het daarbij heeft betrokken juist beoordeeld.
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen