Voorwoord
Lijst van afkortingen
Hoofdstuk 1 – Algemeen
1.1 De loonheffingen
1.2 Oorsprong en geschiedenis van de loonbelasting
1.2.1 De oorsprong: de bedrijfsbelasting van 1894
1.2.2 De Wet IB 1914
1.2.3 De Indische wortels van de Nederlandse loonbelasting
1.2.4 Geboorte van de ‘aanspraak’: de reparatiewetgeving van 1936
1.2.5 Het voorontwerp van 1939
1.2.6 Het Besluit op de Loonbelasting 1940
1.2.7 Serieuze stappen op weg naar coördinatie: de Belastingherziening 1953
1.2.8 De Wet op de loonbelasting 1964
1.2.9 De Tweeverdienerswetgeving
1.2.10 De Oort-wetgeving
1.2.11 De herziening van 1997
1.2.12 De Belastingherziening 2001
1.2.13 De WALVIS-wetgeving: integratie van de loonheffingen
1.2.14 De Paarse krokodil
1.2.15 De Wet uniformering loonbegrip
1.2.16 De werkkostenregeling
1.3 De ambivalente loonbelasting
1.4 De relatie van de loonbelasting met de inkomstenbelasting
1.4.1 De loonbelasting als voorheffing op de inkomstenbelasting
1.4.1.1 Voorheffing versus eindheffing
1.4.1.2 De loonbelasting als zelfstandige heffing
1.4.1.3 Het verrekenen van loonbelasting met inkomstenbelasting
1.4.2 Verschillen op het punt van het heffingssubject
1.4.3 Het loonbegrip voor de inkomstenbelasting
1.4.4 Verschillen op het punt van de wijze van heffen
1.5 De heffing van premies sociale verzekeringen
1.5.1 Algemeen
1.5.2 Organisatie van de sociale verzekeringen
1.5.3 Premieheffing volksverzekeringen
1.5.4 Premieheffing werknemersverzekeringen
1.5.5 Bijdrage Zorgverzekeringswet
Hoofdstuk 2 – Belasting- en premieplicht
2.1 Belastingplicht
2.2 De heffingssubjecten voor de loonbelasting
2.2.1 Algemeen
2.2.2 De werknemer
2.2.3 De niet in Nederland gevestigde werknemer
2.2.4 Aangewezen personen
2.2.5 Artiesten en beroepssporters
2.2.6 Vrijwilligers
2.3 De dienstbetrekking
2.3.1 Algemeen
2.3.2 De privaatrechtelijke dienstbetrekking
2.3.2.1 Algemeen
2.3.2.2 De verplichting om persoonlijk arbeid te verrichten gedurende een zekere tijd
2.3.2.3 De verplichting van de werkgever om loon te betalen
2.3.2.4 De gezagsverhouding
2.3.3 De publiekrechtelijke dienstbetrekking
2.3.4 De fictieve dienstbetrekking
2.3.4.1 Algemeen
2.3.4.2 Aannemers van werk en hun hulpen
2.3.4.3 Tussenpersonen en hun hulpen
2.3.4.4 Leerlingen en stagiaires
2.3.4.5 Meewerkende kinderen
2.3.4.6 Commissarissen
2.3.4.7 Bestuurders van werknemerscoöperaties
2.3.4.8 Topsporters
2.3.4.9 Tussenkomst
2.3.4.10 Thuiswerkers en hun hulpen
2.3.4.11 Gelijkgestelden
2.3.4.12 Sekswerkers
2.3.4.13 De ‘vrijwillige’ dienstbetrekking (opting-in)
2.3.4.14 Aanmerkelijkbelanghouders/directeuren-grootaandeelhouders
2.3.4.15 Bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen
2.3.4.16 Rangorde dienstbetrekkingen
2.3.5 Driehoeksverhoudingen
2.3.6 De management-B.V.
2.3.7 Dienstverleners aan huis
2.3.8 Minderjarige kinderen
2.3.9 Bewijslast
2.4 De inhoudingsplichtige
2.4.1 Algemeen
2.4.1.1 Inhoudingsplicht
2.4.1.2 De ‘echte’ werkgever
2.4.1.3 Degene die loon verstrekt uit een vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander
2.4.1.4 Degene die op grond van een vrijgestelde aanspraak loon verstrekt
2.4.1.5 De ‘fictieve’ werkgever
2.4.1.6 De ‘oneigenlijke’ werkgever
2.4.1.7 De verzekeraar
2.4.2 Modelovereenkomsten
2.4.3 De buitenlandse inhoudingsplichtige
2.4.4 Inhoudingsplicht voor loon van derden
2.4.5 De samenhangende groep inhoudingsplichtigen
2.4.6 De samenvoegbepalingen
2.4.6.1 Inhoudingsplicht per dienstbetrekking
2.4.6.2 De inhoudingsplichtige betaalt een socialeverzekeringsuitkering door
2.4.6.3 De inhoudingsplichtige betaalt een aanvulling op een socialeverzekeringsuitkering
2.4.6.4 De inhoudingsplichtige betaalt loon uit vroegere dienstbetrekking door
2.4.7 De doorbetaaldloonregeling
2.4.8 Inhoudingsplicht voor artiesten en beroepssporters
2.5 Premieplicht voor de volksverzekeringen
2.5.1 De verzekerde is premieplichtig
2.5.2 Premieplicht en inhoudingsplicht
2.5.3 Anonieme werknemer
2.5.4 Vrijwillige verzekering
2.5.5 Gemoedsbezwaarden
2.6 Premieplicht voor de werknemersverzekeringen
2.6.1 Algemeen
2.6.2 Werknemers
2.6.3 Werkgevers
2.6.4 Dienstbetrekking
2.6.5 Directeuren-grootaandeelhouders
2.6.6 Premieplicht per werkgever
2.7 Bijdrageplicht voor de Zorgverzekeringswet
2.8 Schema’s belasting- en premieplicht
Hoofdstuk 3 Loon: de maatstaf van heffing
3.1 Inleiding
3.2 Het loonbegrip
3.2.1 Algemeen
3.2.2 Loon, belastbaar loon en tabelloon
3.2.3 Negatief loon
3.2.4 Bruteren
3.2.4.1 Niet verhalen van loonbelasting
3.2.4.2 Niet verhalen van premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw
3.2.5 Fooien en ander loon van derden
3.2.6 Loon uit tegenwoordige/vroegere dienstbetrekking
3.2.7 Loon en de pseudo-eindheffing
3.3 Loon in natura
3.3.1 Algemeen
3.3.2 De waardering van loon in natura
3.3.3 Aandelenopties
3.3.3.1 Aandelenopties als loon
3.3.3.2 Aandelenoptierechten
3.3.3.3 De verbonden vennootschap
3.3.3.4 De heffingsgrondslag en het heffingsmoment van de opties
3.3.3.5 Fusie, splitsing, overname
3.3.4 De ter beschikking gestelde auto
3.3.5 Werkplekvoorzieningen
3.3.5.1 Voorzieningen op de werkplek
3.3.5.2 Algemeen
3.3.5.3 Kleding
3.3.5.4 Consumpties
3.3.5.5 Maaltijden
3.3.5.6 Huisvesting en inwoning
3.3.5.7 Kinderopvang
3.3.5.8 Schema werkplekvoorzieningen
3.3.6 OV-kaarten en dergelijke
3.3.7 Personeelsleningen
3.3.8 Dienstwoning
3.3.9 Fiets van de zaak
3.4 Aanspraken
3.4.1 Algemeen
3.4.2 De waardering van aanspraken
3.4.3 Aanspraken ingevolge ziektekostenregelingen
3.4.4 Uitkeringen op grond van belaste aanspraken
3.5 Vrijgesteld loon
3.5.1 Samenhang van vrijstellingsbepalingen met het loonbegrip
3.5.2 ‘Grondslagversmallers’
3.5.3 Schadevergoedingen
3.5.4 Overlijdensuitkeringen
3.5.5 De fondsuitkeringenvrijstelling
3.5.6 De diensttijdvrijstelling
3.5.7 Meewerkloon
3.5.8 Premies op grond van de Participatiewet
3.6 De gebruikelijkloonregeling
3.7 Het loon van artiesten en beroepssporters
3.8 Het loon als maatstaf voor de premie volksverzekeringen
3.9 Het loon als maatstaf voor de premieheffing werknemersverzekeringen
3.9.1 De hoofdregel
3.9.2 Uitzonderingen
3.9.3 Brutering voor de premieheffing werknemersverzekeringen
3.9.3.1 Niet verhalen van premies werknemersverzekeringen
3.9.3.2 Niet verhalen van loonbelasting
3.10 Het loon als maatstaf voor Zorgverzekeringswet
Hoofdstuk 4 – Loon: het moment van genieten
4.1 Inleiding
4.2 Het genietingsmoment
4.3 Vrijgestelde aanspraken
4.3.1 Systematiek van het vrijstellen van aanspraken
4.3.2 Aansprakenregime reguleert het moment van genieten
4.3.3 Samenloop van vrijgestelde aanspraken
4.3.4 Werknemersbijdragen voor vrijgestelde aanspraken
4.3.5 Pensioenaanspraken
4.3.5.1 Algemeen
4.3.5.2 Ouderdomspensioen
4.3.5.3 Partnerpensioen
4.3.5.4 Wezenpensioen
4.3.5.5 Nabestaandenoverbruggingspensioen
4.3.5.6 RVU-regelingen
4.3.5.7 Arbeidsongeschiktheidspensioen
4.3.5.8 Toegelaten verzekeraar
4.3.5.9 Afkoop, vervreemden, tot zekerheid stellen en afzien van een pensioenrecht
4.3.5.10 Rechtszekerheid
4.3.5.11 Splitsen van een pensioenaanspraak
4.3.5.12 Aanwijzen van pensioen
4.3.6 Aanspraken op grond van socialeverzekeringswetten
4.3.7 Soortgelijke aanspraken
4.3.8 Aanspraken op ongevallenuitkeringen
4.3.9 Aanspraken op uitkeringen en verstrekkingen bij einde dienstbetrekking
4.3.10 Verlofaanspraken
4.3.11 Door de Minister van Financiën aan te wijzen aanspraken
4.3.12 Schema aanspraken
4.4 Loon genieten op een ongebruikelijk tijdstip
4.5 Enkele vraagstukken inzake het genieten van loon
4.5.1 Het genieten van voorwaardelijk loon
4.5.2 Voorschotten
4.5.3 Het moment van bruteren
4.5.4 Aandelenopties
4.5.5 Bijzondere regels voor reiskostenvergoedingen
4.5.6 Artiesten en beroepssporters
4.6 Keuzeloon
4.6.1 De principes van keuzeloon
4.6.2 Keuzeloon en het moment van genieten
4.6.3 Wat wordt als keuzeloon genoten?
4.6.4 Keuzeloon en pensioen
Hoofdstuk 5 – Tarief en afdrachtverminderingen
5.1 Algemeen
5.2 Tarief en wijze van berekenen loonbelasting en premie volksverzekeringen
5.2.1 Tarief loonbelasting en premie volksverzekeringen
5.2.2 De tabellen
5.2.3 Het loontijdvak
5.2.4 Bijzondere beloningen
5.2.5 De loonheffingskorting
5.2.6 Het anoniementarief
5.2.7 Tarieven bij eindheffing
5.2.8 Tarieven bij artiesten en beroepssporters
5.3 Tarief en wijze van berekenen van de premies werknemersverzekeringen
5.3.1 Algemeen
5.3.2 De WW-premie
5.3.3 De WIA-premie
5.3.4 Sectorindeling
5.3.5 Schema premies werknemersverzekeringen
5.3.6 Wijze van berekenen
5.4 Tarief en wijze van berekenen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
5.4.1 Twee percentages
5.4.2 Wijze van berekenen
5.5 Afdrachtverminderingen, het lage-inkomensvoordeel en loonkostenvoordelen
5.5.1 Systematiek
5.5.2 Vermindering S&O
5.5.3 Vermindering zeevaart
5.5.4 Lage-inkomensvoordeel (LIV)
5.5.5 Loonkostenvoordelen (LKV)
Hoofdstuk 6 – Wijze van heffen
6.1 Inleiding
6.2 Heffing van loonbelasting
6.2.1 Inhouden, afdragen en aangifte doen
6.2.1.1 Heffing in twee stappen
6.2.1.2 Inhouden
6.2.1.3 Afdragen op aangifte
6.2.1.4 Aangifte doen
6.2.2 Te veel ingehouden en/of afgedragen loonbelasting
6.2.3 Te weinig ingehouden en/of afgedragen loonbelasting
6.2.3.1 Naheffing van te weinig ingehouden en/of afgedragen loonbelasting
6.2.3.2 Beginselen van behoorlijk bestuur
6.2.3.3 Het bedrag is al in de inkomstenbelasting betrokken
6.2.3.4 Geen nieuw feit voor de inkomstenbelasting
6.2.4 De aangifte is niet (tijdig) en/of onjuist gedaan
6.2.5 Het verhaalsrecht van de inhoudingsplichtige
6.3 Verplichtingen van de inhoudingsplichtige en de werknemer
6.3.1 Verplichtingen van de inhoudingsplichtige
6.3.1.1 De loonadministratie
6.3.1.2 Opgave persoonlijke gegevens (loonbelastingverklaring)
6.3.1.3 Vaststellen identiteit/verblijfstatus
6.3.1.4 Eerstedagsmelding
6.3.1.5 De loonstrook
6.3.1.6 Correctieberichten
6.3.1.7 Jaaropgave
6.3.1.8 Overige verplichtingen van de inhoudingsplichtige
6.3.2 Verplichtingen van de werknemer
6.4 Eindheffing
6.4.1 Achtergrond en systematiek
6.4.1.1 Geschiedenis en achtergrond
6.4.1.2 Systematiek van de eindheffing
6.4.1.3 Limitatieve wettelijke opsomming
6.4.2 Naheffing
6.4.3 Tijdelijke knelpunten van ernstige aard
6.4.4 Publiekrechtelijke uitkeringen
6.4.5 Verstrekkingen aan anderen dan eigen werknemers
6.5 De werkkostenregeling
6.5.1 Algemeen
6.5.2 Het aanwijzen van vergoedingen en verstrekkingen
6.5.3 Gerichte vrijstellingen
6.5.3.1 Algemeen
6.5.3.2 Vervoer
6.5.3.3 Tijdelijk verblijf
6.5.3.4 Onderhoud en verbetering kennis
6.5.3.5 Opleiding en studie
6.5.3.6 Extraterritoriale kosten/30%-regeling
6.5.3.7 Verhuiskosten
6.5.3.8 Gereedschap en ict-middelen
6.5.3.9 Voorzieningen op de werkplek
6.5.3.10 Producten uit eigen bedrijf
6.5.3.11 Verklaring omtrent gedrag
6.5.3.12 Thuiswerkkosten
6.5.3.13 Vaste kostenvergoedingen
6.5.3.14 Schema gerichte vrijstellingen
6.5.4 Vroegere dienstbetrekking
6.5.5 Berekening eindheffing
6.5.5.1 De vrije ruimte
6.5.5.2 De concernregeling
6.5.5.3 Loon uit vroegere dienstbetrekking/eigen bijdragen
6.5.6 Keuze van de werkgever
6.5.7 Voorbeelden aan te wijzen vergoedingen en verstrekkingen
6.5.8 Stappenplan werkkostenregeling
6.6 Pseudo-eindheffing
6.6.1 Algemeen
6.6.2 De RVU-heffing
6.6.3 De heffing op excessieve vertrekvergoedingen
6.7 Aansprakelijkheid
6.7.1 Aansprakelijkheid algemeen
6.7.2 Ketenaansprakelijkheid
6.7.2.1 Inhoud en omvang ketenaansprakelijkheid
6.7.2.2 Aannemer in de zin van de ketenaansprakelijkheid
6.7.2.3 De keten
6.7.2.4 Vrijwaring en risicobeperking
6.7.3 Inleenaansprakelijkheid
6.7.3.1 Inhoud en omvang inleenaansprakelijkheid
6.7.3.2 In- en doorlenen
6.7.3.3 Vrijwaring en risicobeperking
6.7.4 Bestuurdersaansprakelijkheid
6.7.4.1 Inhoud en omvang bestuurdersaansprakelijkheid
6.7.4.2 De melding betalingsonmacht
6.7.4.3 Aansprakelijkheidsschulden
6.7.4.4 Verjaring
6.8 Artiesten en beroepssporters
6.9 De wijze van heffen van de premie volksverzekeringen
6.10 De wijze van heffen van de premies werknemersverzekeringen
6.10.1 Algemeen
6.10.2 Doorbetaaldloonregeling
6.10.3 Rechtsgang
6.10.4 Naheffing en (pseudo-)eindheffing
6.10.5 Invordering
6.11 De wijze van heffen van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
6.11.1 Algemeen
6.11.2 Naheffing en (pseudo-)eindheffing
6.11.3 Invordering
Hoofdstuk 7 – Internationaal
7.1 Internationaal: belastingheffing
7.1.1 Uitgangspunten
7.1.2 De werknemer woont in het buitenland
7.1.3 Diplomaten
7.1.4 De niet in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige
7.1.4.1 Algemeen
7.1.4.2 Werknemer van een niet-inhoudingsplichtige
7.1.5 Belastingverdragen
7.1.5.1 Algemeen
7.1.5.2 Artikel 15 lid 1: de hoofdregel voor inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid
7.1.5.3 Artikel 15 lid 2: de 183-dagenregel
7.1.5.4 Artikel 15 lid 3: scheep- en luchtvaartpersoneel
7.1.5.5 Artikel 16: bestuurdersbeloningen
7.1.5.6 Artikel 18: pensioenen
7.1.6 De eenzijdige regeling
7.2 Internationaal: premieheffing
7.2.1 Volksverzekeringen
7.2.2 Werknemersverzekeringen
7.2.3 De EU-verordening sociale zekerheid
Bijlage I – De regels van de loonheffingen
Bijlage Ia – Artikelenregister Wet op de loonbelasting 1964
Bijlage Ib – Artikelenregister Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
Bijlage Ic – Artikelenregister Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Bijlage Id – Artikelenregister Wet financiering sociale verzekeringen
Bijlage Ie – Artikelenregister Besluit Wet financiering sociale verzekeringen
Bijlage If – Artikelenregister Regeling Wet financiering sociale verzekeringen
Bijlage II – Jurisprudentielijst
Bijlage III – Besluitenlijst
Bijlage IIIa – Kennisgroepstandpunten
Bijlage IV – Literatuurlijst
Bijlage V – Punten van discussie