Gezamenlijk gezag na echtscheiding
Wie voor 1 januari 1998 ging scheiden en als ouder het gezag over de kinderen wilde blijven delen , had pech als de andere ouder daar geen zin in had: het daartoe benodigde ‘eensluidende verzoek’ aan de rechter kon dan niet tot stand komen. zo`n ouder lijkt nu beter af: het gezamenlijk gezag loopt na scheiding automatisch door en voor de ‘onwillige’ ouder die toch eenoudergezag wil is een drempel opgeworpen in de vorm van het vereiste: wie het eenhoofdig gezag wil, zal moeten stellen dat en waarom het belang van het kind daarmee gediend is. Komt eenoudergezag tot stand, dan openen zich overigens nieuwe perspectieven: de ouder met gezag kan dat gezag gaan delen met een partner, zonder dat de andere ouder een vetorecht heeft. Was het voor 1998 dan toch beter geregeld voor de ouder die niet in het gezag mocht delen?
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen